21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1141 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2012

Hierbij bieden wij u aan het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van

23 maart 2012.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 23 maart 2012

Syrië

De Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) veroordeelde de wrede aanvallen, de aanhoudende mensenrechtenschendingen en het gebruik van zware wapens in dichtbevolkte gebieden door het Syrische regime. Hij herhaalde de oproep aan president Assad om onmiddellijk op te stappen. De Raad herhaalde ook zijn grote bezorgdheid over de almaar verslechterende humanitaire situatie in Syrië. De Raad toonde zich ook bezorgd over berichten dat mijnen worden gelegd langs de Syrische grenzen.

Het Syrische regime moet het geweld beëindigen en humanitaire hulpverleners onbeperkte en volledige toegang geven om hun werkzaamheden te kunnen verrichten. Commissaris Georgieva wees op de voortdurende problemen op dit gebied. De ministers verwelkomden het recente bezoek van ondersecretaris-generaal van de VN Valerie Amos aan Syrië en haar inzet in onderhandelingen met de Syrische autoriteiten om humanitaire toegang mogelijk te maken.

De Raad herhaalde zijn steun aan de missie van de Gezamenlijke Speciale Vertegenwoordiger van de VN en de Arabische Liga voor Syrië, Kofi Annan, en verwelkomde de voorzittersverklaring van de VN-Veiligheidsraad van 21 maart jl., waarin wordt opgeroepen het geweld te beëindigen en het zespuntenplan van Annan uit te voeren. Het is positief dat Rusland deze verklaring heeft gesteund. De EU blijft evenwel streven naar een resolutie van de VN-Veiligheidsraad die kan bijdragen aan een staakt-het-vuren, humanitaire toegang kan verzekeren en een politiek transitieproces op gang kan brengen in lijn met de wens van de Syrische bevolking. Bij de komende bijeenkomst van de «Friends of Syria» op 1 april a.s. in Istanbul zal de EU deze punten opnieuw benadrukken.

De RBZ besloot de sancties tegen Syrië uit te breiden. De lijst met personen en entiteiten tegen wie een visumban en tegoedenbevriezing van kracht zijn, is uitgebreid met 12 personen en 2 entiteiten. Op de lijst staan nu in totaal 126 personen en 41 entiteiten. Meerdere ministers, onder wie minister Rosenthal, wezen erop dat de EU de sancties zal blijven opvoeren zolang het geweld aanhoudt.

Vele ministers wezen op het belang dat de oppositie zich verenigt. Minister Rosenthal benadrukte het belang van steun aan de oppositie en mensenrechtenverdedigers en gaf aan dat Nederland de oppositie ook met technische middelen ondersteunt, bijvoorbeeld door toegang tot internet te faciliteren. De minister bepleitte dat de EU de steun aan de oppositie uitbreidt en de oppositie aanmoedigt zich te verenigen en te zorgen voor inclusiviteit en representativiteit.

De Raad riep alle Syriërs op zich te distantiëren van het regime-Assad. Minister Rosenthal onderstreepte dat de EU, zonder personen in gevaar te willen brengen, kan bijdragen aan een einde aan het geweld door te stimuleren dat Syrische ambtenaren, diplomaten, militairen en zakenlieden overlopen.

Wit-Rusland

De Raad veroordeelde de recente executie van twee Wit-Russische gevangenen en herhaalde zijn grote zorg over de mensenrechtenschendingen in het land, alsmede over het gebrek aan democratie en respect voor de rechtsstaat. Gezien de verdere verslechtering van de situatie en de voortgezette gevangenschap van politieke dissidenten, kondigde de Raad restrictieve maatregelen af tegen 12 personen, onder wie enkele zakenlieden, en 29 bedrijven. Deze personen en bedrijven zijn betrokken bij onderdrukking van de democratische Wit-Russische oppositie of het maatschappelijk middenveld, dan wel verlenen steun aan het Wit-Russische regime of profiteren ervan.

Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton sprak haar teleurstelling uit over de recente ontwikkelingen in Wit-Rusland. In dat licht was zij verheugd over de stevige maatregelen waartoe de Raad besloot. De HV benadrukte dat de EU haar tweesporenbeleid moet voortzetten, en dus ruime aandacht moet besteden aan het ondersteunen van oppositie en dissidenten. Hiertoe zal de EU eind maart een dialoog over modernisering van Wit-Rusland starten met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de oppositie. Minister Rosenthal wees erop dat sommige dissidenten het land niet mogen verlaten. Extra hulp aan hen is geboden.

De Raad herhaalde de bereidheid met Wit-Rusland te spreken over visumfacilitatie- en readmissie-overeenkomsten. Dit zou de Wit-Russische bevolking ten goede komen. Gezien het uitblijven van dergelijke besprekingen tot nu toe, maken de lidstaten maximaal gebruik van de mogelijkheden die de EU-visumcode biedt om visumleges voor individuele Wit-Russische burgers te laten vervallen of te verminderen.

Sahel

De RBZ veroordeelde de staatsgreep in Mali en riep op tot een onmiddellijk einde aan het geweld en vrijlating van staatsfunctionarissen. Commissaris Piebalgs meldde dat EU-ontwikkelingssamenwerkingsprogramma’s met de Malinese overheid waren opgeschort, maar dat de verlening van humanitaire noodhulp en directe samenwerking met de bevolking zouden worden voortgezet. De Raad riep tevens op tot een staakt-het-vuren in het noorden van Mali en herhaalde de bereidheid een inclusieve dialoog te ondersteunen.

De ministers verwelkomden de voortgang die is gemaakt met de implementatie van de Sahel-strategie sinds de aanname in maart 2011. Zij verzochten de HV evenwel de implementatie ervan te versnellen. Ook spraken zij hun zorg uit over de verslechterde veiligheidssituatie in de Sahel en bevestigden zij hun steun aan de landen in de regio in de strijd, samen met andere regionale en internationale organisaties, tegen armoede, terrorisme, gewelddadig extremisme en georganiseerde criminaliteit.

De Raad stemde in met het Crisis Management Concept voor een civiele GVDB advies- en trainingsmissie in de Sahel, met een operationele focus op Niger. De missie zal gendarmerie, politie en de nationale garde ondersteunen, in het bijzonder bij de bestrijding van terrorisme en georganiseerde criminaliteit. Het is de bedoeling dat de missie aan het einde van de zomer van 2012 van start gaat.

De veiligheidsproblemen in de regio hebben de voedselcrisis verder verscherpt. De EU beziet hoe zij extra middelen ter leniging van acute noden ter beschikking kan stellen. HV Ashton wees erop dat verdere uitvoering van de Sahel-strategie zal bijdragen aan het wegnemen van oorzaken van voedselschaarste.

Minister Rosenthal verwelkomde in het licht van de staatsgreep de opschorting van EU-samenwerking met de Malinese overheid. Ook Nederland heeft zijn bilaterale programma met de overheid bevroren. Mede in het licht van de zorgwekkende proliferatie van wapens in de regio vanuit Libië sprak de minister zijn steun uit voor de voorgenomen GBVB-missie ter ondersteuning van politie, gendarmerie en de nationale garde. Minister Rosenthal riep voorts op tot goede afstemming van humanitaire hulp aan de regio.

Bijeenkomst met alle kandidaat lidstaten

In een informeel gesprek met de collega’s uit de kandidaat-lidstaten kwamen Afghanistan, Pakistan en de Zuidelijke Nabuurschapsregio aan de orde.

Bijna alle kandidaat-lidstaten dragen bij aan ISAF. Kroatië is ook actief in EUPOL. Net als de EU-lidstaten zijn zij van mening dat de Europese betrokkenheid bij de ontwikkeling van Afghanistan na 2014 moet worden voortgezet, waarbij ook van Afghanistan een inspanning op het gebied van de civiele aspecten van de transitie mag worden verwacht.

Bij de discussie over Pakistan onderstreepte minister Rosenthal dat de Raad de beloften aan Pakistan op het gebied van het toekennen van handelspreferenties nu spoedig moet nakomen.

De ministers en hun counterparts van de kandidaat-lidstaten deelden de visie dat democratische omwentelingen in de Zuidelijke Nabuurschapsregio steun verdienen. Enkelen onder hen meenden dat mild optimisme over de ontwikkeling van democratie in Noord-Afrika op zijn plaats is. Minister Rosenthal bepleitte in het bijzonder aandacht te besteden aan de ontwikkeling van de rechtsstaat, het maatschappelijk middenveld en de economie in de betrokken landen, alsmede aan marktopening en de verbetering van de positie van vrouwen.

Bijeenkomst met Turkse minister Davutoğlu

Minister Davutoğlu uitte zijn zorg over de ontwikkelingen in de Zuid-Oostelijke buurlanden van Turkije, in het bijzonder in Syrië. De ministers waren het eens over de door de internationale gemeenschap te nemen stappen, zoals onder andere vastgelegd in de voorzittersverklaring van de VN-Veiligheidsraad over Syrië van 21 maart jl. en in de Raadsconclusies over Syrië. Minister Davutoğlu bevestigde dat ook in zijn visie de sancties bijdragen aan het ondermijnen van de mogelijkheden tot het plegen van geweld tegen de eigen bevolking door het Syrische regime. Hij benadrukte dat sancties alleen onvoldoende zullen blijken om het geweld te stoppen. De minister verwachtte dat Turkije binnenkort niet meer in staat zal zijn de vluchtelingen uit Syrië op eigen kracht op te vangen en dat het land dan de steun van de VN zal inroepen. Mede in het licht van de bijeenkomst van de «Friends of Syria» in Istanbul op 1 april a.s. moedigt Turkije de Syrian National Council actief aan om de representativiteit en inclusiviteit van de eigen organisatie te vergroten.

Iran

De RBZ-ministers besloten tot uitbreiding van de mensenrechtensancties tegen Iran. Aan de lijst van personen tegen wie een visumban en tegoedenbevriezing van kracht is, werden 17 mensenrechtenschenders toegevoegd. De Raad besloot daarnaast op initiatief van minister Rosenthal tot een verbod op de export van internetmonitoringtechnologie, vergelijkbaar met soortgelijke beperkingen die van toepassing zijn op Syrië.

Ook namen de ministers een verordening aan waarmee het Raadsbesluit van 23 januari jl. aangaande aanvullende sanctiemaatregelen tegen Iran wordt geïmplementeerd. De verordening regelt onder meer de bevriezing van de tegoeden van de Centrale Bank van Iran en de implementatie van het importverbod op Iraanse olie, inclusief een verbod op het vervoeren van Iraanse olie en het verzekeren van Iraanse olietransporten per 1 juli a.s.

Atalanta

De Raad heeft het mandaat van de EU antipiraterij-operatie Atalanta verlengd tot eind 2014. Tevens is het operatiegebied uitgebreid dat nu ook de kuststrook van Somalië omvat, waardoor Atalanta ook operaties met effect op land kan uitvoeren om piraterij-aanvallen te voorkomen. «Boots on the ground» zijn niet aan de orde en de inzet van middelen moet proportioneel zijn.

De Somalische overheid steunt de uitbreiding van het operatiegebied en heeft de secretaris-generaal van de VN reeds op de hoogte gesteld van haar instemming, waardoor de uitbreiding van het operatiegebied in overeenstemming is met de bepalingen van de relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad. De RBZ-ministers besloten operatie Atalanta te verlengen vanwege de grote humanitaire en economische belangen die de operatie dient. Zij herbevestigden daarmee de prioriteit die piraterijbestrijding heeft.

Op korte termijn zal uw Kamer per aanvullende artikel 100-brief over de consequenties van het besluit voor de Nederlandse bijdrage nader worden geïnformeerd.

Overige onderwerpen

Meerdere ministers, onder wie minister Rosenthal, uitten hun gevoelens van medeleven met Frankrijk na de aanslagen in Zuid-West Frankrijk.

Het onderwerp «Energie en buitenlands beleid» werd doorgeschoven naar een volgende gelegenheid.

Naar boven