21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1564 GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN JASPER VAN DIJK EN KLAVER TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 1540

Voorgesteld 17 december 2015

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Europees Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens niet verenigbaar is met de EU-verdragen, omdat het mogelijk de autonomie van het Europese rechtssysteem aantast;

overwegende dat de door het Hof gebruikte argumentatie mogelijk ook toepasbaar is op het systeem van investeerder-staatarbitrage (ISDS) of het internationaal investeringshof (ICS), waarbinnen arbiters zich over het EU-recht uitspreken;

constaterende dat lidstaten de mogelijkheid hebben om advies in te winnen bij het Hof van Justitie over de verenigbaarheid van voorgenomen overeenkomsten, zoals het handelsakkoord tussen de EU en Singapore, maar ook CETA en TTIP, met de EU-verdragen;

verzoekt de regering, bij het Europees Hof van Justitie advies in te winnen over de verenigbaarheid van ISDS in het verdrag tussen de EU en Singapore en over de verenigbaarheid van ICS in het verdrag tussen de EU en Vietnam, met de EU-verdragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Jasper van Dijk

Klaver

Naar boven