21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1327 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 februari 2014

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken over handel op 27 en 28 februari 2014 te Athene waaraan EU-ministers verantwoordelijk voor handelspolitiek zullen deelnemen. Daarnaast ga ik in op de uitvoering van de motie van de heer Vos (Kamerstuk 33 750 XVII, nr. 28) over de borging van privacy in het handelsakkoord tussen de EU en de VS en de toezeggingen daaromtrent tijdens de begrotingsbehandeling BH&OS op 28 en 29 november 2013. Verder informeer ik u over een bijeenkomst voor gelijkgezinde collega’s over Economic Partnership Agreements (EPA’s), die ik organiseer voorafgaand aan de Raad.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken 27 en 28 februari 2014

De agenda van de informele Raad voor Buitenlandse Zaken over handel (RBZ) onder Grieks voorzitterschap op 27 en 28 februari a.s. te Athene staat in het teken van de onderhandelingen over het EU-VS vrijhandelsakkoord, Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) en de agenda van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) na de ministeriële conferentie te Bali afgelopen december. Daarnaast staat de stand van zaken van twee trilogen (financiële aansprakelijkheid en handhavingsmechanisme handelsafspraken) op de agenda. Tevens zullen de onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord tussen de EU en Mercosur worden besproken, de mogelijke investeringsbeschermings-overeenkomst tussen EU en Myanmar, en de bescherming van geografische aanduidingen.

De onderwerpen worden hieronder behandeld in de volgorde van de agenda van de Raad.

WTO post-Bali agenda

EU-ministers zullen het vervolg bespreken op de succesvolle WTO-conferentie op Bali afgelopen december. Uw Kamer ontving hier op 18 december een verslag van (KST 25 074, nr. 186). Het belangrijke akkoord over handelsfacilitatie moet worden geïmplementeerd, te beginnen met notificatie medio dit jaar door opkomende economieën van de verplichtingen die zij op zich wensen te nemen. Donoren zullen in een later stadium ruimhartig moeten reageren op de verzoeken om ondersteuning van lage en middeninkomenslanden. Voor het eind van dit jaar moet een werkprogramma worden opgesteld voor de nog onopgeloste punten van de Doha-agenda. De EU dient zich hierbij constructief op te stellen en de discussie open aan te gaan, zonder op voorhand een blauwdruk of wensenlijst op te dringen.

Daarnaast zullen ministers aandacht besteden aan het plurilaterale initiatief voor verdere vrijmaking van de handel in milieugoederen en -diensten dat in januari werd gepresenteerd door onder andere de EU, de VS en China. Nederland zet in op een ambitieus akkoord dat voortbouwt op de uitkomst van de ministeriële conferentie (2012) van de leden van de Asia-Pacific Economic Cooperation (APEC) en dat recht doet aan de belangen van het Nederlands bedrijfsleven.

EU-VS vrijhandelsakkoord (TTIP)

Tijdens het werkontbijt zijn vertegenwoordigers van het Europese en Amerikaanse bedrijfsleven uitgenodigd om aan te schuiven. Zij zullen hun kijk geven op de kansen en de inhoud van TTIP. Dit is een goede aanvulling op de gesprekken die de Europese Commissie en Nederland al voeren met de verschillende belanghebbenden.

Na deze bijeenkomst zal de Raad verder spreken over het verloop van de onderhandelingen. Op 17 en 18 februari a.s. is een moment van political stocktaking voorzien. Commissaris De Gucht en de Amerikaanse Trade Representative Froman zullen de stand van zaken van de onderhandelingen opmaken en waar nodig sturing geven aan de onderhandelaars. De bijeenkomst zal zich waarschijnlijk toespitsen op drie onderdelen: markttoegang, regelgeving en transparantie/communicatie. De informele Raad is een goed moment om te spreken over het verdere verloop van de onderhandelingen.

De volgende onderhandelingsronde vindt plaats in Brussel van 10 tot 14 maart. Hierbij zal onder meer de eerste uitwisseling van tariefaanbiedingen worden besproken. Het is belangrijk dat de onderhandelingen op gepaste snelheid vorderen. Het streven is nog steeds om zo binnen twee tot tweeënhalf jaar tot een akkoord te komen.

Tijdens de begrotingsbehandeling d.d. 27 en 28 november 2013 heeft uw Kamer mij verzocht in een motie van de heer Vos (KST 33 750-XVII nr. 28) om in de onderhandelingen zeker te stellen dat de privacy van individuen en de vertrouwelijkheid van persoonlijke informatie als gevolg van TTIP niet worden aangetast en dat overheden het recht behouden om maatregelen te nemen om de privacy en persoonsgegevens van hun burgers te beschermen.

Het kabinet zet zich in EU verband in voor verbetering van privacybescherming. Dit gebeurt op dit moment in de onderhandelingen over de algemene verordening gegevensbescherming. De afspraken in de uiteindelijke verordening zullen van toepassing zijn op lidstaten en in de EU actieve bedrijven in hun relatie met de VS.

Daarnaast is in elk ander vrijhandelsakkoord – zoals in het WTO-akkoord over Handel in Diensten (GATS) en in de bilaterale vrijhandelsakkoorden tussen de EU en resp. Zuid-Korea en Singapore – een uitzonderingsbepaling opgenomen, die stelt dat overheden het recht behouden om maatregelen te nemen om privacy van hun burgers te waarborgen. Nederland zal zich ervoor inzetten dat deze ook wordt opgenomen in TTIP. Nederland heeft reeds het belang van het opnemen van deze uitzonderingsbepaling in TTIP onder de aandacht gebracht bij de andere lidstaten en de Europese Commissie. Ik zal hier tijdens de RBZ nogmaals aandacht voor vragen.

Triloog verordening financiële aansprakelijkheid

Tijdens de RBZ zal gesproken worden over de stand van zaken van de onderhandelingen tussen Raad, Europees Parlement en Europese Commissie (triloog) over de verordening voor de financiële aansprakelijkheid bij investeringsgeschillen. De posities tussen Raad enerzijds en Europees Parlement en Europese Commissie anderzijds zijn nog niet nader tot elkaar gekomen. De Raad zal de opties bespreken die mogelijk tot een compromis kunnen leiden.

De verordening regelt wie (de Unie of de lidstaat) als verweerder mag optreden in een arbitrageprocedure van een investeerder uit een derde land tegen de Unie of een lidstaat. Ook bepaalt de verordening wie een eventuele schadevergoeding dient te betalen.

Uitgangspunt van het voorstel van de Europese Commissie is dat degene die de betwiste maatregel genomen heeft, zich moet verdedigen en ook een eventuele schadevergoeding moet betalen. Hiermee is iedereen het eens. De Europese Commissie vindt echter dat, in zeer uitzonderlijke gevallen en als het in het belang van de Unie is, de Europese Commissie de verdediging van een lidstaat moet kunnen overnemen, terwijl de lidstaat financieel aansprakelijk blijft. Bovendien wil de Europese Commissie – zelfs tegen de wil van een lidstaat – deze kunnen vragen om een bepaald standpunt in te nemen, of tegen een arbitrage-uitspraak een vernietigings- of beroepsprocedure aanhangig te maken. Tot slot, kan volgens het voorstel de Europese Commissie ook tegen de wil van een lidstaat een zaak schikken. Alle lidstaten vinden dit voorstel te beperkend voor de verdedigingsmogelijkheden van de lidstaten.

Tijdens het voorzitterschap van Litouwen heeft de Raad een compromisvoorstel aan het Europees Parlement voorgelegd. Dit compromis werd afgewezen. In de komende maanden zullen de onderhandelingen tussen de Raad en het Europese Parlement voortgezet worden. Hoewel het lastig zal zijn, is de inzet om nog voor het verkiezingsreces van het Europees Parlement een compromis te bereiken.

Triloog verordening handhavingsmechanisme van handelsafspraken

De EU kan zich genoodzaakt zien om unilaterale maatregelen te treffen om haar rechten en belangen in internationale handelsovereenkomsten te handhaven en te verdedigen. Op dit moment heeft de EU geen algemeen kader of een horizontale regeling om snel over te kunnen gaan tot deze unilaterale maatregelen en is er sprake van een ad hoc benadering die veel tijd vergt.

De Europese Commissie heeft de Raad en het Europees Parlement daarom voorgesteld om een algemeen kader of horizontale regeling te creëren en haar de bevoegdheid te geven1 tot het treffen van unilaterale maatregelen. De Raad en het Parlement hebben in eerste lezing hun positie bepaald t.a.v. het verordenings-voorstel. Op een aantal punten verschilde de inzet van de Raad van die van het Parlement (o.a. over de reikwijdte van de verordening). Er heeft een aantal trilogen plaatsgevonden. Vorige week zijn de laatste plooien gladgestreken en is overeenstemming bereikt over een compromistekst, waarbij overeenstemming is bereikt onder meer over de reikwijdte van het voorstel: diensten maken bijvoorbeeld voorlopig nog geen onderdeel uit van dit voorstel. De verwachting is dat de Raad, het Parlement en de Commissie zullen instemmen met het bereikte compromis. Nederland kan zich vinden in het compromis.

EU-Mercosur vrijhandelsakkoord

Nederland is tevreden met het feit dat zowel de EU als Mercosur druk bezig zijn met voorbereidende werkzaamheden om tot een uitwisseling van markttoegangsaanbiedingen te komen. Hierdoor kunnen de - jaren geleden gestarte - onderhandelingen over het vrijhandelsakkoord hervat worden.

Nederland is van mening dat de inzet van de EU gericht moet zijn op een snelle afronding van een ambitieus akkoord en voorkomen moet worden dat de onderhandelingen weer vastlopen door een verschil in ambities. In geval dat Mercosur onderling geen totaal markttoegangsaanbod kan overeenkomen, dus inclusief Argentinië, is Nederland voorstander om met de landen die wel een gezamenlijk markttoegangsaanbod kunnen overeenkomen - zoals Brazilië, Uruguay en Paraguay - alvast verder te onderhandelen en afspraken te maken. Argentinië zou dan op een ander tijdstip kunnen toetreden tot dit EU-Mercosur vrijhandelsverdrag.

Investeringsbeschermingsovereenkomst EU-Myanmar

De Raad zal over de mogelijke start van onderhandelingen over een investeringsovereenkomst tussen de EU en Myanmar spreken. Tijdens een vorige Raad in oktober 2013 heeft de Europese Commissie een onderhandelingsmandaat verkregen om met een aantal ASEAN-landen bilateraal over investeringen te kunnen gaan onderhandelen.

Geografische aanduidingen

Tijdens de lunch zal - op voorstel van de Griekse voorzitter en gastheer - vervolgens worden gesproken over de effectieve bescherming van geografische aanduidingen (Geographical Indications; GIs).

Sinds 1992 is er Europese regelgeving voor de bescherming van specifieke benamingen van landbouwproducten en levensmiddelen waarbij er een verband bestaat tussen de kenmerken van het product of het levensmiddel en de geografische oorsprong ervan, de geografische aanduidingen.

Geografische aanduidingen zijn een belangrijk instrument binnen het landbouwkwaliteitsbeleid van de Europese Commissie. Dat beleid draagt bij aan de verhoging van het concurrentievermogen en de diversiteit van landbouwactiviteiten in plattelandsgebieden. Voorts sluit het aan op het beleid inzake bescherming en voorlichting aan de consument.

Vooral zuidelijke EU-lidstaten zoals Frankrijk, Italië, Spanje en Griekenland maken veel gebruik van de mogelijkheid om benamingen te beschermen onder de EU-regelgeving (EU-Verordening 1151/2012). Die mogelijkheid staat overigens ook open voor derde landen.

Nederland heeft altijd een meer ambivalente houding gehad tegenover geografische aanduidingen vanwege de mogelijke protectionistische effecten op het vrije handelsverkeer en de relatief kleine belangen voor de eigen economie. Nederland is er daarom geen voorstander van om in WTO-kader nieuwe voorstellen voor de verdere bescherming van geografische aanduidingen in te dienen. Nederland zet zich in EU onderhandelingen over vrijhandelsakkoorden wel in voor de bescherming van de Nederlandse GIs Gouda Holland, Edam Holland en jenever.

Bijeenkomst EPA’s

Ik heb deze raad ook aangegrepen om met mijn collega ministers in de EU van gedachten te wisselen over hoe we de EPA onderhandelingen verder op weg kunnen helpen, conform mijn eerdere toezegging aan de Kamer om ook in EU verband een bijdrage te leveren. Daartoe organiseer ik voorafgaand aan de RBZ op 27 februari een bijeenkomst met collega's van gelijkgezinde landen in Athene.


X Noot
1

Overeenkomstig artikel 291 VWEU (uitvoeringshandelingen)

Naar boven