21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1519 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juli 2015

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Algemene Zaken van 23 en 24 juli 2015.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

VERSLAG INFORMELE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 23 EN 24 JULI 2015

Voorzitterschapsprogramma Luxemburg

Luxemburg presenteerde de prioriteiten van het voorzitterschap. Onder het thema «Een Unie voor de burgers» zet Luxemburg in op het stimuleren van groei, werkgelegenheid en de interne markt, de sociale dimensie, vergroten van het globale concurrentievermogen van de EU, duurzame ontwikkeling en versterking van de rol van de EU op het wereldtoneel. De Commissie onderschreef bij monde van de eerste vicecommissievoorzitter Timmermans de prioriteiten van het Voorzitterschap. Deze prioriteiten sluiten nauw aan bij de strategische agenda van de Europese Raad en het Commissie werkprogramma.

IIA & Commissie Werkprogramma

Op de informele Raad Algemene Zaken is specifiek gesproken over programmering. Uit de bespreking kwam de breed gedeelde wens naar voren om de institutionele balans tussen de Raad en het Europees parlement te herstellen bij de voorbereiding van het Commissie Werkprogramma. Veel lidstaten pleiten voor een tijdige beschikbaarheid van de «Letter of Intent» van de Commissie zodat lidstaten het Commissie Werk Programma kunnen bespreken met de nationale parlementen. Een vastgestelde procedure voor programmering ontbreekt nu waardoor bespreking van het Commissie Werkprogramma 2016 nu op ad-hoc basis gebeurt. Het voorzitterschap zette het tijdschema hiervoor uiteen. Na de rede van de Commissievoorzitter over de Staat van de Unie in het Europees parlement op 8 september, zal de Commissie op 9 september de «Letter of Intent» publiceren. De Raad Algemene Zaken zal hier op 14 september over spreken. Mogelijk krijgt dit vervolg tijdens de RAZ op 13 oktober. Vervolgens zal de Commissie op (naar verwachting) 27 oktober 2015 het Commissie Werkprogramma 2016 presenteren.

De Commissie heeft tijdens de informele RAZ een overzicht gegeven van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het Commissie Werkprogramma 2015, dat volgens de Commissie goed verloopt. Het verwees daarbij naar het EFSI, de migratievoorstellen, het pakket voor de energie unie en de digitale interne markt. Verschillende lidstaten noemden deze onderwerpen ook met betrekking tot het Commissie Werkprogramma 2016. Ook werd er gewezen op het belang van de interne markt, arbeidsmobiliteit, TTIP en het Meerjarig Financieel Kader en Eigen Middelen.

5 Presidenten Rapport

Tijdens de informele Raad Algemene Zaken is van gedachten gewisseld over het in juni van dit jaar verschenen rapport van de vijf voorzitters (ECB, Eurozone Top, Eurogroep, Commissie en Europees parlement) over de EMU. Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de appreciatie van het kabinet van dit rapport (Kamerstuk 21 501-20, nr. 996).

De maatregelen die zijn voorgesteld voor de eerste fase binnen het rapport (vanaf heden tot 2017), werden door de lidstaten op hoofdlijnen onderschreven. Deze voorstellen sluiten grotendeels aan bij de speerpunten van het kabinet voor ontwikkeling van de EMU. Daarnaast ging de discussie in op nut en noodzaak van de maatregelen die in het rapport worden voorgesteld voor de tweede fase (na 2017). Zoals in de kabinetsappreciatie staat toegelicht, is het kabinet meer gereserveerd over een aantal denkrichtingen die in het rapport voor deze fase worden beschreven. Over deze voorstellen hebben de lidstaten verschillende inzichten. Nederland is in beginsel geen voorstander van een vastgelegd lange termijn pad voor ontwikkeling van de EMU. Onder meer Frankrijk en Italië spraken zich uit voor discussies over een budget voor de eurozone.

Verder werden in de discussie de volgende punten genoemd: het belang van verdieping van de interne markt, het nakomen van EMU afspraken en het herstel van vertrouwen van burgers in de EMU. Tot slot werd nogmaals het belang benadrukt dat alle EU lidstaten bij discussies over de EMU worden betrokken.

Naar boven