21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1196 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2012

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 19 november 2012.

De minister van Buitenlandse Zaken, F. C. G. M. Timmermans

Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 19 november 2012 te Brussel

Zuiderburen

Syrië

Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton schetste de stand van zaken, onder andere aan de hand van gesprekken die zij in de marge van de ministeriële bijeenkomst van de EU en de Arabische Liga met Lakhdar Brahimi (speciaal gezant van de VN en de Arabische Liga) en Moaz El Khatib (de leider van de Syrische Oppositie Coalitie) had gevoerd.

De ministers waren bezorgd over de verslechterende situatie in Syrië en de spill-over effecten van de crisis in Syrië op de buurlanden. Zij steunden de inspanningen van speciaal gezant Brahimi om een politieke oplossing te vinden voor de crisis. Tevens herhaalden zij hun oproep aan alle leden van de VN-Veiligheidsraad om hun verantwoordelijkheid te nemen. Onder anderen minister Timmermans wees erop dat HV Ashton en de lidstaten van de EU hun inspanningen in aanloop naar de volgende bijeenkomst van de Friends of Syria, die naar verwachting in december in Marokko plaatsvindt, voortdurend moeten afstemmen.

De ministers verwelkomden het akkoord dat op 11 november jl. tussen verscheidene oppositionele groeperingen was bereikt. Zij zagen dit als een belangrijke stap op weg naar de noodzakelijke eenheid van de Syrische oppositie en verwelkomden in het bijzonder de vorming van de «National Coalition for Syrian Revolutionary and Opposition Forces», de Syrische Oppositie Coalitie («de Coalitie»). De Raad beschouwt de Coalitie als legitieme vertegenwoordigers van de aspiraties van het Syrische volk. Onder anderen minister Timmermans onderstreepte dat hij van de Coalitie verwacht dat deze zich blijft inspannen voor inclusiviteit; op dit moment zijn nog niet alle groeperingen vertegenwoordigd in de Coalitie. De Raad toonde zich bereid de Coalitie te steunen bij haar inspanningen en haar relaties met de internationale gemeenschap en moedigde de Coalitie aan om samen te werken met speciaal gezant Brahimi en een programma op tafel te leggen voor een politieke transitie om zodoende een geloofwaardig alternatief voor het huidige regime te creëren.

In het licht van de verslechterende humanitaire situatie sprak de Raad zijn bereidheid uit de humanitaire steun te verhogen. Andere donoren werden opgeroepen daar ook toe over te gaan. Conform zijn toezegging aan de Tweede Kamer gedaan tijdens het AO over deze Raad Buitenlandse (RBZ) Zaken op 15 november jl. heeft minister Timmermans met minister Ploumen overlegd over mogelijkheden voor aanvullende humanitaire hulp aan Syrische vluchtelingen. Op 17 november jl. heeft Nederland 10 miljoen euro extra beschikbaar gesteld aan UNHCR voor opvang en ondersteuning in de winterperiode van de inmiddels ruim 400 000 vluchtelingen in de regio. Hiermee is de bijdrage van de Nederlandse overheid tot nu toe op ruim 23,5 miljoen euro gekomen.

In vervolg op eerdere besprekingen met de Tweede Kamer zijn de fractieleiders inmiddels vertrouwelijk nader geïnformeerd over de kwestie van chemische wapens in Syrië.

Egypte

De ministers blikten terug op de bijeenkomst van de EU-Egypte Task Force vorige week in Caïro. Tijdens deze bijeenkomst heeft de Commissie de vrijgave van 90 miljoen euro aan SPRING-fondsen, die waren aangehouden vanwege het gebrek aan voortgang met democratisering in Egypte, bekend gemaakt. Daarnaast heeft de Commissie 163 miljoen euro uit de zogenaamde Europese Investeringsfaciliteit voor Nabuurschapslanden (NIF) aangekondigd. Doel is om investeringen in Egypte te bevorderen, onder meer door co-financiering van grote infrastructurele projecten en ontwikkeling van het MKB. Ook werd aangekondigd dat de EU, indien met het IMF overeenstemming wordt bereikt over een lening, 50 miljoen euro in subsidies en 450 miljoen euro in concessionele leningen beschikbaar zal stellen. Inmiddels is voorlopige overeenstemming met het IMF bereikt. Tijdens de Raadsbijeenkomst kondigde Commissaris Piebalgs aan dat de Commissie een nieuw actieplan met Egypte zal uitwerken.

Libië

De ministers spraken kort over het transitieproces en de veiligheidssituatie in Libië. Zij onderstreepten het belang van voortgang in het constitutionele proces, de consolidatie van de democratie en de wederopbouw.

Midden-Oosten Vredesproces (MOVP)

De ministers toonden hun diepe zorg over de recente ontwikkelingen in Gaza en betreurden de burgerslachtoffers aan beide zijden. Eerste prioriteit was de-escalatie en afkondiging van een staakt-het-vuren. De ministers steunden de inspanningen van Egypte en andere betrokkenen om een staakt-het-vuren tot stand te brengen. Tevens verwelkomden zij het bezoek van SGVN Ban Ki-moon aan de regio. De Raad veroordeelde de raketaanvallen op Israël vanuit Gaza en riep Hamas en andere gewapende groeperingen in Gaza op deze onmiddellijk te staken. Israël heeft het recht zich te verdedigen. Het moet daarbij proportioneel handelen en te allen tijde de bescherming van burgers in acht nemen. In gesprekken met betrokkenen hadden ministers, onder wie ook minister Timmermans, onder meer opgeroepen tot de-escalatie en benadrukt dat een grondoorlog voor alle partijen desastreus zou uitpakken.

Sinds het oplaaien van het conflict tussen Israël en Gaza nemen de humanitaire noden in Gaza toe. Minister Ploumen heeft op 19 november jl. aangekondigd de eerdere algemene bijdrage aan UNRWA met 2 miljoen euro te verhogen tot 15 miljoen euro. Daarnaast wordt via het Rode Kruis 1 miljoen euro beschikbaar gesteld voor met name levensreddende medische behandeling van gewonden. Eerder dit jaar was via UNRWA en WFP al 5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor Gaza en de Westbank.

De ministers spraken tevens over de mogelijke indiening van een resolutie in AVVN-verband waarmee Palestina beoogt de status van «Observer State» te verkrijgen. Een meerderheid van de ministers benadrukte de noodzaak van een gemeenschappelijke EU-positie. Minister Timmermans benadrukte het belang van EU-consensus en wees op de historische mogelijkheid om geloofwaardig en onpartijdig op te treden in het MOVP door zich gezamenlijk te onthouden van stemming. Veruit de meeste lidstaten konden zich vinden in een gezamenlijke onthouding. HV Ashton benadrukte dat een gezamenlijke EU-onthouding met een stemverklaring gezien moest worden als een stem ten behoeve van «the day after». De VS moest hier ook bij betrokken worden, met het oog op hervatting van de onderhandelingen tussen beide partijen. Meerdere ministers wezen erop dat aanname van een resolutie financiële gevolgen voor de Palestijnse Autoriteit en de VN vanuit het Amerikaanse Congres kan hebben, en ook kan leiden tot Israëlische maatregelen met gevolgen voor het vredesproces.

DR Congo

De Raad sprak zijn zorgen uit over de verslechterende veiligheidssituatie in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC), veroordeelde de hervatting van vijandelijkheden en riep de M23 rebellen op onmiddellijk het militaire offensief in Noord-Kivu te beëindigen. HV Ashton meldde contact te onderhouden met VN over de situatie in het oosten van de DRC.

Mede in het licht van de rapportage van de VN Group of Experts sprak de Raad tevens zijn zorgen uit over berichten over steun uit de omliggende landen aan de rebellengroepen in het oosten van de DRC. De Raad riep alle betrokken partijen op deze steun direct te beëindigen en een constructieve dialoog aan te gaan. De recent benoemde speciaal gezant van de Afrikaanse Unie voor de regio en een mogelijk door de Secretaris-Generaal van de VN te benoemen speciaal vertegenwoordiger kunnen hierbij een faciliterende rol spelen. Daarnaast riep de Raad DRC op de benodigde hervormingen in de veiligheidssector door te voeren en werd steun uitgesproken voor versterkte grensbewaking, in samenwerking met MONUSCO.

Oekraïne

De ministers waren het eens dat het verloop van de verkiezingen in Oekraïne van 28 oktober jl. een stap terug was voor de democratie in het land. Er was brede steun voor het voorstel van HV Ashton om vervolgstappen in de betrekkingen tussen de EU en Oekraïne te verbinden aan het behalen van «benchmarks». Deze zullen een uitwerking vormen van de in mei jl. vastgestelde criteria voor ondertekening van het Associatieakkoord (inclusief een diepgaande en veelomvattende vrijhandelsovereenkomst, DCFTA) met Oekraïne op het gebied van verkiezingen, hervormingen en rechtspraak. Een aantal lidstaten bepleitte ondertekening van het Associatieakkoord tijdens de Top van het Oostelijk Partnerschap die voor het najaar van 2013 wordt voorzien. Een aantal andere lidstaten, waaronder Nederland, wil echter geen verwachtingen creëren ten aanzien van het tijdstip van ondertekening. Tijdens de RBZ van 10 december a.s. zal mogelijk een besluit over de invulling van de weg vooruit in de relatie van de EU met Oekraïne worden genomen.

Cuba

De ministers bespraken de recente ontwikkelingen in Cuba en de toekomst van de relatie van de EU met Cuba. Er was consensus dat een politieke overeenkomst met Cuba de EU beter in staat zou stellen de bestaande doelen van het EU-beleid te bereiken en het tot nu toe ontoereikende hervormingsproces in Cuba te beïnvloeden. De verwachting is dat de HV op termijn een concept-onderhandelingsmandaat voor een vereenvoudigd bilateraal akkoord aan de Raad voorlegt. Essentiële clausules, onder andere op het gebied van mensenrechten, zullen deel uitmaken van een eventueel akkoord. Het Gemeenschappelijk Standpunt van de EU uit 1996 blijft ondertussen van kracht.

Verenigde Staten

Door tijdgebrek kwam dit onderwerp niet aan de orde. De ministers zullen naar verwachting tijdens de Raad van 10 december a.s. alsnog spreken over de relaties van de EU met de Verenigde Staten.

Gemeenschappelijk Veiligheids en Defensiebeleid (GVDB)

Tijdens de gezamenlijke lunch van de ministers van Defensie en de ministers van Buitenlandse Zaken heeft een oriënterende gedachtewisseling plaatsgehad over de bespreking van de defensieaspecten van het Gemeenschappelijk Veiligheids en Defensiebeleid (GVDB) tijdens de Europese Raad van december 2013. De Europese Raad zal in december a.s. een tasking opstellen. Tijdens de lunchdiscussie werd besproken dat onder andere defensiesamenwerking aan de orde zal moeten komen.

Mali

De ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie bespraken gezamenlijk de verslechterde politieke, humanitaire en mensenrechtensituatie in Mali en de rol die de EU kan spelen bij de ondersteuning van Mali bij het herstel van de constitutionele orde en van de integriteit van het grondgebied.

In de discussie benadrukten zij de noodzaak van een geïntegreerde benadering met betrokkenheid van alle regionale en internationale partijen (VN, AU, ECOWAS, Mali, EU en de omliggende landen). De Raad riep de Malinese transitieregering nogmaals op binnen afzienbare tijd een routekaart ten behoeve van het herstel van de constitutionele en democratische orde op te stellen. Ook herhaalde de Raad de noodzaak van het organiseren van eerlijke en transparante verkiezingen. De Raad riep op tot het instellen van een nationale dialoog, waaraan ook gewapende groepen uit het noorden deelnemen, voor zover zij niet betrokken zijn bij terroristische activiteiten en de nationale eenheid van Mali erkennen. De Raad veroordeelde alle mensenrechtenschendingen, die in het bijzonder in het noorden tegen vrouwen en kinderen plaatsvinden.

De ministers verwelkomden de vorderingen met de planning van een Afrikaanse interventie door ECOWAS en de Afrikaanse Unie. De Raad toonde zich bereid te overwegen een dergelijke missie, nadat deze is geautoriseerd door de VN-Veiligheidsraad, financieel te steunen in antwoord op een verzoek daartoe van de Malinese autoriteiten of ECOWAS.

De ministers bespraken op basis van een voorstel voor een Crisis Management Concept de mogelijkheden tot ondersteuning van Mali door middel van een GVDB-missie gericht op versterking van de capaciteit en herstructurering van het Malinese leger. De modaliteiten van een mogelijke GVDB-missie dienen in de komende periode zorgvuldig te worden uitgewerkt met onder andere aandacht voor goede aansluiting van deze missie op de andere activiteiten. De Raad zal mogelijk tijdens de Raadsbijeenkomst van 10 december a.s. een definitief besluit nemen over het al of niet instellen van een GVDB-missie.

HV Ashton kondigde aan de benoeming van een Speciaal Vertegenwoordiger van de EU voor de Sahel te willen bezien.

Naar boven