21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1278 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juli 2013

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken

van 22 juli 2013.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN D.D. 22 JULI 2013

Zuiderburen

Syrië

In de bespreking over Syrië beschreef Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton dat zij met onder anderen VN-vertegenwoordiger Brahimi in gesprek blijft teneinde overleg over een politieke oplossing voor de Syrische crisis op gang te brengen. Via uiteenlopende activiteiten, zoals humanitaire hulp, steun aan de oppositie en sancties, tracht de EU de effecten van de crisis te bestrijden en bij te dragen aan het creëren van gunstige omstandigheden voor politiek overleg. Met verwijzing naar de bespreking tijdens de Raad van 27 mei jl. onderstreepte zij dat levering van wapens aan de oppositie niet maatgevend zou bijdragen aan doorslag ten gunste van de ene of de andere partij op het slagveld.

Commissaris Georgieva schetste de enorme omvang van de humanitaire crisis, die in het bijzonder kinderen hard treft. Humanitair recht wordt geschonden en de toegang voor hulpverleners is volstrekt onvoldoende. In reactie hierop wezen meerdere Ministers op de pogingen om in de VN-Veiligheidsraad een resolutie over de humanitaire situatie aan te nemen.

Egypte

HV Ashton deed verslag van het bezoek dat zij op 17 juli jl. in het gezelschap van EU Speciaal Vertegenwoordiger voor de zuidelijke Mediterranée, Bernardino de León, en EU Speciaal Vertegenwoordiger voor de Mensenrechten, Stavrov Lambrinidis, aan Caïro had gebracht. Tijdens het bezoek hadden zij met vertegenwoordigers van uiteenlopende maatschappelijke geledingen en politieke partijen, zoals interim-regeringsleden, het leger, politieke partijen en NGO’s, gesproken. In alle gesprekken hadden zij benadrukt dat de weg terug naar democratie snel gevonden moet worden, dat spoedig parlements- en presidentsverkiezingen moeten worden gehouden, dat de rol van het leger militair moet zijn, dat de Moslim Broederschap volledig in het transitieproces moet worden betrokken en dat politieke gevangenen moeten worden vrijgelaten. HV Ashton sprak haar zorg uit over het feit dat zij niet in de gelegenheid was gesteld Morsi te bezoeken. Zij benadrukte dat de EU, als belanghebbende en als partner die contact heeft met alle partijen, een rol te spelen heeft.

De Ministers spraken hun diepe zorg uit over de situatie in Egypte en onderstreepten dat de EU de Egyptische bevolking zal blijven steunen in haar strijd voor waardigheid, democratie, sociale gerechtigheid en een behoorlijk bestaan. Zij verwelkomden het EU-bezoek aan Caïro, dat op het juiste moment was gekomen, en ondersteunden de boodschappen die HV Ashton had afgegeven. Zij benadrukten dat Egypte nu het transitieproces moet voortzetten, waarbij de macht wordt overgedragen aan een civiele en democratisch gekozen regering. Inclusiviteit staat hierbij voorop. Het leger komt in een democratie geen politieke rol toe. Democratische verkiezingen zouden zo snel mogelijk moeten worden gehouden. In dit verband verwelkomde de EU het voornemen van Egypte om de internationale gemeenschap uit te nodigen de aanstaande verkiezingen waar te nemen. De EU staat klaar om hierbij de nodige steun te bieden.

Meerdere Ministers drongen met klem aan op het beëindigen van politiek gemotiveerde arrestaties en op het vrijlaten van politieke gevangenen, inclusief Morsi, evenals op het respecteren van mensenrechten en fundamentele vrijheden voor alle Egyptenaren, inclusief vrouwenrechten en rechten van personen die tot religieuze gemeenschappen behoren.

Meerderen spraken hun zorg uit over de verder verslechterende economische situatie in het land. De Ministers riepen de Egyptische interim-regering op maatregelen te nemen om de sociale en economische uitdagingen aan te pakken en de besprekingen met het IMF te hervatten. De EU zal steun bieden aan Egypte in lijn met de principes en de doelstellingen van het Europees Nabuurschapsbeleid, waarbij het more for more principe een belangrijk uitgangspunt is.

Midden-Oosten Vredesproces

De Raad verwelkomde het akkoord dat Secretary of State Kerry op 19 juli jl. bereikte en dat als basis dient voor hervatting van directe onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen. HV Ashton gaf aan dat hiermee een unieke kans was gekomen om het conflict te beëindigen.

In een videoconferentie met Secretary Kerry spraken HV Ashton en de Ministers hun lof uit voor Kerry’s grote persoonlijke inspanningen en feliciteerden zij hem met het behaalde resultaat. Kerry dankte HV Ashton voor haar inspanningen en de lidstaten voor de ondersteuning en de ruimte die zij hadden gegeven aan het Amerikaanse initiatief. In de komende weken zullen de details van de onderhandelingen worden uitgewerkt.

De Ministers prezen ook de persoonlijke inzet van premier Netanyahu en president Abbas, als ook de inspanningen van de Arabische Liga, die het Arabisch Vredesinitiatief heeft herbevestigd. De Ministers riepen premier Netanyahu en president Abbas op leiderschap te blijven tonen en in goed vertrouwen snel vooruitgang te boeken. Zij riepen alle partijen op af te zien van acties die het onderhandelingsproces en het zicht op vrede zouden kunnen ondermijnen.

De Ministers onderstreepten de voortgezette betrokkenheid van de EU. De EU zal, met andere regionale en internationale partners en in Kwartetverband, alle steun bieden die nodig is om de onderhandelingen tussen partijen tot een succes te maken en een vredesakkoord te realiseren.

Libanon / Hezbollah

De RBZ heeft besloten de militaire vleugel van Hezbollah toe te voegen aan de EU-terrorismelijst. De EU geeft hiermee een krachtig, eensgezind signaal af. Door listing van de militaire vleugel van Hezbollah worden tegoeden van die organisatie in Europa bevroren. Fondsenwerving voor Hezbollah wordt daardoor belemmerd, hetgeen de slagkracht van de organisatie beperkt. Tegelijkertijd bevestigden de Ministers dat de EU zich zal blijven inzetten voor stabiliteit in Libanon en steun zal blijven bieden om de humanitaire crisis als gevolg van het conflict in Syrië het hoofd te bieden. Nederland pleit al sinds 2004 voor listing van Hezbollah en is dan ook tevreden met de stap die nu gezet is.

Afrika

Grote Meren-regio en DRC

De Ministers bespraken in aanwezigheid van Commissaris Piebalgs (Ontwikkelingssamenwerking) de ontwikkelingen in de Grote Meren-regio en de gezamenlijke mededeling van de Europese Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) van 19 juni jl. over een strategisch raamwerk voor deze regio. HV Ashton benadrukte dat er nu momentum is in de Grote Meren-regio om veranderingen tot stand te brengen. Commissaris Piebalgs kondigde aan met een nadere invulling te komen van EU-activiteiten op het gebied van Security Sector Reform (SSR) en met maatregelen ter ondersteuning van het Grote Meren Energie Initiatief.

De Ministers benadrukten hun vastberadenheid om duurzame stabiliteit en ontwikkeling in de regio te bevorderen. Het is noodzakelijk dat een politieke oplossing wordt gevonden. Ze verwelkomden het Peace, Security and Cooperation Framework voor de Democratische Republiek Congo (DRC) en de Grote Meren-regio (PSCF), dat 11 buurlanden samen met de Verenigde Naties, de Afrikaanse Unie, de Southern Africa Development Community (SADC) en de International Conference for the Great Lakes region (ICGLR) hebben ondertekend. Actieve betrokkenheid van de landen in de regio is cruciaal voor het welslagen van de uitvoering van de overeenkomst, aldus de Ministers. De landen van de Grote Meren-regio moeten elkaars soevereiniteit en territoriale integriteit respecteren. De Raad verwelkomde ook de oprichting van een interventiebrigade binnen MONUSCO door middel van VN-Veiligheidsraadsresolutie 2098.

De EU zal een belangrijke bijdrage aan blijven leveren, in het bijzonder op het gebied van vredesopbouw, politieke druk op de DRC om de noodzakelijke hervormingen door te voeren en afspraken na te komen, steun aan landen in de regio bij het bevorderen van democratie en het beschermen van mensenrechten, steun bij de wederopbouw van lokale economieën en het verbeteren van toegang tot de wereldmarkt en het verkrijgen van meer engagement van de internationale gemeenschap bij de regio.

Mali

HV Ashton gaf aan dat veel vooruitgang was geboekt bij de voorbereiding van de presidentsverkiezingen in Mali op 28 juli as. De verkiezingswaarnemingsmissie (EOM) is inmiddels ontplooid. Verschillende Ministers bepleitten een grotere inspanning van de Malinese autoriteiten om de noordelijke regio’s bij het politieke proces in Mali te betrekken.

De Ministers verwelkomden de maatregelen die de Malinese autoriteiten hebben genomen om de verkiezingen geloofwaardig en transparant te laten verlopen. Ze benadrukten dat de verkiezingen een belangrijke stap zijn richting terugkeer van de grondwettelijke orde in Mali. De Ministers riepen alle partijen in Mali op deel te nemen aan het politieke proces en dat proces vreedzaam en constructief te laten verlopen. De Ministers riepen alle ondertekenaars van het voorlopig vredesakkoord van 18 juni jl. op het akkoord na te leven.

HV Ashton refereerde ook aan de bemoedigende resultaten van de EUTM-missie in Mali en benadrukte het belang van betrokkenheid van de EU na afloop van de verkiezingen.

Commissaris Piebalgs beschreef dat de EU vooralsnog met name steun heeft verleend aan de organisatie van de verkiezingen, aan de verbetering van de toegang tot water en sanitatieprojecten en aan de ontwikkeling van basisdiensten, zoals toegang tot voedsel en gezondheidszorg. Inmiddels wordt gewerkt aan een tweede pakket maatregelen, waarvan conflictpreventie en infrastructuur deel zullen uitmaken.

Somalië

HV Ashton ging in op de voorbereidingen voor de «New Deal Compact» Conferentie in Brussel op 16 september a.s. De Ministers verwelkomden de voortgang die Somalië heeft gemaakt bij het leggen van een grondslag voor de wederopbouw van de Somalische staat. Allen onderstreepten dat nu regionale en lokale overheden moeten worden opgezet om te voorzien in bestuur en basisdienstverlening aan de bevolking. Hiervoor is spoedige voortgang bij de herziening van de grondwet essentieel.

Verschillende lidstaten benadrukten dat de fragiliteit van de situatie in Somalië niet mag worden onderschat. HV Ashton onderstreepte het belang van het succes van AMISOM voor de opbouw van de Somalische staat. De Ministers verwezen ook naar het succes van de EU trainingsmissie, via welke al circa 3000 Somalische militairen zijn getraind. De missie verplaatst zich momenteel geleidelijk naar Mogadishu.

De Raad veroordeelde krachtig terrorisme en gewelddadig extremisme, waaronder de aanvallen van Al-Shabaab, inclusief de recente aanslag op de VN-compound in Mogadishu.

EU-mensenrechtenbeleid

Een jaar na aanname van de EU-mensenrechtenstrategie, het bijbehorende actieplan en de aanstelling van de Speciale Vertegenwoordiger voor mensenrechten bespraken de Ministers de voortgang van de uitvoering van het mensenrechtenbeleid. HV Ashton verwees naar de recente aanname van de EU-richtlijnen over vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing en over de rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en intersex (LHBT) personen. Zij sprak haar zorg uit over de krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld in vele landen van de wereld, zowel voor internationaal als nationaal opererende niet-gouvernementele organisaties (NGO's). In het bijzonder de ontwikkelingen in Rusland, Egypte en Ethiopië noemde zij zorgwekkend. Zij zegde toe zich in te zetten om deze trend tegen te gaan en gaf aan de komende periode te willen gebruiken om concrete activiteiten te inventariseren.

De Ministers bevestigden het belang van een centrale plaats voor mensenrechten in het externe beleid van de EU en het belang van de Speciale Vertegenwoordiger voor de mensenrechten voor de zichtbaarheid, effectiviteit en coherentie van het EU beleid. Verschillende Ministers benadrukten dat sinds de komst van Speciale Vertegenwoordiger Lambrinidis de mogelijkheden voor een actieve inzet van de EU op het gebied van mensenrechten beter benut worden. Zij roemden zijn positieve bijdrage.

Nederland benadrukte het belang van verbeterde interne-externe coherentie van het mensenrechtenbeleid en noemde hierbij als voorbeeld de rechten van LHBT-personen.

Oostelijk Partnerschap

Na afloop van de RBZ vond een ministeriele bijeenkomst plaats met de zes landen van het Oostelijk Partnerschap (Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland). De bijeenkomst diende ter voorbereiding van de Oostelijk Partnerschapstop in Vilnius op 28 en 29 november a.s. HV Ashton benadrukte dat de top een moment is om stil te staan bij datgene wat in vijf jaar Oostelijk Partnerschap (OP) is bereikt. Het OP is geen «one size fits all»; elk van de zes landen heeft zijn eigen relatie met de EU. Het is echter wel gestoeld op gemeenschappelijke waarden.

Waarschijnlijk zullen in Vilnius de Associatieakkoorden inclusief vrijhandelsverdrag met Moldavië, Georgië en Armenië worden geparafeerd, waarna mogelijk ondertekening volgt in 2014. Het al of niet tekenen van het Associatie Akkoord inclusief vrijhandelsverdrag met Oekraïne is afhankelijk van de vraag of het land aan de gestelde voorwaarden voldoet.

Vrijwel alle lidstaten gaven aan groot belang te hechten aan een tastbaar resultaat in Vilnius. Door verschillende lidstaten werd vooruitgeblikt naar de periode na Vilnius, wanneer implementatie van de Akkoorden moet plaatsvinden. De Belgische Minister Reynders zei namens de Benelux-Ministers dat nauwere samenwerking met de OP-landen van belang is voor de stabiliteit en veiligheid in Europa. Rechtsstaat, mensenrechten en democratie zijn de pijlers waarop het Europese project rust. Het is nu zaak de mogelijkheden die het Oostelijk Partnerschap biedt ten volle te benutten.

Bosnië-Herzegovina

In haar inleidende woorden ging HV Ashton kort in op Bosnië-Herzegovina. Zij memoreerde de vele inspanningen van o.a. EU speciaal vertegenwoordiger Sørensen en Commissaris Füle om extra druk op het leiderschap te zetten om voortgang te maken met de voor EU-toenadering benodigde hervormingen. De Raad nam conclusies aan waarin de autoriteiten in Bosnië-Herzegovina worden opgeroepen werk te maken van deze hervormingen, waaronder aanpassing van de grondwet. Graag benut ik deze gelegenheid om, in antwoord op vragen hierover van het lid Hachchi tijdens het algemeen overleg met uw Vaste Kamercommissie voor Defensie over evaluatie overige operaties op 3 juli jl., te benadrukken dat Nederland de hervormingen in Bosnië-Herzegovina op het gebied van de rechtsstaat blijft ondersteunen met het Matra-programma. Deze betrokkenheid wordt vormgegeven conform de brief aan Uw Kamer over het herziene Matra-programma van 22 november 2011 (Kamerstuk 33 000 V, nr. 57).

Naar boven