21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1266 MOTIE VAN HET LID TEN BROEKE

Voorgesteld 20 juni 2013

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een kritisch rapport (European Court of Auditors, EU cooperation with Egypt in the field of governance, special report no. 4, 2013) van de Europese Rekenkamer over EU-steun ter verbetering van het bestuur in Egypte is verschenen waarin wordt gesteld dat het programma zijn doelen niet bereikt en dat er onvoldoende harde en heldere voorwaarden zijn gesteld;

voorts constaterende dat het rapport vooral kritisch is op begrotingssteun als instrument binnen het programma-Egypte, aangezien het beheer van publieke middelen in Egypte niet voldoende is;

overwegende dat uitgaven van de Unie moeten voldoen aan eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid;

voorts overwegende dat onduidelijkheid over de besteding van Europese middelen slecht is voor draagvlak voor de EU;

ten slotte overwegende dat het door de Europese Rekenkamer onderzochte programma nog steeds actief is en dat meer dan de helft van de middelen nog niet is uitbetaald;

verzoekt de regering, mogelijkheden in kaart te brengen voor aanpassing of bevriezing van deze lopende programma's zodat de voorwaarden helder zijn en de doelmatigheid beter kan worden gegarandeerd, en de Kamer hierover zo snel mogelijk te informeren;

verzoekt de regering voorts, specifiek te bezien of het instrument begrotingssteun binnen het programma kan worden heroverwogen onder andere ten gunste van programma's op het gebied van democratisering en mensenrechten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ten Broeke

Naar boven