Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2014
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 11 februari 2014.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
F.C.G.M. Timmermans
VERSLAG VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 11 FEBRUARI 2014
Grieks Voorzittersprogramma
Tijdens de Raad presenteerde EU-voorzitter Griekenland het voorzitterschapsprogramma
met daarin de prioriteiten voor het eerste half jaar van 2014. Griekenland opende
met de stelling dat het Griekse voorzitterschap in een cruciale transitiefase voor
de EU plaatsvindt: voorbij het diepste punt van de crisis, op weg naar voorzichtig
herstel. De prioriteiten van het voorzitterschap zijn daarop toegesneden. Griekenland
liep de vier centrale thema’s een voor een langs: 1) Groei, banen en cohesie; 2) Verdieping
EU/EMU, 3) Migratie, alsmede de afstemming van het post-Stockholm programma en 4)
Maritiem beleid. Met betrekking tot het laatste punt wil Griekenland, in nauwe samenwerking
met de eerstvolgende EU-voorzitter Italië, tot een nieuwe horizontale strategie komen.
Als verwacht vond geen diepgaande inhoudelijke discussie plaats. Lidstaten spraken
alom steun uit voor de gepresenteerde prioriteiten. Enkele lidstaten drongen aan op
voldoende aandacht voor de uitbreidingsagenda. Andere aandachtspunten die werden genoemd
waren: SRM, gedetacheerdenrichtlijn, ETS luchtvaart en jeugdwerkloosheid. Ook de Commissie
onderschreef de prioriteiten en onderstreepte het belang van een goede coördinatie,
vooral ook gezien de beperkte tijd die in het licht van de aankomende EP-verkiezingen
en het aantreden van een nieuwe Commissie nog rest voor wetgevingstrajecten.
Griekenland, dat nu voor de vijfde keer voorzitter is, stelde een goed onderscheid
te zullen maken tussen nationale belangen en die van de EU. Tot slot wees het erop
dat de Raad Algemene Zaken het Europese politieke debat mede moet vormgeven in het
kader van de voorbereiding van de Europese Raad. Er is behoefte aan een nieuwe Europese
«narrative» om de verwachtingen van de nieuwe generatie te vervullen. Dat kan niet
alleen maar zijn: «EU equals austerity».
Voorbereiding Europese Raad van 20-21 maart 2014
De Raad besprak kort de ontwerp geannoteerde agenda voor de Europese Raad (ER) van
20-21 maart a.s. Het voorzitterschap gaf aan dat de nadruk op deze ER zal liggen op
groei en economie (Europees Semester, industriële concurrentiekracht). Daarnaast zal
deze ER gelegenheid bieden voor een eerste politiek debat over klimaat en energie.
Op buitenlandspolitiek terrein zal de ER stilstaan bij Afrika, mede ter voorbereiding
op de EU-Afriktatop op 2 en 3 april a.s. in Brussel.
Ontwerpbesluit toelating teelt van genetisch gemodificeerd mais
De Raad sprak ook over het ontwerpbesluit van de Europese Commissie over de Europese
toelating voor de teelt van genetisch gemodificeerde maïs 1507. Tijdens de discussie
over dit onderwerp bleek dat, conform de verwachting, er bij stemming geen gekwalificeerde
meerderheid voor of tegen toelating behaald zou worden. In totaal 19 landen, waaronder
Nederland (conform de aangenomen Motie Ouwehand, Kamerstuk 33750-XIII-113), gaven
aan tegen het voorstel te zullen stemmen. Formele stemming heeft uiteindelijk niet
plaatsgevonden. De Commissie heeft inmiddels aangegeven, krachtens de voor deze situatie
geldende comitologieregels, het besluit tot toelating te zullen vaststellen.
AOB: Zwitsers referendum personenverkeer
De Raad stond stil bij de uitslag van het Zwitserse referendum over migratiebeperking
dat op 9 februari jl. werd gehouden. De Raad besprak – bij wijze van verkenning –
de mogelijke implicaties hiervan op de afspraken tussen Zwitserland en de EU over
het vrij verkeer van personen en op de bilaterale relatie in den brede. De juridische
dienst van de Raad gaf aan dat het instellen van immigratiequota door Zwitserland
in strijd is met de overeenkomst tussen de EU en Zwitserland inzake vrij verkeer van
personen. Gedeelde opvatting was dat het te vroeg was voor definitieve conclusies.
Deze zouden volledig afhangen van de wijze waarop de Zwitserse regering uitvoering
zou geven aan de uitslag van het referendum. Het kabinet respecteert de democratische
uitkomst van het referendum. Tevens stelt het vast dat de bilaterale verdragen tussen
de EU en Zwitserland een samenhangend stelsel vormen, waarvan het vrij verkeer van
personen onlosmakelijk onderdeel uitmaakt. Een element eruit lichten zal consequenties
hebben voor het geheel van de betrekkingen tussen beide.