21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1118 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 januari 2012

Hierbij bieden wij u aan het verslag van de Raad Algemene Zaken van 27 januari 2012.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen

Verslag Raad Algemene Zaken d.d. 27 januari 2012

Meerjarig Financieel Kader

Aanpak

De Raad Algemene Zaken (RAZ) hield een oriënterende discussie over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor de Europese Unie in de periode 2014–2020. Het Deense voorzitterschap richtte de discussie op de belangrijkste prioriteiten onder het MFK en de door de Europese Commissie voorgestelde omvang ervan. Dit laatste op verzoek van Nederland en andere like-minded lidstatendie een lager MFK-plafond willen. Deze landen vinden het belangrijk dat aan het begin van de onderhandelingen duidelijk wordt binnen welk financieel kader de discussie over de belangrijkste prioriteiten plaats kan vinden. Verschillende landen gaven aan deze benadering niet te steunen. Zij stelden eerst de inhoudelijke prioriteiten te willen vaststellen en vervolgens de daarbij benodigde middelen. De Commissie gaf aan dat het met haar voorstel in zekere zin al top-down te werk is gegaan. Ook zei de Commissie een voorstel te hebben gedaan dat naar haar mening niet neerwaarts kan worden bijgesteld, onder andere omdat de EU op basis van het Verdrag van Lissabon extra taken heeft gekregen. Bovendien zouden de begrotingen van lidstaten als percentage van het bruto nationaal inkomen (BNI) de afgelopen jaren sneller zijn gestegen dan de EU-begroting.

Totaalplafond

Een groot aantal landen gaf aan de door de Commissie voorgestelde omvang voor het MFK van 1025 miljard euro in vastleggingen1 te steunen. Nederland gaf samen met verschillende gelijkgezinde landen aan het Commissievoorstel fors te hoog te vinden. Nederland verwees daarbij naar de brief die minister-president Rutte met de staatshoofden/regeringsleiders van vijf gelijkgezinde landen in december 2010 naar Commissievoorzitter Barroso stuurde. Daarin wordt gesteld dat de EU-begroting vanaf 2011 met maximaal de inflatie kan stijgen. Op basis van deze brief stelde Nederland dat het Commissievoorstel minstens 100 miljard in betalingen/constante prijzen te hoog is. Enkele andere landen noemden ook dit bedrag. Uit de discussie bleek dat er een grote groep landen is (vooral de landen die behoren tot de Friends of Cohesion) die het Commissievoorstel steunt en dat de like-minded lidstaten voor een fors lager plafond pleiten dan de Commissie voorstelt. De meeste «like-minded» lidstaten stelden daarbij dat de EU-begroting niet ontzien kan worden nu alle lidstaten gedwongen worden forse bezuinigingen en hervormingen door te voeren om uit de crisis te komen.

Verdeling over categorieën

Zoals aangegeven in de geannoteerde agenda voor deze RAZ, meldde Nederland verder dat binnen een krapper financieel kader de prioriteit ligt bij investeringen in onderzoek, onderwijs en innovatie, waarmee de concurrentiepositie van Europa versterkt wordt en economische groei kan worden gegenereerd. De uitgaven voor de cohesie- en structuurfondsen kunnen fors worden verlaagd, en de landbouwfondsen vanaf 2013 nominaal bevroren, hetgeen een reële verlaging betekent met 9% ten opzichte van de huidige MFK-periode.

De meeste like-minded, maar ook verschillende leden van de Friends of Cohesion, benadrukten het belang van onderzoek en innovatie. Verschillende landen noemden expliciet het nieuwe fonds Connecting Europe Facility (CEF) dat publieke en private investeringen in energie-, vervoer- en ICT-netwerken moet bevorderen. Hoewel steun werd uitgesproken voor de doelstellingen van dit fonds, werd de voorgestelde stijging van de uitgaven bekritiseerd. De lidstaten die deel uitmaken van de Friends of Cohesion benadrukten het belang van structuurfondsen als investeringsfonds voor groei. Verschillende like-minded gaven, net als Nederland, aan dat het bedrag voor structuurfondsen omlaag zou moeten en dat kritisch gekeken moet worden naar de besteding en verdeling van de structuurfondsen. Ten aanzien van de landbouwuitgaven waren verschillende landen, net als Nederland, van mening dat deze nominaal bevroren dienden te worden, terwijl sommigen pleitten voor een verlaging of het Commissievoorstel konden steunen

Overig

Verschillende landen stelden de omvang van de reste à liquider (RAL – vastleggingen die nog niet tot betalingen zijn gekomen) als belangrijk probleem te zien in de onderhandelingen. Ook Nederland heeft op dit probleem gewezen en aangegeven dat er geen automatische uitkering van de RAL kan plaatsvinden. Dit dient onderdeel van de onderhandelingen voor het nieuwe MFK te zijn. Daarnaast stelde een groot aantal landen, net als Nederland, dat alle uitgaven onder het MFK moeten worden gebracht om de inzichtelijkheid in alle EU-uitgaven en de begrotingsdiscipline te bevorderen.

Veel lidstaten zeiden tegen kortingen op de Eigen Middelen te zijn. Nederland heeft aangegeven er vanuit te gaan minimaal de huidige korting te behouden en ook een verlaging van de perceptiekostenvergoeding niet te accepteren. Er was weinig steun voor de nieuwe Eigen Middelen (Financial Transaction Tax en BTW) die door de Commissie zijn voorgesteld.

Presentatie Deens voorzitterschapsprogramma

Het Deens voorzitterschap presenteerde summier het voorzitterschapsprogramma voor het komende halfjaar, getiteld «Europe at work». Daarin ligt de nadruk op een «verantwoordelijk, dynamisch, veilig en groen Europa» met als prioriteiten:

  • de economische en schuldencrisis («de grootste uitdaging»);

  • onderhandelingen over het MFK: Denemarken wil een goede basis leggen voor afronding daarvan in 2012;

  • stimulering van groei en werkgelegenheid, vooral door versterking van de interne markt;

  • bevordering van duurzame groei, onder meer door stimulering van groene energie en energie-efficiëntie;

  • voortgang op het terrein van het asiel en migratiepakket, in het kader van «een veilig Europa»

De Raad nam kennis van het programma. Er vond geen discussie plaats.

Follow-up ER 9 december 2011/Voorbereiding ER d.d. 1 en 2 maart 2012

Voor het agendaonderdeel «voorbereiding van de informele Europese Raad van 30 januari» wordt verwezen naar het verslag van de informele Europese Raad dat uw Kamer spoedigst zal ontvangen.

Het Deense voorzitterschap heeft tijdens deze RAZ kort aandacht gevraagd voor actiepunten voortvloeiend uit de Europese Raad van 9 december jl. Elementen die daarbij de revue passeerden waren:

  • voortgaande versterking van de economic governance door middel van implementatie van reeds aangenomen wetgeving («six pack») en afronding van de onderhandelingen over wetgeving die in de pijplijn zit («two pack»);

  • implementatie van het energiepakket, met name de richtlijnen voor vervolmaking van de interne energiemarkt, en de lopende onderhandelingen over de energie-efficiency richtlijn;

  • follow-up van de stresstesten voor de veiligheid van nucleaire installaties die in 2011 zijn uitgevoerd, waarbij tevens moet worden gekeken naar de nucleaire veiligheidssituatie in naburige landen. Na de voor januari-april 2012 geplande peer review vindt in juni dit jaar definitieve rapportage aan de Europese Raad plaats.

  • bevestiging van de kandidaatstatus van Servië en toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone.

Dit laatste punt zal wederom figureren op agenda van de Europese Raad van 1-2 maart a.s., die zich vooral zal concentreren op de thema’s Europees Semester en de EU2020 strategie. De informele Europese Raad van 30 januari sprak ter voorbereiding hierop over het belang van economische groei en werkgelegenheid. In de marge van de Europese Raad van 1-2 maart vindt voorts ondertekening plaats van het verdrag voor stabiliteit, coördinatie en governance in de EMU.

Situatie Hongarije

Op verzoek van de Benelux werd onder «overige onderwerpen» (AOB) de stand van zaken toegelicht met betrekking tot de infractieprocedures die de Commissie tegen Hongarije is gestart. De Commissie gaf aan dat deze infractieprocedures de volgende zaken betreffen: de onafhankelijkheid van de Hongaarse Centrale Bank, de verlaagde pensioenleeftijd voor rechters en de onafhankelijkheid van de toezichthouder gegevensbescherming. Verder heeft de Commissie vragen gesteld over de onafhankelijkheid van de rechtelijke macht en de media en heeft zij de politieke dimensie van de wetswijzigingen, de politieke cultuur, de rechtsstaat en de positie van het maatschappelijk middenveld in Hongarije aan de orde gesteld. Premier Orbán en Commissievoorzitter Barroso hadden elkaar op dinsdag 24 januari hierover gesproken. De Commissie werkt samen met de Hongaarse overheid om bovenstaande zaken op te lossen en te verhelderen. De Commissie benadrukte dat de lidstaten de EU-regels naar letter en geest dienen te respecteren. De Commissie ziet hierop toe.

Hongarije gaf in reactie hierop aan dat de infractieprocedure zich in de eerste fase bevond en «werk in uitvoering» is. De recentelijk aangepaste wetgeving voor de Nationale Bank en andere relevante wetgeving werd opnieuw bekeken en eventueel aangepast. Hongarije was vastbesloten alle uitstaande vragen naar tevredenheid te beantwoorden. Ook de meer algemene vragen over rechtsstatelijkheid en de rol van het maatschappelijk middenveld zaken zouden worden meegenomen in de gesprekken met de Commissie.

In reactie op de Hongaarse interventie gaf België, tevens Benelux-voorzitter, aan tevreden te zijn met deze informatie en graag op de hoogte te willen blijven van de voortgang van het onderzoek. Het Deense voorzitterschap concludeerde dat de Raad nota heeft genomen van de stand van zaken en benadrukte dat de Commissie, als hoedster van het verdrag, haar rol vervulde.


X Noot
1

Dit bedrag is exclusief de 58 miljard euro in vastleggingen voor fondsen die de Commissie in haar voorstel buiten het MFK plaatst. Het door de Commissie voorgestelde MFK-plafond voor betalingen is 972 miljard, exclusief de buiten het MFK geplaatste fondsen.

Naar boven