21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1245 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2013

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken over handel op 17 en 18 april 2013 waaraan EU-ministers verantwoordelijk voor handelspolitiek zullen deelnemen.

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Geannoteerde Agenda informele Raad Buitenlandse Zaken 17–18 april 2013

Centraal tijdens de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) onder Iers voorzitterschap op 17 en 18 april te Dublin staan de komende onderhandelingen met de Verenigde Staten over een Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP). Ook wordt stilgestaan bij de stand van zaken in de onderhandelingen met Canada.

Daarnaast zullen ook de ontwikkelingen in het kader van multilaterale handelspolitiek aan de orde komen. In het bijzonder zal aan de orde komen de voorbereiding van de negende WTO ministeriële conferentie in Indonesië eind dit jaar en de mogelijke afronding van enkele deelakkoorden van de Doharonde. De voorbereidingen voor de ministeriële conferentie zijn in volle gang en concentreren zich momenteel op drie deelonderwerpen: handelsfacilitatie, landbouw en ontwikkeling.

Sinds 2006 zijn diverse onderhandelingen gestart over brede en veelomvattende vrijhandelsakkoorden toen duidelijk werd dat het multilaterale traject voor verdere handelsliberalisatie via de WTO niet het beoogde resultaat zou opleveren op een afzienbare termijn. Sinds die tijd is een reeks van bilaterale onderhandelingen gestart door de EU, waarvan een aantal inmiddels is afgerond en een aantal onderhandelingen loopt of in de startblokken staat.

Start van Transatlantic Trade & Investment Partnership

Op 13 februari jl. kondigden president Obama, voorzitter van de Europese Commissie Barroso en voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy aan dat de onderhandelingen voor een Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP) op korte termijn gestart zouden worden.

De EU en de VS zetten in op een ambitieuze overeenkomst, die een breed scala aan handels- en investeringsissues dekt. Het TTIP is gestoeld op drie belangrijke pijlers: 1) bevorderen van markttoegang, 2) bevorderen van compatibiliteit van regelgeving, en 3) gemeenschappelijke benadering van nieuwe uitdagingen, zoals het wereldwijd opereren van staatsbedrijven van derde landen. De lat voor een akkoord ligt hoog: er zijn vele inhoudelijke lastige kwesties te beslechten. Het zal niet makkelijk worden, maar het doel blijft om de onderhandelingen binnen twee jaar af te ronden. Boven alles zullen niet tarifaire belemmeringen en (wederzijdse erkenning van) standaarden de kern van de onderhandelingen vormen.

Nederland zet zich al langer in voor een ambitieus en veelomvattend akkoord met de VS, dat moet passen in het WTO-raamwerk. Deze onderhandelingen kunnen resulteren in de juiste deal op het juiste moment voor beide economieën. De geschatte structurele stijging van het Nederlandse BNP ligt tussen de EUR 1,4 en EUR 4,1 mld.

Daarnaast kan het akkoord een nieuwe impuls geven aan de mondiale handelsagenda. Het is daarom van belang de komende maanden constructief samen te werken met de Commissie en het Voorzitterschap om een overeenkomst over het onderhandelingsmandaat te bereiken. Nederland zet er daarbij op in dat de Commissie voldoende ruimte krijgt om succesvol te kunnen onderhandelen over een ambitieus akkoord. Ook zal Nederland benadrukken dat het cruciaal is dat de Europese Commissie de lidstaten tijdens het gehele proces goed blijft informeren en consulteren over hun belangen in dit proces.

De Nederlandse regering streeft ernaar dat voor een aantal specifieke topsectoren de handelsbelemmeringen sterk worden verminderd en de handelsmogelijkheden dientengevolge fors worden vergroot. Deze sectoren betreffen de agrofood en tuinbouw, high tech systems en de chemie. De verwachting is dat deze sectoren veel kunnen winnen bij dit akkoord.

Dit akkoord zal de onderlinge handel die op jaarbasis reeds 455 miljard euro groot is, sterk doen toenemen. De Europese Commissie becijferde dat dit akkoord per saldo bijna 1 miljoen banen in de EU zal opleveren. Dit akkoord is meer dan een economisch akkoord. Het is ook een duidelijk politiek signaal naar de rest van de wereld. Ook is Nederland verheugd dat het een verdere versterking betekent van de politiek-economische relatie tussen de EU en de VS.

Onderhandelingen EU-Canada vrijhandelsakkoord

Tijdens de RBZ van november jl. was de verwachting dat de onderhandelingen met Canada begin 2013 afgerond zouden worden. Helaas bleek dat niet mogelijk. De onderhandelingen zijn nog gaande en afronding hangt af van overeenstemming op een aantal onderwerpen waaronder markttoegang voor landbouwgoederen en enkele dienstensectoren.

Naar verwachting zal dit akkoord circa 0,6 tot 1,2 miljard euro extra handel opleveren voor Nederland. De Europese Commissie verwacht dit akkoord rond de zomer succesvol af te ronden. Tijdens de informele RBZ zal de Commissie de laatste stand van zaken uit de doeken doen. Nederland zal dan nogmaals het belang benadrukken dat onze maritieme sector in Canada bepaalde laad- en losdiensten in de havens mag leveren alsook dat de Canadese markt open gaat voor onze baggerdiensten.

Multilaterale handelspolitiek: De negende WTO ministeriële conferentie in Indonesië eind 2013

De Ierse handelsminister (huidig roulerend voorzitter van de handelsraad) wil met de handelsministers spreken over de ontwikkelingen in de WTO het komende jaar. Bijzonder is dat Directeur-Generaal van de WTO, Pascal Lamy, hierbij als gast aanwezig zal zijn. DG WTO Lamy zal overigens per 1 september vertrekken als DG. Momenteel vindt de selectieprocedure voor een nieuwe DG WTO plaats en zoeken de 159 WTO-leden naar consensus over wie de meest geschikte is van de negen personen die zich kandidaat gesteld hebben. Ook deze selectieprocedure zal aan de orde komen tijdens de RBZ. Nederland zet erop in dat binnen de EU overeenstemming wordt bereikt over de meest geschikte kandidaat.

Sinds 2008 bestaat geen uitzicht op overeenstemming over de hoofdonderwerpen van de Doharonde: landbouw, industriegoederen, diensten, regels en handelsfacilitatie. De impasse tussen de VS, India en China verhindert vooruitgang in onderhandelingen over verdere liberalisering van industrietarieven en afbouw van landbouwsteun en -tarieven, terwijl vrijmaking van dienstenverkeer onderwerp is geworden van onderhandelingen buiten de Doharonde door een groep gelijkgezinde landen (o.a. EU, VS en nog 20 andere landen). Een volledige afronding van de Doharonde is op afzienbare termijn niet mogelijk, aangezien sinds 2008 de onderhandelingen over landbouw, industriegoederen, diensten en WTO-regels nauwelijks gevorderd zijn. Dit heeft vooral te maken met de posities van de VS enerzijds en India/China anderzijds. De EU zet zich constructief in, maar kon de afgelopen jaren geen doorbraak bereiken. Vandaar dat eind 2011 alle WTO-leden hebben afgesproken te onderzoeken of deelakkoorden binnen de Doharonde mogelijk zijn.

Met DG Lamy zal worden vooruit gekeken naar de reguliere tweejaarlijkse WTO Ministeriële Conferentie (MC9) die eind 2013 in Bali, Indonesië, zal plaatsvinden. Het streven is om tijdens MC9 enkele deelakkoorden af te ronden op gebied van handelsfacilitatie, landbouw en ontwikkeling en zo op enkele gebieden multilateraal succes te boeken.

Nederland vindt een akkoord over handelsfacilitatie tijdens MC9 van groot belang. Er is nog veel technisch werk te verrichten. Aanpassingen van douaneprocessen kunnen duur zijn en stuiten op tegenstand van gevestigde belangen. Verandering van een douanesysteem gebaseerd op fysieke douanecontroles naar een systeem gebaseerd op risicomanagement vereist investeringen in ICT-systemen en opleiding van douanepersoneel. Een akkoord veronderstelt daarom flexibiliteit en (financiële) ondersteuning ten behoeve van ontwikkelingslanden.

De potentiële winst van verdere versoepeling van douaneprocedures is groot. Om een akkoord over handelsfacilitatie mogelijk te maken zal naar verwachting ook op landbouw en ontwikkeling iets moeten gebeuren. Enkele landen verzetten zich namelijk tegen een mogelijk akkoord over alleen handelsfacilitatie en willen dat ook andere thema’s worden opgepakt. Zo wil India bijvoorbeeld meer ruimte om zijn landbouw af te schermen en is Brazilië voor zijn landbouw uit op meer markttoegang en minder subsidies in ontwikkelde landen. Met koppeling van dergelijke zaken aan handelsfacilitatie zijn de belangen van Afrikaanse landen in eerste instantie niet gediend.

Een groep ontwikkelingslanden (G33: India, Indonesië e.a.) wenst meer ruimte te krijgen voor steun aan hun landbouwsector. De motivering -voedselzekerheid- is sympathiek, maar effecten op mondiale voedselmarkt van ongelimiteerde opkoop en gesubsidieerde distributie van voedsel kunnen groot zijn. Door minimumprijzen te garanderen wordt overproductie bevorderd, hetgeen tot zorgen in andere OS-landen leidt. Gezocht wordt naar een oplossing die gelegitimeerde zorgen kan adresseren, maar niet de grondslag onder WTO-landbouwafspraken wegvaagt. EU stelt zich hierbij constructief op. Er wordt rekening gehouden met het feit dat een uiteindelijke oplossing ook door landen als China en Brazilië kan worden benut, hetgeen vanuit ontwikkelingsperspectief niet onze intentie is. Onze intentie is dat juist de armste landen hiervan profijt hebben. Door complexiteit van het voorstel en het achterwege blijven van alternatieve voorstellen is het nu nog niet duidelijk of er voor MC9 een akkoord op landbouw ligt.

Met betrekking tot de ontwikkelingsdimensie is NL voorstander van geheel vrijmaken van invoer uit minst ontwikkelde landen door ontwikkelde landen en opkomende markten die daartoe in staat zijn. Verder zullen tijdens MC9 ook andere ontwikkelingsonderwerpen worden geagendeerd, maar welke dat zijn is nog niet bekend. Nederlandse inzet is o.m. om de ontheffing van de bepalingen van het TRIPs (Trade Related Intellectual Property Rights)-verdrag voor minst ontwikkelde landen te verlengen.

Naar boven