21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1110 BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2011

Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 5 december jl.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Verslag Raad Algemene Zaken d.d. 5 december 2011

Voorbereiding Europese Raad

Economische Groei-agenda

De Raad sprak over groeibevorderende maatregelen. De Commissie benadrukte in dit verband de noodzaak tot uitvoering van wetgeving en maatregelen gericht op economische groei die reeds zijn overeengekomen.

Een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, wees op het belang van doorvoeren van concrete maatregelen ter versterking van de interne markt, zoals volledige implementatie van de dienstenrichtlijn, het terugdringen van administratieve lasten voor bedrijven en het completeren van de digitale interne markt. Nederland verwees in dit verband bij monde van staatssecretaris Knapen naar de groeibrief die premier Rutte eerder met zijn Zweedse en Finse collega’s stuurde aan ER-voorzitter Van Rompuy en Commissievoorzitter Barroso.

Tevens sprak de Raad over de uitvoering tot nog toe van de verplichtingen die de daaraan deelnemende lidstaten zijn aangegaan onder het Europlus Pact. De Europese Commissie zal de stand van uitvoering beoordelen in het kader van het Europees Semester dat één van de centrale agendapunten zal zijn tijdens de aanstaande voorjaars-ER (maart 2012). In de discussie werd opgemerkt dat vooral aandacht moet worden geschonken aan de werkgelegenheidssituatie die steeds zorgelijker wordt.

De Commissie presenteerde haar Annual Growth Survey 2012. Daarin identificeert zij een vijftal prioriteiten waarop de lidstaten en de Unie zich de komende periode moeten concentreren: (i) begrotingsconsolidatie, (ii) toegang van het bedrijfsleven tot kapitaal, (iii) groeibevorderende maatregelen, (iv) werkgelegenheid & sociale gevolgen van de crisis en (v) modernisering van het openbaar bestuur. Staatssecretaris Knapen gaf aan dat urgentie geboden is om te komen tot snelle uitvoering van deze prioriteiten. Ook Commissaris Šefčovič, verantwoordelijk voor inter-institutionele samenwerking, benadrukte het belang van snelle uitvoering, waartoe de Commissie voor specifieke wetgevingsvoorstellen een zogenaamde fast track wetgevende procedure wil hanteren.

De Survey markeert de start van het nieuwe Europese semester en zal de komende maanden uitvoerig worden besproken in de betrokken vakraden. De voorjaars-ER (maart 2012) zal de uitkomsten van bespreking in de vakraden vervolgens bekrachtigen en politieke oriëntaties vaststellen die in juni moeten leiden tot landen-specifieke aanbevelingen voor structurele financiële en sociaal-economische maatregelen.

Het inkomend Deens voorzitterschap gaf aan het Europees Semester als prioriteit te beschouwen; het zal binnenkort komen met een routekaart waarin wordt aangegeven in welke Raden en op welke momenten dit onderwerp aan de orde zal komen.

Eurozone-crisis

Tijdens de lunch met ER-voorzitter Van Rompuy werd aandacht besteed aan de Eurozone-crisis. Daarbij ging Van Rompuy in op de voortgang van de gesprekken die hij voert ten behoeve van zijn rapport over sterkere economische convergentie in de eurozone, strakkere begrotingsdiscipline en een nauwere economische unie, inclusief de mogelijkheid van een beperkte verdragswijziging. Dit rapport zal voorliggen aan de ER van 9 december a.s., zoals afgesproken op de Eurozone Top van 26 oktober jl.

Een belangrijk deel van de besprekingen ging over de manier waarop strakkere begrotingsdiscipline en sterkere economische convergentie geregeld kunnen worden. Daarbij werden verschillende vormen besproken, zowel binnen de huidige Verdragen, als daarbuiten, bijvoorbeeld in de vorm van een verdragswijziging.

Staatssecretaris Knapen heeft in de discussie nogmaals benadrukt dat het voor Nederland het belangrijkste is dat begrotingsdiscipline daadwerkelijk afdwingbaar wordt onder onafhankelijk toezicht van een Eurocommissaris. Hij beaamde dat de afgelopen weken op dit vlak belangrijke stappen zijn gezet. Niettemin moeten de resterende mogelijkheden benut worden om verdere stappen te zetten. De staatssecretaris gaf aan dat naar Nederlandse mening veel binnen het Verdrag gerealiseerd kan worden, maar dat een beperkte verdragswijziging niet wordt uitgesloten indien deze kan bijdragen aan verdere versterking van begrotingsdiscipline voor eurolanden, inclusief de mogelijkheden voor het schorsen van stemrecht en het creëren van de mogelijkheid de eurozone te verlaten.

Daarnaast werd kort gesproken over eurobonds naar aanleiding van het recent uitgekomen Groenboek van de Commissie. Sommige lidstaten gaven aan hier voorstander van te zijn, terwijl andere, zoals Nederland, in eurobonds geen oplossing zien voor de huidige problemen. Allereerst zullen lidstaten moeten zorgen dat nationale begrotingen op orde zijn en schulden zijn teruggebracht, voordat een zinvolle discussie hierover mogelijk is.

Europees Energiebeleid

Vanwege de gedegen voorbereiding door de Energie-raad van 24 november jl., wisselden de RAZ-ministers slechts kort van gedachten over het Europese energiebeleid. Onderwerpen die daarbij ter sprake kwamen, waren de noodzaak tot ontsluiting van zogenaamde «energie-eilanden» (lidstaten die een geografisch geïsoleerde positie op de Europese energiemarkt innemen), tijdige implementatie van bestaande energiemarkt-wetgeving (derde energiepakket ) en het belang van een low carbon strategy en duurzaamheid in de energiesector. Wat betreft nucleaire veiligheid benadrukten enkele ministers dat ook buurlanden van de Unie ertoe moeten worden bewogen maatregelen te treffen op het terrein van nucleaire veiligheid indien zij over dergelijke installaties beschikken.

Schengen

Over de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone is kort gesproken langs de inmiddels bekende lijnen. Het onderwerp zal op 9 december tijdens de Europese Raad zeer waarschijnlijk opnieuw worden besproken. Het kabinet ziet geen reden het Nederlandse standpunt aan te passen.

Meerjarig Financieel Kader

De Raad besprak het voortgangsrapport van het Poolse voorzitterschap. Daarin schetst het voorzitterschap de uitkomsten van de oriënterende discussies die de Raad sinds juli over de Commissievoorstellen voor het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020 (MFK) heeft gevoerd.

Een groot aantal lidstaten benadrukte nogmaals de voor hen belangrijkste standpunten. Zo plaatste een aantal lidstaten kritische kanttekeningen bij de voorstellen voor strengere conditionaliteiten bij het cohesiebeleid. Ook gaf een aantal lidstaten aan dat de voorstellen voor het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in hun optiek leiden tot een te geringe herverdeling van directe betalingen. Lidstaten die inzetten op een sobere ontwikkeling van de EU-begroting hielden een pleidooi voor een benadering waarbij eerst het uitgavenmaximum voor het MFK wordt vastgesteld, waarbinnen vervolgens de prioriteiten moeten worden ingepast. Met betrekking tot de voorstellen voor de inkomstenkant van de begroting sprak een aantal lidstaten zich uit over de wenselijkheid van een belasting op financiële transacties.

Staatssecretaris Knapen heeft in de discussie aangeven dat het voortgangsrapport een redelijk goed beeld geeft van de besprekingen van de afgelopen maanden. Voor Nederland belangrijke punten (zoals de noodzaak tot besparingen, de relevantie van afdrachtenkortingen, belang van modernisering van de begroting) komen daarin herkenbaar terug.

Het voortgangsrapport zal nu ter kennisname aan de Europese Raad van 9 december a.s. worden aangeboden. Hiermee is de eerste verkennende fase van de onderhandelingen onder het Poolse voorzitterschap afgerond.

Uitbreidingspakket

Algemeen

De Raad nam conclusies (zie bijlage)1 aan over het Uitbreidingspakket dat de Commissie op 12 oktober 2011 presenteerde (zie tevens de Kabinetsappreciatie van het Uitbreidingspakket, Kamerstuk 22 112, nr. EQ, 28 oktober 2011).

Het kabinet is tevreden met de aangenomen conclusies. Deze weerspiegelen de Nederlandse «strict and fair» benadering, die nu ook in Europees verband wordt aangehouden. Vooruitgang in het toenaderingsproces tot de EU kan alleen plaatsvinden op basis van de hoge eisen van het uitbreidingsproces, zoals vastgelegd in de uitbreidingsstrategie uit 2006. De Raad herbevestigt, mede op Nederlands aandringen, in dit verband ook het belang van absorptiecapaciteit van de Unie («de capaciteit van de EU om nieuwe leden te integreren»). Tegelijkertijd erkent de Raad ook het belang van het uitbreidingsproces voor de vergroting van de interne markt en versterking van de EU als geheel.

In de conclusies wordt bijzondere aandacht besteed aan de vrijheid van meningsuiting en vrije media en het belang van het respecteren van rechten van minderheden zoals de Roma. Op Nederlands aandringen benadrukt de Raad in dit verband specifiek het belang van de bescherming van personen behorend tot seksuele minderheden (LGBT) en roept de Raad (potentiële) kandidaat-lidstaten op een cultuur van tolerantie te bewerkstelligen.

Onderhandelingsmethodiek hoofdstukken 23 en 24

In de conclusies (paragraaf 4) wordt ruime aandacht besteed aan de voorstellen van de Commissie voor een nieuwe methodiek voor toekomstige onderhandelingen over de hoofdstukken 23 (rechtsstaat en fundamentele rechten) en 24 (justitie, vrijheid en veiligheid). De Raad erkent het belang van deze onderwerpen en stelt, met verwijzing naar de geleerde lessen uit de onderhandelingen met Kroatië, dat voortgang op deze hoofdstukken centraal staat in de toenadering tot de EU.

Op Nederlands aandringen zijn drie essentiële onderdelen van de uitwerking van deze voorstellen uitdrukkelijk in de conclusies opgenomen (zie ook geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 5 december, Kamerstuk 21 501-02, nr. 1107).

Ten eerste is vastgelegd dat deze nieuwe methodiek voortbouwt op de onderhandelingssystematiek van de verscherpte uitbreidingsstrategie van 2006. De bestaande systematiek van de Openings- en Sluitingsijkpunten (besluitvorming met unanimiteit door de Raad) blijft hiermee gehandhaafd.

Ten tweede heeft de Raad vastgelegd dat vanwege het belang van de thematiek van hoofdstukken 23 en 24 deze onderwerpen als één van de eerste in de onderhandelingen op tafel moeten komen. Hiermee wordt er gedurende het gehele onderhandelingsproces maximale druk opgebouwd voor belangrijke hervormingen op het gebied van de rechtsstaat, fundamentele vrijheden, justitie, vrijheid en veiligheid en kan er zodoende een stevig track record worden opgebouwd.

Ten derde verwelkomt de Raad, op sterk Nederlands aandringen, het voorstel van de Commissie om «correctieve maatregelen» te nemen bij terugval op het gebied van de rechtsstaat of fundamentele vrijheden.

Het kabinet is tevreden dat deze drie belangrijke ankerpunten zijn opgenomen in de conclusies. De Commissie zal deze conclusies nu moeten verwerken in de onderhandelingsraamwerken voor onderhandelingen met nieuwe kandidaat-lidstaten.

Economische Kopenhagencriteria: lessen van de eurocrisis

Mede op Nederlands aandringen is in de conclusies opgenomen dat de (potentiële) kandidaat-lidstaten in het toenaderingsproces de nieuwe EU-regelgeving op fiscaal en economisch gebied moeten overnemen om zich voor te bereiden op de hoge standaarden in de Economische en Monetaire Unie.

Montenegro

De Raad verwelkomt de positieve voortgangsrapportage van de Commissie. De Raad stelt expliciet dat verdere hervormingen op het gebied van de rechtsstaat, in het bijzonder de aanpak van corruptie en georganiseerde misdaad, essentieel zijn voor de opbouw van een solide track record op deze gebieden. In dit verband verwijst de Raad naar de nieuwe onderhandelingsmethodiek voor de desbetreffende hoofdstukken 23 en 24.

Nu de drie Nederlandse ankerpunten voor de nieuwe methodiek voor onderhandelingshoofdstukken 23 en 24 helder zijn vastgelegd door de Raad kan Nederland op de Europese Raad van 9 december a.s. instemmen met een principebesluit om de toetredingsonderhandelingen met Montenegro te openen (zie tevens geannoteerde agenda Europese Raad, Kamerbrief van 2 december 2011 alsmede de brief van Commissaris Füle aan minister Rosenthal d.d. 28 november jl. die op 30 november aan de Tweede Kamer is overhandigd). Met dit besluit kan de Commissie de onderhandelingen voorbereiden en een concept-onderhandelingsraamwerk opstellen. Montenegro zal tegelijkertijd moeten beginnen met de eigen voorbereidingen op de zware EU-toetredingsonderhandelingen, onder andere met het schrijven van Actieplannen voor hoofdstukken 23 en 24 van de onderhandelingen.

De daadwerkelijke onderhandelingen zullen naar verwachting pas in de zomer van 2012 van start kunnen gaan nadat de Raad de uitwerking van de nieuwe methodiek inzake hoofdstuk 23 en 24 in het onderhandelingsraamwerk voor Montenegro heeft goedgekeurd. Nederland zal er strikt op toezien dat de drie eerdergenoemde ankerpunten ook in dit raamwerk helder worden vastgelegd.

Kroatië

De Raad herbevestigt de conclusies van de Europese Raad van 23–24 juni jl., waarin Kroatië wordt aangespoord de noodzakelijke hervormingen te blijven implementeren, in het bijzonder op het vlak van de rechterlijke macht en fundamentele rechten.

De Raad zal scherp toezien op deze hervormingen via versterkt toezicht door de Commissie (monitoring tussen het moment van afsluiting van de onderhandelingen en daadwerkelijke toetreding). Indien nodig kan de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid passende maatregelen nemen. Het eerste monitoringsrapport verschijnt in het voorjaar van 2012.

Turkije

De Raad nam stevige en uitgebreide conclusies aan over Turkije. Turkije wordt hierin opgeroepen verdere politieke hervormingen door te voeren en de rechten van minderheden en de vrijheid van meningsuiting en media te respecteren. Mede op aandringen van Nederland verwijst de Raad naar het belang van godsdienstvrijheid alsmede vrouwen- en kinderrechten.

De Raad spreekt zijn diepe teleurstelling uit dat Turkije wederom in gebreke blijft bij de implementatie van het Ankara-protocol. Acht onderhandelingshoofdstukken2 blijven daarom bevroren. De Raad betreurt ook de uitspraken van Turkije over het toekomstige Cypriotische EU-voorzitterschap. Tegelijkertijd erkent de Raad het economische en politieke belang van Turkije en de belangrijke internationale rol van Turkije, onder andere in de Arabische regio en Afghanistan.

De Raad roept Turkije op beter met de EU samen te werken om illegale migratie richting de EU tegen te gaan. In dit verband wordt het belang van ratificatie van de in februari overeengekomen Terug- en Overnameovereenkomst onderstreept. De Raad herhaalt in dit verband het belang van een dialoog met Turkije over migratie, visa en mobiliteit.

Servië en de dialoog met Kosovo

De Raad verwelkomt het positieve «avis» van de Commissie over Servië en erkent de grote vooruitgang die Servië heeft gemaakt op hervormingsterrein (rechtsstaat, aanpak corruptie, georganiseerde misdaad, economische hervormingen). Servië heeft inmiddels een positief track record opgebouwd bij de (eenzijdige) implementatie van de verplichtingen uit de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst. De Raad benadrukt de goede mate van Servische samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal getuige de arrestaties van Mladić en Hadžić en roept, mede op Nederlands aandringen, Servië op deze samenwerking met het tribunaal voort te zetten. De Raad benadrukt tegelijkertijd dat verdere rechtsstatelijke en economische hervormingen nodig zijn, waaronder bij de verbetering van het zaken- en investeringsklimaat en de bescherming van de positie van minderheden.

De Raad benadrukt het belang van de dialoog tussen Servië en Kosovo als enige weg naar normalisatie van de betrekkingen (zie ook het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 1 december jl.). Unilaterale acties en gebruik van geweld bieden geen oplossingen. Sinds 21 november is er zichtbare voortgang in de dialoog tussen Servië en Kosovo. Beide landen bereikten een implementatie-akkoord over de erkenning van diploma’s. Tijdens de laatste dialoogronde (30 november t/m 2 december jl.) werd – mede dankzij bemiddeling van de EU – een akkoord bereikt over geïntegreerd beheer van een aantal grensovergangen aan de Servisch-Kosovaarse grens. Dit akkoord op hoofdlijnen dient nu door de parlementen in beide landen te worden goedgekeurd en vervolgens in technische protocollen te worden uitgewerkt. Inmiddels is voorzichtig begonnen met het ontruimen van wegblokkades in Noord-Kosovo. De Raad roept Servië en Kosovo op de tot nu toe bereikte resultaten snel en te goeder trouw te implementeren en verdere vooruitgang te boeken in de dialoog. Op dit vlak krijgt Servië van de Raad zeer stevig huiswerk mee voordat te zijner tijd toetredingsonderhandelingen kunnen worden geopend.

De sinds 21 november gezette stappen, en het perspectief op verdere voortgang in de dialoog de komende weken, zijn naar het oordeel van Nederland voldoende om Servië de status van kandidaat-lid toe te kennen op de Europese Raad van 9 december. Servië moet krachtig worden aangespoord de dialoog voort te zetten. Nederland blijft de komende dagen in nauw contact met andere relevante lidstaten. Een besluit op de Europese Raad moet immers met consensus worden genomen en breed politieke draagvlak hebben.

Presentatie Commissie-werkprogramma

Commissaris Šefčovič presenteerde de onlangs verschenen mededeling over het Commissie-werkprogramma voor 2012. Hij gaf aan dat het werkprogramma geheel in het teken van de crisis staat. Herstel van vertrouwen in de economie is topprioriteit in het programma. Šefčovič benadrukte in zijn presentatie het belang van de Commissievoorstellen gericht op de vervolmaking van de hervorming van de financiële sector, het zeker stellen van houdbare overheidsfinanciën, verbetering van de implementatie van reeds aangenomen besluiten zoals bijvoorbeeld het besluit over de «single european sky» en volledige implementatie van de dienstenrichtlijn. Er vond geen discussie plaats.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Vrij verkeer van goederen; transport; douane unie; landbouw; visserij; externe betrekkingen; vrij verkeer van vestiging en diensten; financiële diensten.

Naar boven