21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1189 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 oktober 2012

Hierbij bieden wij u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van

15 oktober jl.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 15 oktober 2012

Zuidelijk nabuurschap

Syrië

De ministers steunen de Syrische bevolking en veroordelen krachtig de beschietingen op Turks grondgebied. Meerderen, onder wie minister Rosenthal, prezen Turkije voor zijn terughoudende reactie. Prioriteit moet worden gegeven aan beëindiging van geweld en onderdrukking, verlening van humanitaire hulp, voorkomen van regionale instabiliteit en het treffen van voorbereidingen voor de post-conflict periode. Personen wier aanwezigheid de politieke transitie zou ondermijnen, inclusief president Assad, komt geen plaats toe in de toekomst van Syrië.

De Raad riep alle landen op af te zien van wapenleveranties aan Syrië. In dit licht bepleitte minister Rosenthal te onderzoeken of verdere verbreding van het wapenembargo mogelijk is.

Het is nodig het werk aan een politieke oplossing voor het conflict met kracht voort te zetten. Alle actoren in de regio en alle leden van de VN-Veiligheidsraad werden opgeroepen hun verantwoordelijkheid te nemen. De EU steunt de inspanningen van de speciaal gezant van de VN en de Arabische Liga, Lakhdar Brahimi. Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton berichtte dat de EU-delegatie in Damascus praktische steun aan het werk van Brahimi verleent.

Commissaris Georgieva gaf een overzicht van de humanitaire hulpverlening die door de EU aan Syrië en de buurlanden wordt verstrekt. De EU en de lidstaten hebben tot nu toe gezamenlijk bijna 230 miljoen euro beschikbaar gesteld. 127 miljoen hiervan komt van de EU zelf; het restant van de lidstaten. Minister Rosenthal wees op de substantiële en verhoudingsgewijs grote Nederlandse bijdrage. De ministers drongen bij alle partijen aan op het verlenen van volledige en veilige toegang tot Syrië aan humanitaire hulpverleners. Zij vroegen bijzondere aandacht voor de bescherming van medisch personeel en medische voorzieningen, in overeenstemming met internationaal recht. Ook drongen zij aan op goede coördinatie via de VN van alle hulpverlening.

Met de Arabische Liga roept de EU oppositiegroeperingen weer op een inclusief, gemeenschappelijk platform te vormen. Ook ondersteunt de EU de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld in Syrië sterker.

De Raad sprak zijn ontsteltenis uit over de wijdverbreide schending van mensenrechten en het internationaal humanitair recht. De Raad steunt de verlenging van het mandaat van de Onafhankelijke Onderzoekscommissie ingesteld door de VN-Mensenrechtenraad en sprak steun uit voor onderzoek naar misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven, waaronder misdrijven die onder de definitie van het Statuut van Rome kunnen vallen. Op Nederlands voorstel benadrukte de Raad het belang van documentatie van dergelijke misdrijven en van berechting van de verantwoordelijken voor deze schendingen.

Mede op Nederlands voorstel besloot de Raad tot het instellen van aanvullende restrictieve maatregelen tegen Syrische entiteiten (zoals de Syrische nationale luchtvaartmaatschappij) en personen (waaronder de nog niet geliste ministers) en tot uitbreiding van het wapenembargo. De Raad verwelkomde de bijeenkomst in Den Haag op 20 september jl. van de internationale sanctiewerkgroep van de Friends of the Syrian People, gericht op het verbreden en op het verbeteren van de implementatie van de sancties tegen het Syrische regime.

Egypte

HV Ashton deed verslag van het bezoek van president Morsi aan Brussel op 13 september jl. en blikte vooruit op de bijeenkomst van de EU-Egypte Task Force op 14 november a.s. De president was geïnteresseerd in toenadering tot de EU in het kader van het Europees Nabuurschapsprogramma. Tijdens de Task Force zal over economische samenwerking en het politieke transitieproces worden gesproken.

Diverse ministers spraken hun steun uit voor de inspanningen van HV Ashton. Nederland uitte zorgen over het verloop van het onderzoek naar het Maspero incident en stelde voor dat de EU waarnemers zou sturen naar het referendum dat is voorzien na de vaststelling van de nieuwe ontwerpgrondwet.

HV Ashton vroeg aandacht voor de ministeriële bijeenkomst tussen de EU en de Arabische Liga op 13 november a.s., waaraan de meeste ministers van Buitenlandse Zaken van EU-lidstaten, ook minister Rosenthal, zullen deelnemen.

Midden-Oosten Vredesproces (MOVP)

De ministers steunen de inspanningen van HV Ashton gericht op hervatting van het vredesproces door middel van directe besprekingen. De HV bezoekt deze week Libanon, Israël en Jordanië en de Palestijnse Gebieden. Meerdere ministers, onder wie minister Rosenthal, bepleitten intensieve en actieve betrokkenheid van de VS bij verdere stappen.

Minister Rosenthal stelde dat het onderhandelingstraject dat is vastgelegd in de Kwartetverklaring van 23 september 2011 kaderstellend moet blijven en dat elke activiteit in het teken moet staan van hervatting van de onderhandelingen. Het starten van consultaties over een Palestijnse resolutie in AVVN-verband om te komen tot een statusverhoging leidt hier van af. Een eventuele resolutie zou alleen bijdragen aan het vredesproces indien deze de steun van alle partijen heeft. Verschillende ministers gaven te kennen dat een Palestijnse resolutie ontijdig zou zijn.

Minister Rosenthal bepleitte voortzetting van de ondersteuning van de Palestijnse Autoriteit (PA) door de EU. Nederland is een van de belangrijkste donoren van de PA en zal vrachtscanners – op verzoek van Israël en de PA – leveren om vergrote im- en exportstromen in de Palestijnse Gebieden mogelijk te maken en zo bij te dragen aan mogelijkheden tot economische groei van de Palestijnse economie.

Iran

HV Ashton deed verslag van haar contacten met de Iraanse onderhandelaar Jalili en met de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad en Duitsland (P5+1). De ministers steunen haar diplomatieke initiatieven en het tweesporenbeleid. Om de druk op Iran verder te verhogen besloot de Raad tot substantiële aanvullende sanctiemaatregelen. Het pakket bestaat uit financiële maatregelen, handelsbeperkingen en maatregelen op het gebied van transport en energie. Alle inspanningen zijn erop gericht om Iran te bewegen te voldoen aan zijn internationale verplichtingen in relatie tot zijn nucleaire programma.

Minister Rosenthal benadrukte zijn steun aan de inspanningen van HV Ashton en de P5+1 om via het diplomatieke spoor te komen tot een oplossing voor de Iraanse nucleaire kwestie. Sancties hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de Iraanse bereidheid de besprekingen te continueren; de druk langs deze weg moet daarom worden vergroot zo lang Iran zijn verplichtingen niet nakomt.

Mali

De ministers zijn bezorgd over de verslechterende politieke, humanitaire en mensenrechtensituatie in Mali, in het bijzonder het noorden van het land, en de dreigingen daarvan voor de gehele Sahel-regio. De Raad verwelkomde VN-Veiligheidsraadresolutie 2 071 en de groeiende internationale aandacht voor de problematiek in Mali en de Sahel, getuige de benoeming van een Speciaal Gezant van de Verenigde Naties (VN) voor de Sahel en de uitwerking van een Sahel-strategie door de VN. Onder andere via een bijeenkomst in Bamako op 19 oktober jl. vindt nauwe afstemming plaats tussen betrokken organisaties, in het bijzonder VN, AU, ECOWAS, EU, en landen in de regio.

Gezien de trage voortgang in het transitieproces roept de Raad de Malinese transitieregering nogmaals op zo spoedig mogelijk te komen met een routekaart ten behoeve van het herstel van de constitutionele orde en de nationale eenheid. De ministers bevestigen hun steun aan de inspanningen van Mali, de VN, de AU en ECOWAS. Zij zijn het eens over de inzet van beschikbare instrumenten van de EU-strategie voor de Sahel-regio om bij te dragen aan een oplossing van de crisis in Mali.

De EU-ontwikkelingssamenwerking aan de centrale Malinese overheid wordt geleidelijk hervat na aanname van een geloofwaardige routekaart en bij voldoende voortgang in het Malinese transitieproces. De inspanningen op humanitair terrein en ten behoeve van het transitieproces worden in de tussentijd voortgezet.

Naar aanleiding van een steunverzoek van de Malinese regering heeft de Raad HV Ashton verzocht de mogelijkheden van een GVDB-missie, gericht op versterking van de capaciteit van het Malinese leger, verder uit te werken. Op basis van dat plan neemt de Raad op een later moment, mogelijk tijdens de Raadsbijeenkomst van 19 november a.s., een definitief besluit over het al dan niet instellen van een missie. Een eventuele GVDB-missie van deze aard zal onder meer in overeenstemming met de kaders van VN-Veiligheidsraadresolutie 2 071 dienen te worden vormgegeven.

De mogelijkheid van sancties tegen leden van gewapende groepen en personen die de terugkeer naar een constitutionele orde frustreren, wordt opengehouden.

Oostelijk Partnerschap: Wit-Rusland en Georgië

De situatie in Wit-Rusland is onverminderd zorgelijk en de verkiezingen hebben niet voldaan aan OVSE-standaarden. Er was brede consensus dat politiek engagement met Wit-Rusland pas kan plaatsvinden wanneer alle politieke gevangenen worden vrijgelaten en gerehabiliteerd, en de druk op het maatschappelijk middenveld en de media wordt beëindigd.

De Raad besloot tot verlenging van de sancties tegen Wit-Rusland met een jaar. Er zijn mogelijkheden voor verdere steun aan het maatschappelijk middenveld, onder andere door het bevorderen van people to people contacten, bijvoorbeeld door de uitwisseling van studenten. Hierbij werd opnieuw de bereidheid geuit om met Wit-Rusland te onderhandelen over een visumfacilitatie-akkoord. Lidstaten zullen de grootst mogelijke flexibiliteit bij visumverlening betrachten om deze contacten mogelijk te maken.

De ministers verwelkomden de vreedzame democratische machtswisseling in Georgië en prezen president Saakashvili voor zijn reactie op de electorale nederlaag. Zij moedigden partijen aan tot constructieve samenwerking en spraken hun bereidheid uit nauw met de Georgische regering samen te werken. HV Ashton, onder andere via de Speciaal Vertegenwoordiger, en de Commissie onderhouden nauw contact met de Georgische regering.

Het Lid Van Bommel vroeg tijdens het Algemeen Overleg over de Raad Buitenlandse Zaken (10 oktober jl.) naar trainingsactiviteiten in Georgië, via de EU en bilateraal. De EU-trainingen vinden plaats in het kader van het Oostelijk Partnerschap en zijn gericht op de Georgische overheid en het maatschappelijk middenveld. Het betreft trainingen op mensenrechten-, sociaal-economisch en veiligheidsgebied, zoals training van onafhankelijke verkiezingswaarnemers, de Georgische publieke omroep en vaktrainingen voor ontheemden en trainingen op justitieterrein (hervorming penitentiair systeem).

Bilateraal organiseert en financiert Nederland trainingen voor verschillende doelgroepen op het gebied van mensenrechten, ecologie en overheidsfinanciën. De mensenrechtentrainingen hebben betrekking op de thema’s verkiezingen/rechtsstaat, mediavrijheid, arbeidsrecht en tolerantie (inclusief LGBT). Deze trainingen zijn deels gefinancierd uit de Matra-middelen die voor 2012 zijn toegekend ingevolge het amendement Ormel/Ten Broeke (Kamerstuk 33 000-V, nr. 115). Er zijn trainingen met betrekking tot duurzame energie en klimaatverandering. Het Nederlandse Ministerie van Financiën verzorgt trainingen voor ambtenaren van het Georgische ministerie van Financiën in het kader van de kiesgroeprelatie. In 2013 zijn, naast de lopende programma’s, bilaterale trainingen voorzien voor jonge Georgische diplomaten en voor de Georgische politie (in samenwerking met de KLPD).

Ten aanzien van de parlementsverkiezingen in Oekraïne op 28 oktober a.s. onderstreepten de ministers het belang van waarneming door de OVSE.

China

HV Ashton memoreerde dat tijdens de Europese Raad van 18 en 19 oktober een korte discussie wordt voorzien over strategische samenwerking met China. Minister Rosenthal refereerde aan zijn bezoek aan China eerder deze maand en benadrukte het belang om nauw met China samen te werken, bijvoorbeeld met betrekking tot economische onderwerpen, en de dialoog met China over mensenrechten gaande te houden.

Overleg met de Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov

Van Russische zijde is met betrekking tot Syrië de wens geuit om op humanitair terrein de samenwerking met de EU te intensiveren. De EU-ministers verschillen van opvatting met minister Lavrov over de noodzaak van het vertrek van Assad. De Russische minister wil hierop minder nadruk leggen dan de EU. Inzake Iran spraken de ministers over het tweesporenbeleid van onderhandelen en druk. Minister Lavrov was het eens met de EU-ministers dat eenheid binnen de P5+1 essentieel is. Met betrekking tot Mali bestond overeenstemming dat tijdig ingrijpen noodzakelijk is om verdere verslechtering van de situatie te voorkomen.

De EU-ministers verwelkomden de toetreding van Rusland tot de WTO. Minister Rosenthal benadrukte dat het lidmaatschap voor Rusland de verantwoordelijkheid met zich mee brengt de aangegane verplichtingen naar letter en geest te implementeren. Ook wees hij erop dat de WTO-toetreding Rusland nieuwe kansen biedt om zijn economie te moderniseren. Hierbij is rule of law uiteraard geen luxe, maar een essentieel element: free trade is ook fair trade. Van EU-zijde werd voorts de mensenrechtensituatie in Rusland, inclusief de vrijheid van meningsuiting, de casus van Sergei Magnitsky en de positie van NGO's, aan de orde gesteld. De ministers spraken ook over energie- en visumaangelegenheden, waarbij Minister Lavrov onderstreepte in aanloop naar de aankomende EU-Rusland top het overleg over deze dossiers te willen vervolgen.

Verzoek van het lid Omtzicht met betrekking tot steunverlening Griekenland

Naar aanleiding van de vraag van het lid Omtzigt tijdens het Algemeen Overleg over de Raad Buitenlandse Zaken van 10 oktober jl. over geruchten betreffende een verband tussen steunverlening aan Griekenland en de toekenning van defensiecontracten aan Duitse en/of Franse ondernemingen in 2010 is navraag gedaan bij deze landen. Beide landen hebben aangegeven dat zo’n verband er niet is. Vanaf 2010 zijn de defensie-uitgaven door de bezuinigingen in Griekenland gedaald. Investeringen zijn geschrapt of uitgesteld. De korting op het defensiebudget maakt onderdeel uit van de afspraken met de Trojka bestaande uit de Europese Commissie, de ECB, en het IMF. Tevens houdt de Trojka nauw toezicht op alle uitgaven door Griekenland, inclusief de uitgaven op het terrein van defensie.

Naar boven