21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1577 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2016

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 18 januari 2016.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 18 JANUARI 2016

Presentatie voorzitterschapsprogramma

Nederland presenteerde als voorzitter de prioriteiten voor de eerste helft van 2016 en ging daarbij tevens in op de voorziene agenda van de Raad Algemene Zaken (RAZ) voor het komende half jaar.

Het voorzitterschap benoemde dat de Unie voor grote uitdagingen staat. De ogen van de wereld zijn gericht op de EU, maar burgers plaatsen vraagtekens bij de toegevoegde waarde ervan. Tegelijkertijd wordt door diezelfde Europese burgers aangedrongen op gezamenlijke oplossingen op Europees niveau voor bijvoorbeeld het migratievraagstuk en terrorisme. Het voorzitterschap benadrukte dat onze antwoorden effectief moeten zijn. Voor stabiliteit buiten onze grenzen, strengheid aan onze grenzen en veiligheid binnen onze grenzen, is betere Europese samenwerking nodig, en moeten besluiten meer en beter geïmplementeerd worden.

Vervolgens stond het voorzitterschap kort stil bij de vier beleidsprioriteiten, die tevens onderdeel zijn van de Strategische Agenda van de Europese Raad:

  • 1. Migratie en internationale veiligheid: veel besluiten zijn genomen, zowel in termen van relaties met Turkije en de partnerschappen met Libië en Jordanië als binnen de Europese grenzen. Snelle implementatie is nu cruciaal. Het tegengaan van de instroom van migranten zal de agenda blijven domineren.

  • 2. Europa als innovator en banenmotor: dit betreft het streven naar een diepere en eerlijkere interne markt, waar de Raad samen met de Commissie stappen moet zetten.

  • 3. Solide financiën en een robuuste Eurozone: het voorzitterschap blikt vooruit naar het starten van een open en inclusief debat over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) tijdens de voorzitterschapsconferentie op 28 januari a.s.

  • 4. Een toekomstgericht klimaat- en energiebeleid: het voorzitterschap noemde de implementatie van het klimaat- en energiepakket 2030, met name de herziening van het EU-emissiehandelssysteem (ETS).

Vervolgens ging het voorzitterschap in op de prioriteiten voor de RAZ zelf en verwees hierbij naar de brief van 14 januari jl. aan de Europese partners1. Deze prioriteiten betreffen: het Meerjarig Financieel Kader (MFK), Rule of Law (RoL), Interinstitutioneel Akkoord (IIA), Better Regulation Pakket, Transparantie, Better Governance en opvolging van Europese Raadsconclusies. Wat het laatste onderwerp betreft, wijdde het voorzitterschap verder uit en bepleitte een betere vertaling van de besluiten genomen in de ER naar de verschillende vakraden. De RAZ dient daar volgens het verdrag een rol in te spelen. Het gaat er om praktische oplossingen daartoe te vinden. Eén van de opties betreft het in kaart brengen van ER-besluiten om deze voorafgaand aan de ER af te zetten tegen de behaalde resultaten. De eerste mogelijkheid daartoe zou in de RAZ van februari a.s. zijn, alwaar met name t.a.v. migratie een dergelijke inventarisatie voor de hand ligt.

Het voorzitterschap ontving brede steun van lidstaten voor de genoemde prioriteiten, in het bijzonder op het terrein van migratie, grenzen en de interne markt. Tevens was er brede steun voor de voornemens ten aanzien van de rol van de RAZ in de opvolging van ER-besluiten.

Voorbereiding van de Europese Raad van 18 en 19 februari 2016

Tijdens de eerste Raad Algemene Zaken (RAZ) onder Nederlands voorzitterschap werd gesproken over de voorbereiding van de agenda van de Europese Raad (ER) van 18 en 19 februari 2016.

Migratie

Er vond een korte discussie plaats over de migratieproblematiek. Alle lidstaten benadrukten dat het van belang is dit thema te bespreken tijdens de ER. Veel lidstaten onderstreepten dat de overeengekomen besluiten, zoals de herplaatsingsbesluiten, het opzetten van de «hotspots» en de afspraken met Turkije snel en effectief geïmplementeerd moeten worden. Tot slot drongen verscheidene lidstaten aan op spoedige behandeling van de voorstellen van de Commissie van 15 december 2015, met name het voorstel voor een Europese Grens- en Kustwacht.

Verenigd Koninkrijk

Het Verenigd Koninkrijk sprak de wens uit snel tot overeenstemming te komen over de door premier Cameron aangereikte thema’s voor EU-hervorming, maar benadrukte dat inhoud voor snelheid gaat. Wat de planning betreft gaf het Verenigd Koninkrijk aan dat er tenminste vier maanden nodig zijn tussen het bereiken van overeenstemming en het houden van het referendum over EU-lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk.

Verscheidene lidstaten drongen aan op het spoedig beschikbaar stellen van tekstvoorstellen, mede met het oog op bespreking ervan met nationale parlementen in de aanloop naar de ER van februari a.s. Naar verwachting zullen in de eerste week van februari concrete tekstvoorstellen op tafel komen. Daarnaast sprak een aantal lidstaten zich uit voor handhaving van fundamentele principes zoals non-discriminatie bij het zoeken naar een oplossing en voor flexibiliteit aan Britse zijde.

Eurozone-aanbevelingen

De Europese Raad zal worden uitgenodigd om de Eurozone-aanbevelingen te bekrachtigen. Deze aanbevelingen heeft de Raad Economische en Financiële Zaken op 15 januari jl. goedgekeurd. Sommige lidstaten wezen erop dat implementatie van nationale aanbevelingen van belang is voor zowel lidstaten met een begrotingstekort als voor lidstaten met een begrotingsoverschot. Het Verenigd Koninkrijk merkte op dat toepassing van sociale indicatoren in het kader van het Europees semester met alle 28 lidstaten besproken moet worden.

AOB: Talenregime EPSO concoursen

Italië, gesteund door Spanje en Portugal, bracht onder AOB het talenregime van het Europees Bureau voor Personeelsselectie (EPSO) op, en de implementatie van de recente uitspraken van het Europese Hof van Justitie waarin drie concoursen werden geannuleerd vanwege taaldiscriminatie. Italië vroeg om een oplossing die een einde zou maken aan de huidige discriminerende werking van het talenregime bij de werving van EU ambtenaren.

Het voorzitterschap benadrukte in deze het onderscheid tussen het functioneren van EPSO en een bredere discussie over het taalbeleid van de Europese instituties. Het functioneren van EPSO is gedelegeerd aan de instellingen en besluiten over het taalbeleid van EPSO zijn aan de Management Board van EPSO. Het voorzitterschap stelde dat de Raad in deze zaak geen rol heeft en zodoende geen specifieke besluiten kan nemen.

Naar boven