21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1424 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 november 2014

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 17 november 2014.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 17 NOVEMBER 2014

De aankomende Raad zal de eerste zijn onder voorzitterschap van de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger Mogherini. Naar verwachting zal HV Mogherini haar ideeën ontvouwen over de wijze waarop zij vorm wil geven aan haar rol als voorzitter van de RBZ. HV Mogherini heeft ervoor gekozen Oekraïne als hoofdthema voor deze Raad te nemen.

Oekraïne

De Raad zal spreken over de situatie in Oekraïne, mede in het licht van de implementatie van de afspraken zoals die door de bij het conflict in Oost-Oekraïne betrokken partijen op 5 en 12 september jl. in Minsk zijn gemaakt. De uitvoering van de Minsk-afspraken blijft helaas gebrekkig. Hoewel er geen sprake is van grootschalige gevechten, blijven schendingen van het staakt-het-vuren plaatsvinden. Dit bemoeilijkt ook de toegang tot de rampplek van vlucht MH17. Het bleek deze week evenwel mogelijk om stoffelijke resten en persoonlijke bezittingen te verzamelen. Daarnaast is er nog altijd sprake van aanwezigheid van Russische troepen en materieel op Oekraïens grondgebied. Er zijn nog geen effectieve grenscontroles hervat tussen Rusland en het door separatisten gecontroleerde grondgebied van Oekraïne. Evenmin hebben de separatisten stappen gezet om te komen tot een geloofwaardige nationale dialoog, noch zijn zij constructief ingegaan op het Oekraïense aanbod voor vergaande tijdelijke autonomie. De Special Monitoring Mission (SMM) van de OVSE wordt momenteel uitgebreid (naar 500 waarnemers waarvan 350 in Oost-Oekraïne) om te kunnen voldoen aan de taken in het kader van de Minsk-afspraken, dat wil zeggen monitoring van het staakt-het-vuren en de Oekraïens-Russische grens. Nederland heeft een extra financiële en personele bijdrage aangeboden aan de uitbreiding van de SMM.

Op 26 oktober jl. vonden parlementsverkiezingen plaats in Oekraïne, waarbij pro-Europese partijen een meerderheid hebben behaald. De partijen van president Porosjenko en premier Jatsenjoek zijn als winnaars van de verkiezingen uit de bus gekomen en lijken hun samenwerking en pro-Europese koers voort te kunnen zetten. Radicale partijen scoorden verhoudingsgewijs laag. De verkiezingen zijn vreedzaam en zonder ernstige ongeregeldheden verlopen. De OVSE ontplooide een grootscheepse verkiezingswaarnemingsmissie om het verloop van de verkiezingen te monitoren. Aan deze missie namen 25 door Nederland gefinancierde waarnemers deel. De OVSE toonde zich in haar voorlopige conclusies positief over het verloop van de verkiezingen en concludeerde dat deze grotendeels in lijn met internationale standaarden zijn verlopen. Het is betreurenswaardig dat in 15 districten in Oost-Oekraïne en 12 districten op de Krim geen verkiezingen konden plaatsvinden, waardoor 27 zetels (van totaal 450) in het parlement onbezet blijven. Desondanks zijn de verkiezingen volgens de Oekraïense Grondwet rechtsgeldig (daartoe moeten minimaal 300 parlementsleden verkozen worden). Internationaal is positief gereageerd op de verkiezingen en werd het goede verloop ervan verwelkomd. Rusland verklaarde dat het de uitkomst van de verkiezingen zal accepteren. Het kabinet is tevreden met het verloop van de verkiezingen en complimenteert Oekraïne met deze belangrijke stap. Het kabinet spoort Oekraïne aan om met dit brede, democratische mandaat de hervormingsagenda verder ter hand te nemen, waaronder de uitvoering van het associatieakkoord met de EU. Het is van belang dat Oekraïne de transitie naar een functionerende rechtsstaat en een vrije markteconomie voortzet, waarbij de aanpak van corruptie en het verbeteren van het investeringsklimaat hoog op de agenda moeten blijven staan.

Tegelijkertijd is het kabinet van mening dat het gebrek aan medewerking van de separatisten aan deze verkiezingen een stap terug is in het politieke proces naar een vreedzame oplossing van het conflict en niet in lijn is met de afspraken zoals deze in Minsk zijn gemaakt. De op 2 november jl. georganiseerde «verkiezingen» door de separatisten in Oost-Oekraïne acht het kabinet illegaal en niet constructief. Het kabinet zal deze «verkiezingen» dan ook niet erkennen. Met het organiseren van deze «verkiezingen» schenden de separatisten wederom letter en geest van de Minsk-akkoorden en bemoeilijken zo verdere stappen richting een vreedzame, politieke oplossing. Het is zorgwekkend dat Rusland deze «verkiezingen» wel erkent en daarmee eveneens de afspraken uit Minsk schendt.

Ook laten de recente uitlatingen van separatisten over hernieuwde aanvallen op een aantal strategische locaties zien dat de separatisten met steun van Rusland de situatie in Oost-Oekraïne blijven destabiliseren. Deze ontwikkelingen hebben ook hun weerslag op de humanitaire situatie in Oost-Oekraïne. Het aantal ontheemden loopt op en ligt inmiddels op ruim 400.000. Het kabinet vreest dat met de oplopende spanningen in het oosten van het land dit aantal zal toenemen. Nederland zal de ontwikkelingen nauwlettend volgen en tegelijkertijd alle partijen blijven oproepen om de Minsk-akkoorden na te leven. Ten aanzien van sancties heeft de Voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy – bij de aankondiging van het meest recente sanctiepakket op 12 september jl. – benadrukt dat het pakket schaalbaar en omkeerbaar is, afhankelijk van de situatie ter plaatse. Op dit moment geven de hierboven geschetste politieke ontwikkelingen voor het kabinet geen aanleiding om het huidige sanctieregime af te zwakken.

Ebola

De Raad zal in navolging op de RBZ van 20 oktober en de ER van 23-24 oktober jl. opnieuw spreken over de situatie in de door ebola getroffen landen. De situatie verbetert niet en de langere termijn consequenties van de crisis worden steeds zichtbaarder. Zo heeft de omvang van de uitbraak grote gevolgen voor de politieke, economische en sociale situatie in de gehele regio en de drie getroffen landen (Sierra Leone, Liberia, Guinée) in het bijzonder. De Raad zal zich in navolging van de bespreking in oktober jl. mede richten op de externe dimensie van de crisis en mogelijkheden bespreken voor aanpak van de problemen op het gebied van de economie, onderwijsproblematiek, toenemende voedselonzekerheid en het gebrek aan werkgelegenheid. Mogelijkheden voor Europese steun liggen naast humanitaire hulp voornamelijk op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Nederland draagt ook bilateraal bij aan steun aan langere termijn oplossingen via algemene bijdragen aan o.a. de Wereldbank en een specifieke bijdrage aan een programma van de International Finance Corporation in de drie getroffen landen. Deze landen zijn geen partnerlanden van Nederland.

De gezondheidssituatie in de regio staat onder druk. Omdat de gezondheidssystemen nu volledig gericht zijn op de bestrijding van ebola is er onvoldoende capaciteit om andere ziektes te behandelen. Hierdoor kunnen andere – relatief gemakkelijk behandelbare – ziektes zich gemakkelijker verspreiden, wat nieuwe gezondheidscrises tot gevolg kan hebben. Daarnaast staat ook de reguliere zorg onder druk, zowel door angst onder artsen om besmetting met ebola op te lopen als door angst onder de bevolking om zich te melden. De Raad zal bespreken hoe verder bij kan worden gedragen aan het versterken van de gezondheidssystemen om ook andere ziektes het hoofd te kunnen bieden en reguliere zorg te kunnen blijven verlenen.

Onlangs is de eerste ebola besmetting in Mali gemeld. De Raad zal mede in dit verband ook bespreken hoe verdere verspreiding van de epidemie naar de buurlanden zoals Mali en mogelijk Ivoorkust en Guinee-Bissau kan worden voorkomen. Nederland draagt ook bilateraal bij aan programma’s gericht op preventie van verspreiding van ebola naar de bredere regio.

Midden-Oosten Vredesproces

De Raad zal spreken over de laatste ontwikkelingen in het Midden-Oosten Vredesproces (MOVP) en de situatie in Israël en de Palestijnse Gebieden. De afgelopen tijd is de situatie in Jeruzalem geëscaleerd als gevolg van een reeks incidenten, waaronder een aanslag op passagiers van de light rail en berichtgeving over Israëlische plannen voor verdere uitbreiding van nederzettingen in Oost-Jeruzalem. Israël sloot kortstondig de toegang tot de Tempelberg af. Het kabinet is bezorgd over deze opgelopen spanningen en roept beide partijen op om de rust te bewaren, zich te onthouden van contraproductieve stappen en te de-escaleren.

Naar verwachting zal HV Mogherini tijdens de Raad een terugkoppeling geven van haar geplande bezoek op 7 november aan Israël en de Palestijnse Gebieden en haar visie op de situatie geven. In dit kader zal de Raad van gedachten wisselen over de rol die de EU kan spelen om ervoor te zorgen dat beide partijen terug naar de onderhandelingstafel gaan. Het kabinet is van mening dat de VS een belangrijke partner blijft voor het MOVP, waarin de twee-staten oplossing centraal moet blijven staan. Wat betreft Gaza zullen de onderhandelingen voor een duurzaam bestand medio november worden hervat. Voor een duurzame oplossing is het openen van de grenzen van Gaza essentieel, waarbij ook rekening gehouden moet worden met de Israëlische veiligheidszorgen.

Bosnië-Herzegovina

De Raad zal spreken over de uitkomst van de verkiezingen van 12 oktober jl. en de weg voorwaarts voor Bosnië-Herzegovina. De protesten in februari jl. en de ondermaatse reactie van overheden op alle niveaus na de overstromingen in mei en augustus jl. leken aanleiding voor een grote opkomst en voor een kritische opstelling van de kiezers. Dit bleek echter minder het geval dan gedacht, waardoor het politieke landschap in Bosnië-Herzegovina niet ingrijpend is veranderd. Dit geeft aanleiding tot zorg: Bosnië is de afgelopen jaren achterop geraakt ten opzichte van de buurlanden, zoals ook wordt geschetst in de kabinetsappreciatie van het uitbreidingspakket van de Europese Commissie («Kabinetsappreciatie uitbreidingspakket 2014» d.d. 31 oktober 2014, Kamerstuk 23 987, nr. 146).

De Bosnische autoriteiten moeten onverwijld en collectief werken aan de vele uitdagingen waarvoor het land zich ziet gesteld, met name op sociaaleconomisch gebied, bij de bestrijding van corruptie en de versterking van de rechtsstaat. De politici moeten de belangen van álle Bosniërs stellen boven deelbelangen van etnische en politieke stromingen binnen het land. Daarom moet werk worden gemaakt van het vormen van een nieuwe regering. Nederland acht het van belang om in EU-verband nader overleg te voeren over het beleid ten aanzien van Bosnië-Herzegovina. De Raad Algemene Zaken zal in december spreken over het totale uitbreidingspakket van de Commissie, inclusief de situatie in Bosnië.

Naar boven