21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1425 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 november 2014

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel (RBZ) van 14 en 15 oktober 2014 te Rome. In dit verslag ga ik ook in op het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de politieke ontwikkelingen rond het EU-VS vrijhandelsakkoord (TTIP) en daarbij in het bijzonder de positie van Duitsland ten aanzien van ISDS in TTIP en de mogelijke gevolgen die dit heeft voor de opstelling van de Europese Commissie. Daarnaast ga ik ook in op de toezegging die ik tijdens het Algemeen Overleg voor deze RBZ aan uw Kamer op 1 oktober jl. heb gedaan, om de positie van Duitsland over ISDS in CETA nader te duiden.

De Minister voor Buitenlandse Handelen Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Verslag Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) handel van 14/15 oktober 2014

De informele RBZ in Rome was grotendeels gewijd aan de vrijhandelsbesprekingen tussen de EU en de VS, het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP). Zowel tijdens het informele diner waarvoor ook de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger (USTR) Froman was uitgenodigd, als tijdens de ministeriële bespreking vormde TTIP de hoofdmoot van de gesprekken. Ministers en Commissaris De Gucht onderschreven allen het belang van transparantie in deze onderhandelingen en benadrukten de noodzaak van publiek draagvlak voor TTIP.

In het debat over de handelsrelatie tussen de EU, Oekraïne en Rusland zette de Commissaris de laatste stand van zaken uiteen. Commissie en lidstaten deelden hun zorgen over de ontstane situatie en stelden gezamenlijk vast dat van verregaande heronderhandeling van het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Oekraïne geen sprake kan zijn.

Ministers bespraken verder de impasse in de implementatie van het WTO-akkoord over handelsfacilitatie en de mogelijke volgende stappen in de wetgevende dossiers aangaande een reciprociteitsinstrument voor overheidsaanbestedingen en de modernisering van het handelsdefensief instrumentarium. Tijdens de lunch wisselden Ministers informeel van gedachten over de EU-handelsstrategie.

Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP)

Diner

Tijdens het diner op 14 oktober bleek opnieuw dat alle lidstaten, de Commissie en USTR inzetten op een veelomvattend en ambitieus akkoord. Daarvoor is inzet van alle betrokkenen onontbeerlijk. In een open gedachtewisseling kwam een groot aantal inhoudelijke aspecten van TTIP aan bod. Ministers spraken onder meer over aanbestedingen, regelgevende samenwerking, energie, het MKB, ISDS, intellectueel eigendom en mobiliteit. Daarnaast maakten de Europese Ministers van de gelegenheid gebruik om het belang van transparantie en toegang tot documenten onder de aandacht van USTR Froman te brengen. Ze wezen er op dat de Raad onlangs het onderhandelingsmandaat voor TTIP openbaar heeft gemaakt. Ook maakten Ministers aan Froman duidelijk dat een volmacht van het Amerikaanse Congres (de zogeheten Trade Promotion Authority) essentieel is om tot een ambitieus akkoord te kunnen komen.

In het gesprek kwam verder naar voren dat TTIP een essentiële bijdrage kan leveren aan groei en werkgelegenheid, wat zeker gezien de huidige economische situatie in de EU zeer welkom is. Hoewel Ministers allemaal hun eigen prioriteiten hebben in deze onderhandeling – die veelal terug te voeren zijn op de economische structuur van hun land – bleek opnieuw dat alle betrokkenen een akkoord willen dat kansen biedt aan kleine en middelgrote ondernemingen. Het MKB vormt zowel in de EU als de VS de ruggengraat van de economie, maar maakt tot op heden nog op relatief beperkte schaal gebruik van de mogelijkheden die internationale handel kan bieden. TTIP zal juist voor het MKB regels moeten vereenvoudigen en grensoverschrijdend ondernemen makkelijker en winstgevender moeten maken. Veel Ministers, ook ikzelf, hebben daarbij onderstreept dat TTIP niet kan en mag leiden tot het verlagen van de hoge Europese standaarden om mens, dier, plant en milieu te beschermen. Een inzet die overigens ook door de VS wordt gedeeld.

Informele Raad

Ministers bespraken op 15 oktober aan de hand van een inleiding van Commissaris De Gucht de stand van zaken in de onderhandelingen met de VS. Hoewel op een aantal terreinen voortgang is geboekt in de afgelopen maanden, delen betrokkenen de mening dat het onderhandelingsproces in de komende tijd geïntensiveerd zal moeten worden om de doelstelling van een ambitieus en veelomvattend akkoord te bereiken. De politieke ontwikkelingen aan beide kanten van de oceaan – respectievelijk de Europese verkiezingen van mei jl. en de mid-term elections in de VS – hebben voor terughoudendheid gezorgd in de opstelling van de onderhandelaars. Met een nieuw politiek mandaat zullen beide partijen het komende jaar moeten gebruiken om substantiële voortgang te boeken.

Nederland gaf aan dat onze inhoudelijke ambitie gepaard dient te gaan met versterking van het publieke draagvlak voor TTIP. In de EU, maar zeker ook in de VS, leven zorgen over de mogelijke uitkomsten van dit proces. Het is daarom van groot belang zo transparant mogelijk te zijn over wat er in de onderhandelingen gebeurt en binnen welke randvoorwaarden de Commissie onderhandelt. De publicatie van het onderhandelingsmandaat is in dit verband een belangrijke stap. In de komende tijd zullen publiek en politiek in de lidstaten uitgebreid geïnformeerd moeten worden over de volgende stappen in deze onderhandeling, waarin de inhoudelijke contouren van het TTIP akkoord steeds meer duidelijk zullen worden.

Ministers waren eensgezind dat hierbij voorop dient te staan dat TTIP niet kan leiden tot de verlaging van Europese normen en standaarden. Commissaris De Gucht deelt die opinie, maar gebruikte dit punt ook voor een waarschuwing. Hij stelde vast dat lidstaten het Europese voorzorgsbeginsel in toenemende mate lijken aan te wenden om wetenschappelijke analyses op politieke gronden te verwerpen. Deze praktijk holt de waarde van het beginsel uit en zou het op termijn onbruikbaar maken, zo vreest De Gucht.

Verder wisselden Ministers van gedachten over de opname van ISDS in het TTIP akkoord. Een grote groep lidstaten sprak steun uit voor de inzet van de Commissaris om tot een hoogwaardig en modern ISDS-mechanisme in TTIP te komen, waarin de zorgen over en mogelijke nadelen van een dergelijk systeem middels heldere bepalingen ondervangen worden. Een aantal lidstaten gaf aan bedenkingen te hebben bij het nut en de noodzaak van ISDS in TTIP. De Commissie zal voor het einde van 2014 haar analyse van de ISDS publieksconsultatie publiceren en wil mede op basis hiervan verder in gesprek met de lidstaten over de vormgeving van ISDS in TTIP.

Op verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zal ik hierbij specifiek ingaan op de positie van Duitsland ten aanzien van ISDS in TTIP en de mogelijke gevolgen die dit heeft voor de opstelling van de Europese Commissie. Ik heb hiervoor op 3 november jl. een bezoek gebracht aan Berlijn. Ik heb daar onder meer gesproken met mijn Duitse collega van Economische Zaken en Energie. Ook mijn Zweedse collega was daarbij aanwezig. Duitsland kijkt kritisch naar het opnemen van ISDS in TTIP. Het is voor Duitsland dan ook van belang dat de Europese Commissie de zorgen over ISDS in TTIP, en ook in CETA, serieus neemt. Duitsland is daarover in gesprek met de Europese Commissie. Ook de analyse van de Europese Commissie van de uitkomsten van de publiekconsultatie over ISDS die de Europese Commissie heeft gehouden, zullen in dat kader meer helderheid scheppen over de positie van de Commissie.

EU, Oekraïne en Rusland

Ministers spraken over de handelsrelatie tussen de EU, Oekraïne en Rusland, naar aanleiding van de uitkomsten van de trilaterale gesprekken van 12 september jl. Daarin kwam men overeen dat als onderdeel van een pakket aan afspraken de voorlopige toepassing van het handelsdeel van het EU-Oekraïne Associatieakkoord uitgesteld wordt. In plaats daarvan zal de EU via tijdelijke unilaterale preferenties de in het akkoord overeengekomen gunstige markttoegang voor Oekraïne aanbieden. De trilaterale contacten zullen worden voortgezet en de inzet van de Commissie is om hiermee stappen te zetten op weg naar een normalisatie van de relaties.

Lidstaten steunen deze inzet en onderschreven tegelijkertijd unaniem het belang van het volledig inwerking treden van het Associatieakkoord op zo kort mogelijke termijn. Daarbij wezen ze ook op de voortdurende schending van WTO-afspraken door Rusland en vroegen de Commissie om alle mogelijkheden om deze schending tegen te gaan te onderzoeken.

In de RBZ handel heeft Nederland het voorstel voor het toekennen van unilaterale handelspreferenties aan Oekraïne ruimhartig ondersteund. In de Landbouwraad heeft Nederland aangegeven wel moeite te hebben met de heffingsvrije toelating van eieren uit Oekraïne die niet voldoen aan de dierenwelzijnsnormen van de EU. In het beheerscomité heeft Nederland daarom als enige lidstaat tegen de toelating van eieren uit Oekraïne gestemd. In het vrijhandelsakkoord met Oekraïne is vastgelegd dat Oekraïne zich zal inspannen om zijn wetgeving op één lijn te brengen met die van de EU, onder andere ook op het terrein van dierenwelzijn. Dit is des te meer van belang omdat WTO-afspraken zich verzetten tegen het opleggen van restricties aan producten uit derde landen op basis van Europese interne dierenwelzijnsregels.

WTO stand van zaken

De Commissaris bracht Ministers op de hoogte van de laatste stand van zaken rond de huidige impasse in de WTO. India lijkt op korte termijn niet bereid om de in Bali gemaakte afspraken te bevestigen en blokkeert daarmee implementatie van het akkoord over handelsfacilitatie. In Geneve wordt onder leiding van DG WTO Azevedo gezocht naar een uitweg uit de ontstane patstelling, maar de Commissie verwacht dat dit proces enige tijd nodig zal hebben voordat het tot een resultaat kan leiden. De Gucht uitte hierover zijn teleurstelling en onderstreepte het belang van het Bali akkoord voor de WTO in het algemeen en voor ontwikkelingslanden in het bijzonder.

Wetgevende dossiers: handelsdefensief instrumentarium en International Procurement Instrument

Het Italiaanse voorzitterschap gaf aan veel belang te hechten aan beide dossiers waarover de Raad vanwege onenigheid tussen de lidstaten tot op heden niet tot een positie is gekomen. Het voorzitterschap stelde vast dat beide onderwerpen voornamelijk op basis van principeargumenten bediscussieerd worden, wat het onmogelijk maakt om over concrete oplossingen na te denken. Om deze impasse te doorbreken zal het voorzitterschap tijdens de RBZ handel van 21 november aanstaande op een besluit over beide dossiers aansturen.

Lunchbespreking EU handelsstrategie

Tijdens de lunch bespraken Ministers in een besloten setting een papier van het Italiaanse voorzitterschap over de vernieuwing van de handelsstrategie van de EU. De huidige strategie dateert uit 2010 en het aantreden van de Commissie Juncker vormt een goed moment om deze strategie tegen het licht te houden. Inzet van het voorzitterschap is om tijdens de RBZ Handel van 21 november aanstaande raadsconclusies over dit onderwerp aan te nemen.

Naar boven