21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1145 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2012

Hierbij bieden wij u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 april 2012.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken H. P. M. Knapen

Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 23 april 2012

Birma

De tussentijdse verkiezingen voor het Birmese parlement van 1 april jl. zijn zonder aanzienlijke onregelmatigheden verlopen. Wel waren er enkele incidenten. De National League for Democracy (NLD) heeft 43 van de 45 beschikbare zetels gewonnen, waaronder een zetel voor Aung San Suu Kyi.

De Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) zal de sancties tegen Birma bezien in het licht van de vooruitgang die is bereikt in de hervormings- en verzoeningsprocessen. De sancties worden jaarlijks in april geëvalueerd. Voor handhaving of wijziging van de sancties is een Raadsbesluit bij consensus vereist.

Het kabinet vindt dat de EU het hervormingsproces in Birma verder moet steunen, onder andere via aanpassing van het sanctieregime. Aan de voorwaarden voor opheffing van de sancties – de onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen, eerlijke en vrije verkiezingen en oprechte vooruitgang op het gebied van verzoening met de etnische minderheden – is gedeeltelijk voldaan. Er blijven zorgen bestaan over de resterende politieke gevangenen en de situatie in de etnische gebieden, met name in Kachin.

Afghanistan

Tijdens de Bonn Conferentie in december 2011 committeerde de EU zich aan een bijdrage aan de stabilisering, wederopbouw en ontwikkeling van Afghanistan na 2014. Mede met het oog op de NAVO-Top in Chicago (20–21 mei a.s.) en de Afghanistan-conferentie in Tokio juli a.s. zal de Raad bespreken hoe deze lange termijn committering van de EU verder in te vullen en af te stemmen.

Het kabinet steunt de lange termijn committering van de internationale gemeenschap aan Afghanistan. Het kabinet steunt ook de plannen voor de ontwikkeling van een adequaat en betaalbaar Afghaanse veiligheidsapparaat en zal tijdens de Chicago NAVO-Top de Nederlandse financiële bijdrage bekend maken. Ook de EU en landen buiten de EU en NAVO moeten bijdragen. Nederland voorziet na 2014 een andere, kleinere en meer ondersteunende rol voor de NAVO. De EU zou een belangrijke ondersteunende rol moeten spelen op civiel terrein en zich moeten committeren aan voortzetting van steun aan de opbouw van de civiele politie en de rechtsstaat, mogelijk via verlenging van de EUPOL-missie na 2014. Daarnaast ziet Nederland een belangrijke rol weggelegd voor de EU in de ondersteuning van de Afghaanse inspanningen op het gebied van sociaaleconomische ontwikkeling. De EU zou tot slot moeten onderstrepen dat een vergelijkbare politieke inspanning van de Afghaanse autoriteiten wordt verwacht met betrekking tot uitvoering van de afgesproken hervormingen, vooral die inzake goed bestuur, mensenrechten, rechtsstaat en bestrijding van corruptie.

Syrië

Op 27 maart jl. heeft het Syrische regime het zes-puntenplan van VN- en AL-gezant Annan aanvaard en is het akkoord gegaan met het terugtrekken van regeringstroepen resulterend in een staakt-het-vuren. De deadline voor het uitvoeren van deze afspraken verstreek op 12 april jl., waarna het geweld is afgenomen, maar ook incidenten zijn gemeld. De internationale gemeenschap, inclusief Rusland en China, blijft Assad oproepen zijn troepen terug te trekken en het geweld geheel te staken. Onder andere via een verklaring op 5 april jl. steunde de VN-Veiligheidsraad de werkzaamheden van Annan.

Het kabinet steunt het vinden van een politieke oplossing en het zes-puntenplan van Annan past hierin. Het steunt ook de uitzending van een VN-waarnemersmissie, bij voorkeur met landen uit de regio. Een dergelijke missie zal in de komende periode verder vorm moeten krijgen.

Tijdens de «Friends of Syria» bijeenkomst op 1 april jl. in Istanboel zijn twee werkgroepen opgericht: economisch herstel en sancties. Nederland neemt aan beide werkgroepen deel. De volgende «Friends»-bijeenkomst zal plaatsvinden in Parijs. Een datum is nog niet bekend gemaakt.

De EU blijft via restrictieve maatregelen druk op het Syrische regime uitoefenen. Zolang de onderdrukking van de Syrische burgerbevolking aanhoudt, blijft het kabinet zich inspannen voor verdergaande maatregelen tegen Syrië. Overleg over uitbreiding van het sanctieregime in EU-verband is gaande.

Op het congres van de oppositie op 26 en 27 maart jl. in Istanboel heeft een meerderheid van Syrische oppositiegroepen de SNC erkend als de formele vertegenwoordiger van het Syrische volk. Nederland steunt de Syrische oppositie met financiële en praktische middelen en roept deze op zich te verenigen.

Nederland heeft tijdens de «Friends»-bijeenkomst de internationale gemeenschap opgeroepen overlopen te stimuleren. Begin maart zijn de onderminister van Olie en vier brigadegeneraals overgelopen. Het kabinet vraagt onder andere in EU-verband en ook in bilaterale contacten aandacht voor het belang van het stimuleren van overlopen. Het kabinet zal binnen de Europese Unie aandringen op gemeenschappelijke boodschappen aan potentiële overlopers. Daarbij zet het kabinet onder andere in op actieve woordvoering vanuit de EU richting Syrische zakenlieden die op de EU-sanctielijst staan, met de boodschap dat zij van de sanctielijst gehaald zouden kunnen worden als zij hun actieve steun aan het regime opgeven.

De humanitaire situatie is in de afgelopen weken verder verslechterd. UNHCR heeft in de buurlanden van Syrië inmiddels zo’n 44 000 vluchtelingen geregistreerd. UNHCR heeft in samenwerking met VN-organisaties en NGO’s een hulpverzoek, gericht op vluchtelingen in buurlanden, ten bedrage van in totaal ruim 84 miljoen USD uitgezet. VN OCHA werkt aan een hulpverzoek voor de noden in Syrië. Na het bezoek van directeur Kellenberger heeft het Internationale Rode Kruis (ICRC) meer ruimte voor zijn werkzaamheden in Syrië gekregen. Nederland steunt het werk van ICRC met een jaarlijkse ongeoormerkte bijdrage van 25 miljoen euro en UNHCR met 38 miljoen euro. Deze bijdragen worden onder meer aangewend voor Syrië. Eerder gaf Nederland 1 miljoen euro aan WFP voor voedselhulp in Syrië. Ook heeft de VN 13 miljoen euro bijgedragen aan Syrië uit het VN noodhulpfonds (CERF), waar Nederland jaarlijks 40 miljoen euro aan bijdraagt. De Europese Commissie heeft 10 miljoen euro vrijgemaakt voor humanitaire noden van Syriërs. Aanvullende mogelijkheden voor humanitaire hulpverlening (door Nederland) worden onderzocht.

Midden-Oosten Vredesproces

Op basis van een debriefing door Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton van de recentste Kwartetbijeenkomst op 11 april jl. in Washington zal de Raad van gedachten wisselen over het vervolg van het Kwartet-onderhandelingstraject. Het Kwartet herhaalde zijn oproep aan beide partijen af te zien van acties die het vertrouwen ondermijnen en zich te concentreren op inspanningen die bijdragen aan een hervatting van directe onderhandelingen op basis van de Kwartetverklaring van 23 september jl. In de discussie zullen ook, mede op basis van recente rapportage door EU-ambassadeurs, ontwikkelingen ter plaatse worden betrokken (met name in Oost-Jeruzalem, in het nederzettingenbeleid en in het zogenaamde Area C), alsmede mogelijke perspectieven op hernieuwing van rechtstreeks Israëlisch-Palestijns contact.

De inzet van het kabinet in de discussie is gericht op maximalisering van de ondersteuning door de EU van de pogingen van het Kwartet om partijen tot hervatting van de rechtstreekse besprekingen te bewegen, met als doel het bereiken van een duurzame vrede op basis van de twee-staten oplossing.

Voorts zal het kabinet naar aanleiding van recente incidenten in de vorm van het uitlekken van EU HoMs-rapporten nogmaals aandringen op adequate maatregelen om toekomstig lekken en andere vormen van niet-integere omgang met informatie te voorkomen. Nederland zal een voorbehoud blijven aantekenen op rapportage die aanbevelingen bevat waarover geen consensus bestaat. Tijdens een recent gesprek met minister Rosenthal erkende de secretaris-generaal van de Europese dienst voor extern optreden (EDEO) dat er ruimte voor verbetering was.

Iran

HV Ashton zal terugblikken op de bijeenkomst van de vijf Permanente leden van de VN-Veiligheidsraad en Duitsland (P5+1) met Iran over het Iraanse nucleaire programma op 14 april jl. te Istanboel. Nu zal moeten blijken of Iran serieus wil starten met besprekingen gericht op het naleven van internationale verplichtingen in relatie tot het Iraanse nucleaire programma. Een uitgebreide discussie is in de Raad niet voorzien.

Mali

De internationale gemeenschap heeft de staatsgreep in Mali van 22 maart jl. eensgezind veroordeeld. Ter onderstreping hiervan heeft de EU de ontwikkelingssamenwerkings-programma’s met de Malinese overheid stilgelegd. Op 7 april jl. ondertekenden ECOWAS en de coupplegers een raamovereenkomst die voorziet in een transitieperiode met een interim-president, -premier en -regering van nationale eenheid.

De politieke crisis heeft de humanitaire crisis als gevolg van de voedselschaarste in de Sahel verergerd. Meer dan 200 000 mensen zijn op de vlucht geslagen. Ongeveer de helft hiervan is uitgeweken naar buurlanden. Humanitaire hulpverleners slagen er niet of nauwelijks in Noord-Mali te bereiken. De EU beziet momenteel hoe zij extra middelen ter leniging van acute noden ter beschikking kan stellen.

Het kabinet is verontrust over de situatie in Mali als gevolg van de staatsgreep. De EU dient de inspanningen van onder meer ECOWAS te blijven ondersteunen, met als doelen behoud van de territoriale integriteit van het land, terugkeer naar de constitutionele rechtsorde en implementatie van de raamovereenkomst. In reactie op de coup heeft ook Nederland het ontwikkelingssamenwerkings-programma met de overheid bevroren.

Het kabinet meent dat humanitaire hulp en hulp die via NGO’s rechtstreeks aan de bevolking ten goede komen zoveel mogelijk doorgang moeten vinden. De staatssecretaris heeft in zijn brief aan de Tweede Kamer van 5 april jl. toegezegd dat hij een noodhulpbijdrage in verband met de situatie in Mali in overweging zal nemen.

Naar boven