21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1130 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2012

Hierbij bied ik u de aanvulling aan op geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) van 9 en 10 maart 2012.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

Geannoteerde agenda Gymnich 9–10 maart 2012

In de late namiddag van dinsdag 6 maart jl. maakte HV Ashton het onderwerp van de tweede dag van het Gymnich-overleg bekend: «hoe de EU verandering kan bewerkstelligen in landen die bovenaan de buitenlandspolitieke agenda staan». Het kabinet verstaat hieronder in deze context met name landen die door recente ontwikkelingen een transformatie doormaken, in een conflictsituatie verkeren, de mensenrechten niet respecteren of niet aan hun internationaalrechtelijke verplichtingen voldoen. De EU beschikt over een breed spectrum aan middelen om haar beleidsdoelen te verwezenlijken. Dit strekt zich uit van samenwerking en ondersteuning tot operaties in het kader van het GVDB.

Dialoog en samenwerking zijn een belangrijk middel om gedragsverandering in een land te bewerkstelligen. Hiernaast biedt de Unie handelspreferenties en is in ontwikkelingslanden actief op het gebied van OS. Met deze instrumenten kan de EU hervormingen in deze landen ondersteunen.

Het kabinet hecht zeer aan voorwaardelijkheid in de relaties. Zo is het van oordeel dat (financiële) steun van de EU aan derde landen afhankelijk moet worden gesteld van de mate waarin een land de mensenrechten respecteert en adequaat politiek en financieel-economisch bestuur voert.

In het geval waarin staten weigeren aan hun internationale verplichtingen te voldoen is het opleggen van sancties een belangrijk middel. De EU heeft verschillende maatregelen tot haar beschikking: zoals het beperken of verbreken van diplomatieke betrekkingen, het instellen van een visumban, het bevriezen van tegoeden, het verbieden van de im- of export van bepaalde producten, het stopzetten van contractuele relaties met een bepaald land en en het afzien van deelname aan evenementen.

Bij de overweging of sancties een adequaat middel zijn, is het uitgangspunt: helpen zij beleidsdoelen van de EU te verwezenlijken? Bij de keuze voor een sanctiemaatregel hecht is het van belang dat deze in verhouding staat tot het gedrag dat de EU wil corrigeren. Ook is van belang dat zij die personen of entiteiten raakt waarvoor zij bedoeld is, zonder de bevolking onnodig te treffen. Voorts moet een sanctiemaatregel juridisch goed worden verankerd en in de praktijk handhaafbaar zijn. Ten slotte moet de EU zich rekenschap te geven van de economische impact van sancties op de Unie zelf.

Hoewel moeilijk te kwantificeren, is het kabinet ervan overtuigd dat sancties bijdragen aan gewenste gedragsveranderingen. Sancties hebben het meeste effect indien zij wereldwijd zo breed mogelijk gedragen en gehandhaafd worden. Om deze reden dienen restrictieve maatregelen steeds in zo breed mogelijk internationaal verband, bij voorkeur VN-verband, te worden getroffen in samenwerking met gelijkgezinde partners. Ook moet outreach naar niet op voorhand gelijkgezinde landen plaatsvinden.

Naar boven