21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1615 MOTIE VAN DE LEDEN GRASHOFF EN JAN VOS

Voorgesteld 28 april 2016

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een adviesvraag uitstaat bij het Europese Hof van Justitie over de bevoegdheden van de EU ten aanzien van het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Singapore, en de Commissie dit advies zegt mee te wegen in de beoordeling van Europese bevoegdheden inzake toekomstige vrijhandelsverdragen waaronder het Europees-Canadese CETA en het Europees-Amerikaanse TTIP;

constaterende dat op dit moment de bevoegdheidsverdeling tussen de EU en de lidstaten onvoldoende duidelijk is om een voorstel over voorlopige toepassing te kunnen beoordelen;

verzoekt de regering, een parlementair voorbehoud te maken indien de Europese Commissie een voorstel doet voor de voorlopige toepassing van CETA, en dat voorstel eerst voor te leggen aan de Kamer alvorens hierover een standpunt in te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Grashoff

Jan Vos

Naar boven