21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1237 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 maart 2013

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van heden inzake mogelijke wapenleveranties door Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk aan Syrische opstandelingen.

Voor hetgeen op de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 18 februari en 11 maart jl. over dit onderwerp is besproken verwijs ik u naar de verslagen die uw Kamer reeds toegingen (Kamerstuk 21 501-02 nrs. 1223 en 1235). De nieuwe inzichten van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk over het mogelijk maken van wapenleveranties aan de oppositie, zoals heden in de media gemeld, zijn bij de RBZ van 11 maart jl. niet aan de orde geweest.

Het kabinet hecht er aan dat de EU met één stem spreekt. De Raad Buitenlandse Zaken van 18 februari jl. heeft heldere afspraken gemaakt over het wapenembargo tegen Syrië. De Raad heeft dit op goede gronden gedaan, daar de grote meerderheid van lidstaten van oordeel is dat het nog meer wapens naar de regio brengen kan leiden tot proliferatie van wapens in de wijdere regio en tot nog grotere instabiliteit. Tegelijkertijd blijft het staand beleid, zowel bilateraal als in EU-verband, om Rusland op te roepen wapenleveranties aan het Syrische regime te staken.

Het kabinet ziet uit naar de argumenten die het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hebben voor hun nieuwe inzichten. Vooralsnog blijft het echter van oordeel dat er goede gronden zijn het huidige wapenembargo tegen Syrië te handhaven. In contacten met Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zal het kabinet deze positie uitdragen. Het onderwerp Syrië is overigens niet als zodanig geagendeerd op de Europese Raad die vandaag en morgen plaatsvindt.

Mocht de kwestie in de marge van de Europese Raad aan de orde komen, zal door de Minister-President bovenstaand standpunt worden uitgedragen.

Mochten op dit gebied zich nieuwe ontwikkelingen voordoen, bijvoorbeeld wanneer Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk het sanctieregime met betrekking tot Syrië actief in Brussel ter discussie stellen, zal uw Kamer daarover worden geïnformeerd.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven