21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1458 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2015

Hierbij bied ik u aan het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 9 februari 2015.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 9 FEBRUARI 2015

Oekraïne

In navolging van de extra RBZ van 29 januari jl. heeft de Raad unaniem besloten de lijst van personen en entiteiten wiens tegoeden in de EU worden bevroren en tegen wie een visumban van kracht is uit te breiden met 19 individuen en 9 entiteiten die betrokken zijn bij de ondermijning van de territoriale integriteit van Oekraïne. Om de huidige politieke inspanningen, waaronder de voorziene bijeenkomst van de contactgroep onder leiding van de OVSE en de daarop volgende bijeenkomst in Minsk van de regeringsleiders van Oekraïne, Rusland, Duitsland en Frankrijk op woensdag 11 februari jl., de ruimte te geven, zullen deze maatregelen in beginsel per 16 februari a.s. van kracht worden. De Raad sprak zijn steun uit voor het politiek proces gericht op de bijeenkomst in Minsk van 11 februari jl.

Indachtig de eerdere toezegging aan uw Kamer maak ik van deze gelegenheid gebruik om u te informeren dat de Russische Federatie op 3 februari jl. per nota de Nederlandse ambassade in Moskou in kennis heeft gesteld dat het vooronderzoek naar de mishandeling van een Nederlandse diplomaat in Moskou in oktober 2013 is hervat.

Afrika

In het licht van het grote aantal crises dat tijdens de Raad ter bespreking voorlag heeft HV Mogherini op het laatste moment besloten het strategische debat over Afrika uit te stellen. Wel zijn door de Raad, mede op Nederlands initiatief, Raadscocnlusies aangenomen over een aantal actuele Afrikaanse onderwerpen zoals Boko Haram, de verkiezingen in Nigeria, Mali en de Centraal-Afrikaanse Republiek, en zijn daarover raadsconclusies aangenomen.

De Ministers veroordeelden unaniem het aanhoudende geweld en de verschrikkelijke wreedheden gepleegd door Boko Haram tegen burgers, waaronder vrouwen en kinderen. De dreiging die hiervan uitgaat, strekt verder dan Nigeria. Boko Haram wordt een groeiende bedreiging voor de vrede en veiligheid van de gehele regio inclusief Kameroen, Tsjaad en Niger en veroorzaakt grote humanitaire noden. De Raad benadrukte dat het de primaire verantwoordelijkheid van staten is burgers op hun grondgebied te beschermen en steunde het besluit van landen in de regio, zoals bekrachtigd door de Afrikaanse Unie, om een multinationale troepenmacht op te zetten. De EU is bereid samen met partners de getroffen landen te ondersteunen door inzet van een breed palet aan instrumenten, waaronder de mogelijkheid van inzet van de African Peace Facility of EU crisismanagementinstrumenten. Ook zal de EU manieren onderzoeken om getroffen landen te helpen hun eigen capaciteiten te versterken om deze uitdaging het hoofd te bieden, in lijn met het internationaal recht.

De Raad heeft teleurstelling uitgesproken over de uitgestelde verkiezingen in Nigeria en herbevestigde in dit kader de algemene beleidslijn van steun voor vreedzame, inclusieve, transparante en geloofwaardige verkiezingen. In dit licht verwelkomde de Raad het ondertekenen van het «Abuja Akkoord» op 14 januari jl., waarbij de politieke leiders van Nigeria zich committeerden aan het tegengaan van geweld rond de verkiezingen. Op verzoek van de Nigeriaanse autoriteiten ondersteunt de EU het verkiezingsproces, onder meer via inzet van een verkiezingswaarnemingsmissie.

De Raad heeft zich op Nederlands initiatief uitgesproken over Mali. De EU maakt zich zorgen over het aanhoudende geweld in het noorden van Mali en de dreiging die hiervan uitgaat voor een groter deel van de Sahel. MINUSMA is essentieel voor de veiligheid en stabiliteit in Mali. De Ministers herbevestigden de steun aan deze missie en benadrukten het belang van MINUSMA’s inspanningen om burgers te beschermen. De Raad roept alle partijen op om in Algiers, waar de EU als co-mediator optreedt, tot een constructieve dialoog te komen met het oog op verzoening. Tegelijkertijd, zo benadrukte de Raad, moet er op lokaal niveau een inclusieve dialoog en verzoening plaatsvinden. Hierbij verklaarde de EU klaar te staan om de implementatie van een toekomstig politiek akkoord te faciliteren door middel van actieve monitoring, in nauwe samenwerking met de VN en de Afrikaanse Unie en inzet van andere relevante instrumenten, inclusief de EU GVDB-missies EUTM en EUCAP Sahel Mali.

Tot slot sprak de Raad blijvende betrokkenheid uit bij de Centraal-Afrikaanse Republiek, evenals steun voor het proces naar verzoening en vrede. De EU blijft zich ernstige zorgen maken over de humanitaire situatie in de CAR, in het bijzonder het grote aantal ontheemden die geïsoleerd in het binnenland verblijven en de vluchtelingen in de buurlanden. De EU blijft samen met de VN en andere partners een vreedzame oplossing steunen. De EUFOR CAR missie zal 15 maart a.s. het mandaat beëindigen en overgaan in de MINUSCA missie van de VN. De EU zal per maart a.s. via de EUMAM CAR missie de regering van CAR expertise leveren, inclusief ten aanzien van mensenrechten en ten behoeve van een hervorming van de Forces Armées Centraficaines (FACA) tot een professioneel, democratisch verantwoordelijk en representatief samengesteld leger. Samen met het IMF werkt de EU aan verbetering van begrotingsevenwicht in de CAR.

Terrorismebestrijding

De Raad besprak het onderwerp terrorismebestrijding in aanwezigheid van de EU-Coördinator voor Contraterrorisme, Gilles De Kerchove, met het oog op de informele bijeenkomst van EU staatshoofden en regeringsleiders op 12 februari a.s. waar terrorismebestrijding aan bod komt. De informele Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 29 en 30 januari jl. nam een verklaring aan over de interne dimensie van terrorismebestrijding als voorbereiding op deze bijeenkomst. De Raad Buitenlandse Zaken besprak de externe dimensie en nam hierover Raadsconclusies aan.

De Raad veroordeelde de recente terroristische aanslagen in de wereld en gaf aan dat terrorisme een directe bedreiging vormt voor alle landen en alle mensen ongeacht hun etnische achtergrond, religie of geloof. Enkel internationale samenwerking en vastberaden nationale acties kunnen een dergelijke dreiging in een globaliserende wereld tegengaan. De Raad besloot de coördinatie op dit vlak te versterken en riep op tot geïntegreerde acties tegen terrorisme in lijn met de EU Contraterrorisme Strategie van 2005 en in overeenstemming met internationaal recht, fundamentele waarden en internationale mensenrechtenstandaarden.

De EU-lidstaten hebben de primaire verantwoordelijkheid ten aanzien van terrorismebestrijding. De EU kan echter toegevoegde waarde leveren op verschillende manieren. De acties genomen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken moeten worden aangevuld met externe betrokkenheid en outreach, met name richting landen in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, de Sahel en de Golf, onder meer door het bevorderen van internationale samenwerking (waaronder de verdere betrokkenheid van de EU bij het Global Counter-Terrorism Forum, waar Nederland dit jaar co-voorzitter van wordt). De Ministers benadrukten dat er naast het tegengaan van terrorisme, met name het tegengaan van radicalisering, op het gebied van rekrutering, materieel en financiering van terrorisme meer nadruk gelegd moet worden op het adresseren van de onderliggende factoren, zoals conflict, armoede, proliferatie van wapens en fragiliteit van staten die terroristische groeperingen de ruimte bieden.

Tegen deze achtergrond besloot de Raad om zijn externe actie op het gebied van terrorismebestrijding te stroomlijnen in het EU buitenlandbeleid. De EU riep op tot een versnelde implementatie van de EU Contraterrorisme Strategie over Syrië en Irak (aangenomen op 20 oktober 2014) met de nadruk op buitenlandse terroristische strijders en de EU mededeling voor de Maghreb. De Raad zal actief toezien op de voortgang van de uitvoering.

Jemen

De Raad sprak zijn grote zorgen uit over de recente ontwikkelingen in Jemen. Deze ontwikkelingen hebben de transitie van Jemen in gevaar gebracht en verhinderen de vooruitzichten op een welvarend, democratisch en verenigd Jemen. Bovendien wordt de reeds ernstige humanitaire situatie erdoor verergerd. De EU riep alle partijen, in het bijzonder de Houthi’s, op om duidelijk verantwoordelijkheid te nemen voor hun daden, te beginnen met het ondubbelzinnig afwijzen van geweld en dwang als politieke middelen. In dat kader riep de EU op om president Hadi, premier Bahah en andere leden van het kabinet onmiddellijk vrij te laten van huisarrest.

De EU sprak ook haar ernstige zorgen uit over de zogenaamde unilaterale constitutionele verklaring uitgegeven door Ansar Allah op 6 februari jl. Deze verklaring ontbeert elke legitimiteit. De EU herhaalde dat enkel een brede politieke overeenstemming tussen de belangrijke politieke groeperingen een duurzame oplossing voor de huidige crisis biedt. Alle partijen werden opgeroepen terug te keren naar inclusieve onderhandelingen. De EU verwelkomde in dat kader de hervatting van onderhandelingen op 9 februari jl. onder leiding van de VN. Nederland, gesteund door de Hoge Vertegenwoordiger Mogherini, benadrukte daarbij dat de EU gebruik moest maken van haar rol als erkende gesprekspartner voor lokale actoren in Jemen en suggereerde betrokkenheid van de Speciaal Gezant voor de Hoorn van Afrika, vanwege de uitstraling van de situatie naar het gehele Rode Zee gebied. Het door de Gulf Cooperation Council Initiative bepaalde raamwerk, de uitkomsten van de National Dialogue Conference’s (NDC) en de Peace and National Partnership Agreement zouden volgens de Ministers de belangrijkste referentiepunten moeten zijn voor de transitie van Jemen. Alle regionale actoren werden opgeroepen positief bij te dragen aan dit proces.

De Raad herhaalde de urgentie van economische hervormingen en waarschuwde dat de humanitaire crisis verder escaleert als de politieke stabiliteit niet wordt teruggebracht. De EU riep alle partijen op om de humanitaire principes te handhaven en humanitaire toegang te garanderen. Ook sprak de Raad zijn ernstige zorgen uit over de toegenomen terroristische aanvallen, waaronder die door Al Qaida op het Arabisch Schiereiland (AQAP). De Raad veroordeelde deze aanvallen in de sterkste bewoordingen en herhaalde zijn sterke commitment om terroristisch geweld in Jemen en in de bredere regio aan te pakken. Nederland benadrukte het belang van preventie van verdere escalatie, niet alleen vanuit humanitair oogpunt, maar ook vanwege het directe strategische belang dat de Rode Zee voor de EU heeft. Het gaat dan niet alleen om het tegengaan van terrorismedreiging, maar ook om de veiligheid van vaarroutes en om de veiligheid van de Europese militaire missies in de regio. De Raad zou de ontwikkelingen in Jemen nauwlettend blijven volgen en gaf aan klaar te staan om de Jemenieten onder de huidige, kritieke omstandigheden bij te staan en benadrukte zijn commitment om de Jemenieten te blijven steunen in hun transitie.

Syrië, Irak

De Hoge Vertegenwoordiger Mogherini presenteerde de op 6 februari jl. uitgebrachte Gemeenschappelijke Mededeling van EDEO en de Commissie met elementen voor een EU regionale strategie voor Syrië, Irak en de strijd tegen ISIS. Deze strategie koppelt de beleidsdoelstellingen op geïntegreerde wijze aan de inzet van middelen. Voor de implementatie van deze strategie wordt 1 miljard euro op de EU-begroting voor 2015 en 2016 vrijgemaakt. De EU-lidstaten hebben tijdens de discussie op de Raad Buitenlandse Zaken van 15 december jl. input geleverd op deze Mededeling. De strategie zal de komende tijd, samen met de lidstaten, nader worden uitgewerkt en tijdens een volgende Raad Buitenlandse Zaken aan de orde komen.

Met verwijzing naar de toezegging tijdens het Algemeen Overleg van de Raad Buitenlandse Zaken van 5 februari jl. over de rol van de VAE bij de anti-ISIS coalitie kan ik uw Kamer melden dat mijn collega van de VAE, Abdullah Bin Zayed Al-Nahyan, mij in een gesprek en marge van de München veiligheidsconferentie (6-8 januari jl.) heeft verzekerd dat zijn land een militaire bijdrage zal blijven leveren aan de strijd tegen ISIS, ook vanuit de lucht.

MOVP

HV Mogherini koppelde kort terug van de Kwartetbijeenkomst die op 8 februari jl. in München plaatsvond. Het Kwartet was op dit niveau al lange tijd niet bijeen geweest en het doel was nu een internationaal kader te scheppen om na de Israëlische verkiezingen vredesbesprekingen nieuw leven in te blazen. Nederland heeft aandacht gevraagd voor de urgentie van hervatting van de betaling van opbrengsten uit belastingen aan de Palestijnse Autoriteit en aangegeven dat het nu belangrijk is dat alles in het werk wordt gesteld om de kans op succesvolle besprekingen zo groot mogelijk te maken. De HV zegde toe dit punt op te zullen brengen tijdens haar voorziene gesprek met president Abbas op 11 februari.

Libië

De Raad stond stil bij de situatie in Libië en verwelkomde de vredesonderhandelingen die momenteel plaatsvinden onder leiding van de VN Speciaal Vertegenwoordiger Bernadino León. De EU sprak hoop uit over deze onderhandelingen en benadrukte het belang van een zo inclusief mogelijk proces, waarin alle Libiërs zich vertegenwoordigd voelen. De EU gaf aan bereid te zijn bij te dragen aan het vredesproces middels vertrouwenwekkende maatregelen en onderzocht de mogelijkheden de VN-missie UNSMIL daarbij te ondersteunen. Alleen een politieke oplossing kan leiden tot een duurzame weg voorwaarts en kan bijdragen aan vrede en veiligheid in Libië. Daarom is het op dit moment van groot belang dat alle partijen een onvoorwaardelijk staakt-het-vuren handhaven.

Nederland onderstreepte de urgentie van de situatie, de risico’s die de situatie in Libië voor de EU behelst en het belang voor de EU om haar gewicht achter het door León geleidde proces te zetten. Dit kan onder meer door het voorbereiden van concrete «carrots» als «sticks», zoals monitoring, capaciteitsopbouw of – indien nodig – gerichte sancties tegen personen die een constructief proces frustreren. Ook zou de samenwerking met regionale actoren versterkt moeten worden en zou de EUBAM missie een presentie moeten handhaven omwille van het behouden van flexibiliteit, zodat opschalen mogelijk is zodra de veiligheidssituatie dit toelaat en dit aansluit bij de VN-inspanningen.

De Ministers gaven aan zich grote zorgen te maken over het geweld en betreurden de slachtoffers daarvan. Ook onderstreepte de EU het belang van de onafhankelijkheid en het goed functioneren van de Nationale Olie Maatschappij, de Centrale Bank van Libië en andere belangrijke financiële instellingen. De EU herhaalde haar sterke veroordeling van terrorisme, waaronder de aanval op het Corinthia hotel in Tripoli op 27 januari jl., en benadrukte dat er geen plaats was voor terrorisme in een toekomstig vreedzaam en democratisch Libië. De Raad stond stil bij de potentiële dreiging die uitgaat van extremistische groeperingen voor Libië, de regio en ook de EU.

De Raad verwelkomde de publieke verklaringen van steun voor de vredesonderhandelingen door de Afrikaanse Unie en de Arabische Liga. Daarnaast werd benadrukt dat externe partijen zich van acties moeten onthouden die de huidige tegenstellingen in Libië vergroten en de democratische transitie ondermijnen. Externe partijen moeten zich ook strikt houden aan het wapenembargo en het VN-geleide vredesproces steunen. De EU veroordeelde ten zeerste de mensenrechtenschendingen in Libië en benadrukte de noodzaak om mensenrechtenschendingen aan de kaak te stellen. In dat kader werd ook steun uitgesproken voor de inspanningen van het Internationaal Strafhof.

Ook stond de EU stil bij het belang van het beschermen van de burgerbevolking en het verlenen van humanitaire hulp. De humanitaire situatie behoeft aanvullende internationale steun. De EU zal doorgaan met het steunen van belangrijke instellingen zoals de Hoge Nationale Verkiezingscommissie en de Constitutional Drafting Assembly. De EU zal ook doorgaan met steun in sectoren zoals verzoening, maatschappelijk middenveld, bevorderen van mensenrechten en op het gebied van migratie. Als de politieke en veiligheidssituatie in Libië het toelaat, zal de EU klaar staan om haar steun aan Libië te vergroten.

Naar boven