21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1447 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2014

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 15 december 2014.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 15 DECEMBER 2014

Syrië, Irak en de strijd tegen ISIS

Syrië

De Raad sprak zijn ernstige zorgen uit over de voortdurende verslechtering van de humanitaire en veiligheidssituatie in Syrië. De EU veroordeelde ten zeerste de wreedheden en mensenrechtenschendingen begaan door het Assad-regime en ook door ISIS, Jabhat al-Nusra en andere terroristische groeperingen.

De Raad sprak zijn sterke steun uit voor de inspanningen van de Speciaal Gezant van de VN voor Syrië, Staffan de Mistura, om een strategische de-escalatie van geweld te bereiken als een basis voor een breder duurzaam politiek proces. De Ministers spraken aan de vooravond van de Raad informeel met hem over zijn plannen. De EU gaf daarbij aan klaar te staan om zijn voorstellen te steunen, in het bijzonder het voorstel voor het lokaal staken van gewelddadigheden, de zogenaamde lokale «freezes» in Aleppo en elders, in overeenstemming met het internationaal humanitair recht. Nederland steunde de plannen van De Mistura en gaf daarbij aan dat het belangrijk is hierbij goede randvoorwaarden te formuleren zodat een «freeze» niet leidt tot een herbewapening van de strijdende partijen. Nederland onderstreepte voorts het belang van een link tussen een bottom-up benadering (m.a.w. de plannen voor een «freeze») en een top-down benadering van een politiek proces, waarbij het van belang is om ook druk te houden top-down.

De Ministers gaven aan de inspanningen te blijven aanmoedigen om een wederzijdse politieke oplossing te bereiken om de eenheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Syrië te bewaren, als ook het multi-etnische en multireligieuze karakter van Syrië. Een duurzame oplossing voor het conflict zou enkel bereikt kunnen door een door Syriërs geleid politiek proces dat leidt tot een transitie. De EU riep alle partijen in Syrië op zich duidelijk en in concrete termen aan dit proces te verbinden en de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en vrouwen daarin te garanderen. De EU is bereid met alle regionale en internationale actoren te engageren die invloed hebben op de partijen in Syrië, waaronder Iran, Turkije, RF en de Golfstaten, en riep hen ook op hun invloed constructief in te zetten.

Vermindering van geweld zal niet worden bereikt zonder effectieve monitoring, bij voorkeur verankerd in de VN-Veiligheidsraad. De EU gaf aan manieren te zoeken om praktische steun te verlenen aan de inspanningen van De Mistura, met name door bij te dragen aan herstel van lokaal bestuur, basisvoorzieningen en de terugkeer van de normale toestand in de gebieden met minder geweld, als omstandigheden dat toestaan.

De Raad herhaalde dat de gematigde oppositie, waaronder de Syrische Oppositie Coalitie, een essentieel onderdeel is van een toekomstig politiek akkoord en in de strijd tegen extremistische groeperingen in Syrië. De EU gaf aan manieren te zoeken om zijn politieke en praktische steun aan de gematigde oppositie te vergroten, inclusief in gebieden, zoals Aleppo, die in handen van de oppositie zijn.

De Ministers stonden stil bij de voortdurende, wijdverspreide en systematische schendingen van mensenrechten en internationaal humanitair recht in Syrië, in het bijzonder begaan door het Assad-regime en terroristische groeperingen, en veroordeelde deze. Daarbij uitte de Raad zijn zorgen over de gedwongen verdwijningen en riep hij op tot onmiddellijke vrijlating van de slachtoffers. De EU gaf aan geen moeite te sparen om alle plegers van zulke schendingen verantwoordelijk te houden voor hun misdaden, die mogelijk misdaden tegen de menselijkheid of oorlogsmisdaden zijn. De EU herhaalde haar oproep aan de VN-Veiligheidsraad om de situatie in Syrië naar het Internationaal Strafhof te verwijzen. De EU zal ook doorgaan met haar beleid inzake sancties gericht tegen het regime en zijn ondersteuners, zolang de repressie aanhoudt.

Ook maanden de Ministers het Assad-regime om VN-Veiligheidsraadresolutie 2118 en de Chemische Wapens Conventie volledig te implementeren en de nodige maatregelen te nemen om het chemische wapenprogramma volledig en onomkeerbaar te ontmantelen en verwijderen. De EU maakt zich ernstige zorgen over de discrepanties in de declaratie van het Assad-regime aan de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW). De EU veroordeelde ook het gebruik van het chloorgas als een chemisch wapen door het Assad- regime en zal de onderzoeken hiernaar door de Fact Finding missie van het OPCW blijven steunen. Daarbij gaf de EU aan dat het de primaire verantwoordelijkheid is van het Assad- regime om de kosten gerelateerd aan de verificatie en vernietiging van het chemische wapenprogramma te dragen.

De Raad spoorde alle partijen aan om internationaal humanitair recht na te leven ten aanzien van bescherming van burgers en de toegang tot humanitaire hulp. De EU veroordeelde daarbij de voortdurende belemmeringen van de levering van hulp, waarvoor het Assad-regime primair verantwoordelijk is. De EU steunde de verlenging van VN-Veiligheidsraadresolutie 2165 (2014) om effectieve grensoverschrijdende en linie-overschrijdende hulp te kunnen bieden en toegang tot kwetsbare personen te garanderen.

De EU en de lidstaten spelen een leidende rol in het leveren van humanitaire hulp in deze crisis. Tot nu toe hebben zij 3 miljard euro gemobiliseerd voor hulp en wederopbouw in Syrië en de buurlanden, waaronder in gastgemeenschappen (ten behoeve van de opvang van Syrische vluchtelingen). De EU zal doorgaan met haar inspanningen om humanitaire hulp te verlenen. Daarbij gaf zij aan zich zorgen te maken over het grote gebrek aan fondsen voor de VN «Appeals» 2014, waardoor er een tijdelijke opschorting was van hulp van het World Food Programme aan Syrische vluchtelingen. Nederland heeft in dit verband in raadskader bepleit dat landen die geld toezeggen, dit ook werkelijk moeten overmaken. De Raad riep de internationale gemeenschap op om de financiering en hulp te verhogen met het oog op de winter en als reactie op de aankomende «Appeals» van 2015. De Raad verwelkomde de oprichting van het EU regionale trustfonds in reactie op de Syrische crisis.

De Raad stond stil bij de aanzienlijke inspanningen van Libanon, Jordanië en Turkije om de vluchtelingen uit Syrië onderdak te bieden. Eurocommissaris Hahn gaf tijdens de Raad aan dat de enorme stroom aan Syrische vluchtelingen in de buurlanden tot spanning leidde, waardoor deze hun grenzen sluiten. Hij voorspelde dat dit de druk op Europa zal vergroten. Deze zorg werd door meerdere lidstaten gedeeld. De EU gaf aan geen moeite te sparen om door te gaan met het verlenen van hulp aan vluchtelingen en kwetsbare gastgemeenschappen. Ook gaf de EU aan zich bewust te zijn van de immense veiligheidsuitdagingen die de crisis in Syrië vormen voor in het bijzonder Libanon en Jordanië. De EU stelde zich te blijven verbinden aan het zoeken naar manieren om de steun aan deze landen te vergroten om deze uitdagingen het hoofd te kunnen blijven bieden.

Irak

HV Mogherini onderstreepte in haar inleiding het belang van de hervormingsplannen van de Iraakse premier al-Abadi voor de toekomst van Irak. Alle Ministers noemden de noodzaak van inclusiviteit, eigenaarschap en hervormingen in Irak. Nederland en enkele andere lidstaten noemden daarbij specifiek het belang van decentralisatie. Het merendeel van de lidstaten staat open voor het overwegen van een mogelijke GVDB-missie in Irak, bijvoorbeeld om de politie te trainen. Hierbij gaf Nederland aan dat in de overwegingen de geleerde lessen van eerdere en vergelijkbare missies in acht moeten worden genomen. HV Mogherini gaf aan dat indien de Iraakse overheid om een GVDB-missie verzoekt, zij EDEO de opdracht zal geven daartoe een voorstel te ontwikkelen.

Ten aanzien van de strijd tegen ISIS benadrukten de Ministers het belang van een gecoördineerde respons met betrekking tot de aanpak van de buitenlandse strijders en van een duidelijke verhaallijn («narrative») voor de strategie. Omdat ISIS inspeelt op ideologische overtuigingen werd het door meerdere landen van belang geacht in de beleidsopties ook communicatie mee te nemen. HV Mogherini stelde dat nationale parlementen en het Europees parlement hierbij een rol te spelen hebben. Nederland stelde dat de EU een positie zou moeten innemen met betrekking tot het recente rapport van de Amerikaanse Senaatscommissie over verhoorpraktijken van de CIA in de periode 2001–2009, waarbij de EU en lidstaten in hun strijd tegen terrorisme ervoor moeten zorgen de hoogste mensenrechtenstandaarden in acht te houden.

Regionale EU-strategie

HV Mogherini lichtte het proces toe ten aanzien van de vorming van een regionale, geïntegreerde EU-strategie over Syrië, Irak en de regio. De strategie zou een Gezamenlijke Mededeling van de EDEO en Europese Commissie worden, die naar verwachting in januari a.s. wordt aangenomen. De strategie is het resultaat van consultaties met verschillende partijen. De discussie van de Ministers van deze Raad Buitenlandse Zaken wordt mede gebruikt als input voor de strategie. Alle lidstaten onderstreepten het belang van een snelle afronding en implementatie van de strategie.

Bosnië-Herzegovina

In navolging van de discussie tijdens de RBZ van 17 november jl. sprak de Raad over het EU-beleid ten aanzien van Bosnië-Herzegovina. De Raad herhaalde de steun aan het Bosnische EU-toetredingsperspectief en verwelkomde de nieuwe nadruk op hervormingen en het adresseren van de directe zorgen van burgers, zoals tentoongespreid tijdens de wijdverbreide protesten aan het begin van dit jaar naar aanleiding van de fragiele sociaaleconomische situatie.

HV Mogherini en Commissaris Hahn koppelden terug van hun recente bezoek aan Sarajevo (5 december jl.) om het hervormingsproces in Bosnië-Herzegovina een nieuwe impuls te geven. Ministers verwelkomden het bezoek en kwamen een hernieuwde EU-inzet overeen, waarbij de bredere hervormingsagenda en maatschappelijke en sociaaleconomische ontwikkelingen voorop komen te staan. Ministers onderstreepten hierbij dat alle bestaande conditionaliteiten, inclusief de implementatie van het Sejdic-Finci arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, gedurende het toetredingsproces onverkort vervuld moeten worden. De Raad nodigde HV Mogherini en Commissaris Hahn uit om zorg te dragen voor een spoedige en onomkeerbare geschreven commitment van de Bosnische politieke leiders aan hervormingen in het kader van het EU-toetredingsproces. Uit deze geschreven toezegging dient de duidelijke bereidheid te spreken om in samenwerking met de EU een hervormingsagenda uit te werken, in lijn met het EU-acquis, om de voor het toetredingsproces benodigde hervormingen door te voeren.

Deze agenda moet in samenwerking met het maatschappelijk middenveld worden opgesteld en uitgevoerd. De agenda dient zich primair te richten op hervormingen die voortvloeien uit de Kopenhagen-criteria (sociaaleconomische hervormingen, hervorming van de rechtsstaat en goed bestuur) en moet eveneens afspraken bevatten over het functioneren van de staat, waaronder de oprichting van een EU-coördinatiemechanisme. De Bosnische leiders dienen evenzeer afspraken te maken om te komen tot functioneel en efficiënt bestuur op alle niveaus. De Raad nodigde de HV en de Commissaris uit regelmatig terug te rapporteren over de voortgang ten aanzien van deze geschreven toezegging en de wijze waarop deze zijn weerslag krijgt in het werk van de relevante instanties.

In het kader van de verschuiving van de EU-inzet kwamen Ministers ook overeen om de volgtijdelijkheid van de voorwaarden die zijn gesteld in het kader van het EU-toenaderingstraject beperkt te herschikken. Zodra een helder politiek commitment van Bosnische politieke leiders aan een brede hervormingsagenda door het Bosnische presidium overeen is gekomen, dit is getekend door alle politieke leiders en is bekrachtigd door het Bosnische parlement, zal de Raad besluiten over de inwerkingtreding van de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst. Voordat de EU vervolgens een eventuele Bosnische EU-lidmaatschapsaanvraag in overweging kan nemen, zal het land betekenisvolle voortgang op de hervormingsagenda moeten boeken. Bij het verzoek van de Raad aan de Commissie om haar advies over de lidmaatschapsaanvraag («avis») zal de Raad vragen om specifieke aandacht te besteden aan de implementatie van het Sejdic-Finci arrest. De Ministers onderstreepten het cruciale belang van een snelle kabinetsformatie en riepen de politieke leiders op hier zorg voor te dragen.

Libië

Tijdens de lunch sprak de Raad over de verslechterende situatie in Libië. De EU steunt de bemiddeling onder leiding van VN speciaal gezant Bernadino León die onder het zogenaamde «Ghadames-proces» een dialoog entameert met de verschillende belanghebbenden. Léon nam per videoconferentie aan de bespreking deel. De Raad zag geen andere oplossing voor het conflict dan een oplossing die is gebaseerd op dialoog, respect en vertrouwen.

De Ministers spraken eensgezind hun afkeur uit van het aanhoudende geweld dat zwaar drukt op de burgerbevolking, in het bijzonder de recente militaire acties. Zij riepen op tot terughoudendheid van alle partijen en spraken steun uit voor het staakt-het-vuren waartoe de VN oproept. De EU zal stappen, inclusief restrictieve maatregelen, overwegen indien de omstandigheden daartoe nopen, ter bescherming van Libië’s eenheid en ter voorkoming van verdere verspreiding van terrorisme. De VN veiligheidsraad werd gevraagd eveneens maatregelen te treffen tegen de personen die dialoog belemmeren.

Ebola

De Ministers spraken kort over Ebola en namen nota van de uitgebreide bespreking van de Ministers voor ontwikkelingssamenwerking tijdens de RBZ-ontwikkelingssamenwerking van 12 december jl. Vooral is, ter voorbereiding op de Europese Raad van 18 en 19 december a.s., ingegaan op ondersteuning van de EU op lange termijn aan de door Ebola getroffen landen. Het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking gaat Uw Kamer separaat toe.

Oekraïne

De Ministers spraken kort over de situatie in Oekraïne, mede ter voorbereiding van de Europese Raad van 18 en 19 december a.s. HV Mogherini informeerde de Ministers over haar meeste recente contacten omtrent Oekraïne en gaf aan op 16 en 17 december Kiev te bezoeken. Na afloop van de RBZ vond de eerste Associatieraad plaats tussen de EU en Oekraïne in het kader van het Associatieakkoord.

HV Mogherini gaf dat aan de conclusies van de RBZ van 17 november jl. zijn geïmplementeerd: de restrictieve maatregelen tegen separatisten en separatistische entiteiten in Oekraïne zijn in werking getreden. Ten aanzien van de Krim-sancties gaf HV Mogherini aan dat de door de RBZ van 17 november jl. afgesproken versterking van de Krim-sancties technisch-juridisch vrijwel zijn afgerond en in de komende dagen kunnen worden aangenomen. Het gaat hierbij om een verdieping van de bestaande handels- en investeringssancties, waaronder een uitbreiding naar de toerisme-industrie en beperking van de export van bepaalde goederen en technologieën.

Georgië

Het kabinet maakt van deze gelegenheid gebruik Uw Kamer te informeren dat het mandaat van de EU Monitoring Mission in Georgië per 15 december 2014 met één jaar is verlengd. Het mandaat en het takenpakket van de missie blijven gelijk. Ook de Nederlandse bijdrage is verlengd tot 15 december 2015.

Naar boven