21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1480 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2015

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel (RBZ) van 24 en 25 maart te Riga. In dit verslag kom ik ook tegemoet aan de toezegging tijdens het Algemeen Overleg ter voorbereiding van deze RBZ op 11 maart jl. om u te informeren over een aantal onderwerpen: het rondetafelgesprek met wetenschappers over TTIP, het voorstel voor een regulatory cooperation body in TTIP, dierenwelzijn in het TTIP-onderhandelingsmandaat, stand van zaken van het duurzaamheidshoofdstuk in de onderhandelingen over het EU-Japan handelsakkoord en als laatste over bepalingen in duurzaamheidshoofdstukken en WTO-conformiteit.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Verslag Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) handel van 24 en 25 maart 2015

Op de agenda van de informele RBZ handel in Riga stond de stand van zaken in de WTO, een paper over de voordelen van EU handels- en investeringspolitiek, de onderhandelingen over een handelsakkoord met Japan en Vietnam en als laatste de onderhandelingen over het handelsakkoord tussen de EU en de VS, het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP).

WTO – Doha Development Agenda

De informele RBZ begon met een diner met de Directeur-Generaal van de WTO Azevêdo om te spreken over de voortgang in de Doha-ronde. Het lastigste onderwerp blijft overheidssteun voor de landbouwsector. Directeur-Generaal Azevedo verwacht dat over verlaging van tarieven op industriële goederen overeenstemming bereikt kan worden evenals over diensten. Overeenstemming over groene goederen zou een welkome opsteker zijn. Tijdens deze sessie heeft Nederland aandacht gevraagd voor het belang van een substantieel resultaat voor ontwikkelingslanden en zeker voor de minst ontwikkelde landen.

Voordelen EU handels- en investeringspolitiek

EU-Commissaris Malmström voor handel gaf een toelichting op een paper van de Commissie over de economische en politieke voordelen van de Europese handels- en investeringspolitiek. Hoewel dit een op zichzelf staand paper is, dient het volgens de Commissaris ook bezien te worden in de aanloop naar de vernieuwde EU-handelsstrategie, die in het najaar gepresenteerd zal worden. Ze wees erop dat dit paper enkel de economische impact van handel belicht. De strategie zal ook uitgebreid ingaan op andere aspecten, zoals duurzaamheid en ontwikkeling.

Malmström stelde vast dat de EU-handelsagenda groter is dan ooit en dat in de komende jaren meer dan de helft van onze handelsstromen onderdeel zal worden van bilaterale handelsakkoorden. Het paper toont aan dat handel nog altijd essentieel is voor groei en werkgelegenheid in de EU. Tegelijkertijd staat de publieke steun voor handelspolitiek onder druk. De Commissaris ziet communicatie dan ook als de belangrijkste uitdaging voor de komende jaren. Concrete resultaten en tastbare voorbeelden zijn noodzakelijk om het belang van handel aan te tonen.

De Ministers deelden de inhoudelijke analyse en de boodschap van Malmström en benoemden daarbij verschillende aandachtspunten zoals de gevolgen van globalisering en de globale waardeketens. Malmström bevestigde dat deze punten ook in de nieuwe EU-handelsstrategie meegenomen worden. De strategie zal de handelspolitiek neerzetten als integraal onderdeel van het buitenlands beleid van de Unie en daarmee ook als een instrument voor het uitdragen van onze gezamenlijke waarden zoals mensenrechten, good governance en duurzaamheid.

EU-Japan handelsakkoord

De Commissie gaf een korte stand van zaken over de lopende onderhandelingen met Japan. De gesprekken verlopen goed, al is de deadline voor afronding in 2015 nog onzeker. De onderhandelingen die Japan tegelijkertijd voert met de VS en 10 andere pacifische landen over het Trans-Pacific Partnership lijken de prioriteit te hebben. De EU is klaar om voortgang te boeken, maar geeft de inhoud de voorkeur boven de timing. Eind april vindt de volgende onderhandelingsronde plaats en in mei biedt de EU-Japan top in Tokyo een gelegenheid om op politiek niveau verder te spreken over de voortgang van de onderhandelingen.

Ten aanzien van het duurzaamheidshoofdstuk (Trade & Sustainable Development), stelde Japan zich in de onderhandelingen conservatief op. In de laatste onderhandelingsrondes is weliswaar een positieve trend te zien en doet Japan constructieve tekstvoorstellen. In algemene zin wordt er wel voortgang op de voorliggende tekstvoorstellen geboekt, maar de partijen staan nog lijnrecht tegenover elkaar ten aanzien van verwijzingen naar ILO-conventies, de vraag hoe het maatschappelijk middenveld bij handelspolitiek te betrekken en bepalingen over geschillenbeslechting.

In de laatste gesprekken tijdens een zogenoemde «intersessional» in de week van 23 maart kwam het duurzaamheidshoofdstuk niet aan bod. Het onderwerp staat wel geagendeerd voor de tiende onderhandelingsronde die van 23-28 april in Tokio zal plaatsvinden.

EU-Vietnam handelsakkoord

De onderhandelingen met Vietnam lopen voorspoedig. Er is een duidelijke mogelijkheid om snel tot afronding te komen. Hierbij verwacht de EU goede resultaten onder meer op gebied van tarieven en aanbestedingen. De Commissie verwacht voor de zomer een ambitieus akkoord te kunnen afronden dat als een goede benchmark kan dienen voor de overige ASEAN-partners.

EU-VS handelsakkoord

Tijdens de lunch bespraken Ministers de stand van zaken in de onderhandelingen met de VS over een handelsakkoord (TTIP), waarbij veel aandacht uitging naar vernieuwingsvoorstellen voor ISDS in TTIP en het handelsakkoord met Canada (CETA). De voorstellen van de Commissie zaten grotendeels op dezelfde lijn als de verbetervoorstellen die Nederland en vijf lidstaten hebben gedaan. De voorstellen van de Commissie betreffen:

  • verscherping van het behoud van publieke beleidsruimte;

  • versterking van de institutionele inrichting met een verbeterde keuze van arbiters, waarbij overheden een beperkte lijst van arbiters benoemen, met gekwalificeerde rechters uit het nationale systeem. Lange termijn einddoel is te komen tot een multilateraal permanent investeringshof opname van een beroepsmogelijkheid;

  • de relatie tussen nationale rechtsprocedures en ISDS moet verduidelijkt worden, waarbij misbruik moet worden uitgesloten.

Heronderhandeling van CETA is voor de Commissie geen optie, maar het is nog wel mogelijk om kleine verbeteringen door te voeren.

De aanwezige Ministers spraken eensgezind hun steun uit voor de TTIP- onderhandelingen. Daarbij benoemden verschillende lidstaten hun specifieke belangen. Nederland vroeg specifiek aandacht voor het behoud van de Europese standaarden voor voedselveiligheid en wees erop dat bij de oprichting van een regulerende instantie («Regulatory Cooperation Body») zorgvuldig te werk gegaan moet worden.

Ten aanzien van ISDS verwelkomde Nederland de voorstellen van de Commissie, die duidelijk in de goede richting gaan. Nederland riep de Commissie op om alle mogelijke ruimte te gebruiken om verbeteringen in CETA door te voeren en gaf aan dat deze verbeteringen ook ten gunste kunnen komen aan Canada.

De Commissie kondigde aan dat ze voorstellen over ISDS in de komende tijd in overleg met het Europees parlement en de Lidstaten zal uitwerken en deze tijdens de RBZ van 7 mei aanstaande formeel aan de Raad zal voorleggen.

Tijdens het AO RBZ op 11 maart vroeg uw Kamer een aantal onderwerpen toe te lichten: uitkomsten van het rondetafelgesprek met economen, de oprichting van een regulerende instantie in TTIP (het zogenaamde: «Regulatory Cooperation Body») en dierenwelzijn.

Op 11 maart heb ik in een rondetafelgesprek gesproken met vier wetenschappers die onderzoek hebben gedaan naar de economische impact van TTIP. De aanwezige wetenschappers waren Gabriel Felbermayr (IFO Institute),

Jeronim Capaldo (Tufts University), Arjan Lejour (CPB) en Koen Berden (Ecorys). Een belangrijke conclusie was dat de analyses van de impact van een toekomstig akkoord nooit precieze resultaten kunnen geven, maar dat ze wel aangeven welke aspecten van het akkoord belangrijk zijn. Verder is er nog behoefte aan meer informatie over de impact van TTIP op specifieke groepen en sectoren. En als laatst was er grote overeenstemming over het belang van invulling van oorsprongsregels en wederzijdse erkenning van standaarden voor de impact op ontwikkelingslanden.

Ten tweede vroeg uw Kamer om de opzet van een regulerende instantie in TTIP te verhelderen. Tijdens de laatst gehouden 8e onderhandelingsronde in februari heeft de Commissie een tekstvoorstel gedaan over samenwerking op gebied van regelgeving. Dit voorstel is na deze ronde gepubliceerd op de website van de Commissie.1 Hierin wordt ook een voorstel gedaan voor de oprichting van een regulerende instantie, dat beoogt het onderling consulteren en het delen van informatie tussen regelgevende autoriteiten in de EU en de VS te bevorderen.

Zoals ik al eerder met uw Kamer heb besproken, moet dit voorstel wel binnen duidelijke kaders worden opgericht. Als er consultatie van belanghebbenden is, moet dit multistakeholder zijn: overheden, bedrijven en maatschappelijk middenveld. Daarnaast mag deze instantie niet leiden tot obstructie of vertraging van wetgevingsprocessen die via democratische besluitvormingsprocedures tot stand zijn gekomen. Daarmee kan deze instantie nuttige adviezen geven, zonder dat de beleidsvrijheid van overheden ingeperkt wordt.

Als laatste heb ik uw Kamer toegezegd meer duiding te geven over de aanscherping van dierenwelzijn in het onderhandelingsmandaat van TTIP. Nederland heeft zich hard ingezet om de tekst voor dierenwelzijn in het mandaat aan te scherpen. Dankzij deze inzet is de standaardbepaling dat er samengewerkt moet worden op gebied van dierenwelzijn uitgebreid. Nu staat er in het mandaat dat er niet alleen samengewerkt moet worden, maar dat die samenwerking onder meer gericht moet zijn op het bereiken van equivalentie op dierenwelzijnsstandaarden.

WTO-conformiteit

Als laatste verzocht uw Kamer om een duiding van afspraken zoals die bijvoorbeeld in het Kyoto Protocol zijn benoemd over handelsbelemmerende maatregelen. In het Protocol staat het volgende: «The Parties [...] shall strive to implement policies and measures [...] in such a way as to minimize adverse effects [...] on international trade.» Er staat dus niet dat er geen handelsbelemmerende maatregelen genomen mogen worden. Maar ten behoeve van WTO conformiteit, moeten maatregelen die handel belemmeren proportioneel zijn ten opzichte van het doel dat men probeert te bereiken. De tekst in het Kyoto Protocol is dus WTO-conform.

Naar boven