21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1109 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2011

Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 1 december 2011.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 1 december 2011

Westelijke Balkan

Meerdere ministers, onder wie minister Rosenthal, uitten hun zorg over de recente onlusten in het noorden van Kosovo en riepen betrokkenen op zich te onthouden van verder geweld tegen KFOR-troepen. Het recente geweld toont eens te meer aan hoe belangrijk het is dat Servië en Kosovo spoedig vorderingen maken in hun door de EU gefaciliteerde dialoog. De dialoog werd op 30 november jl. hervat en is nog gaande. Waarschijnlijk wordt deze ook de komende dagen voortgezet. De Servische President Tadic heeft het geweld inmiddels krachtig veroordeeld.

Structurele voortgang in deze dialoog is volgens minister Rosenthal de enige weg naar normalisatie van de betrekkingen. Partijen moeten wederzijds aanvaardbare oplossingen vinden voor praktische problemen zoals geïntegreerd grensbeheer en de deelname van Kosovo aan regionale fora. Ook moeten beide landen de eerder gemaakte afspraken daadwerkelijk implementeren. Minister Rosenthal benadrukte dat geweldsacties geen oplossingen bieden.

In de Raad Algemene Zaken op 5 december a.s. zal verder over Servië worden gesproken, mede ter voorbereiding van mogelijke besluitvorming op de Europese Raad op 9 december (zie ook geannoteerde agenda Europese Raad).

Iran

De ministers veroordeelden de aanval op de Britse ambassade in Teheran krachtig en riepen Iran op aan zijn internationale verplichtingen onder de conventie van Wenen te voldoen. De Iraanse actie tegen het VK is een actie tegen de EU als geheel, aldus hun verklaring. Nederland, Frankrijk, Italië en Duitsland meldden hun ambassadeur te hebben teruggeroepen voor consultaties. Zij stelden onderling te zullen coördineren voor wat betreft het moment van terugkeer van hun ambassadeurs naar Teheran.

De ministers herhaalden hun groeiende bezorgdheid over de aard van het Iraanse nucleaire programma. Zij steunden de resolutie van de Bestuursraad van het IAEA die Iran oproept volledige openheid van zaken te geven over het nucleaire programma en zijn internationale verplichtingen na te komen. Ter ondersteuning van de IAEA-resolutie voegde de Raad 143 entiteiten en 37 personen toe aan de EU-sanctielijst van (rechts)personen waartegen wegens betrokkenheid bij het Iraanse nucleaire programma een tegoedenbevriezing en een visumban van kracht is. Bovendien besloot de Raad het huidige nucleaire sanctieregime uit te breiden met nieuwe sancties, onder andere gericht op het Iraanse financiële systeem, de leden van de Iraanse revolutionaire Garde en de transport -en energiesectoren. De Raad zal uiterlijk op zijn volgende bijeenkomst op 30 januari 2012 een besluit over deze nieuwe maatregelen nemen.

Minister Rosenthal herhaalde dat de EU de druk op Iran maximaal moet opvoeren, waarbij de bevolking zo veel mogelijk moet worden ontzien. Hij sprak steun uit voor de verbreding van de sancties en benadrukte het belang van samenwerking met partners als de VS en Canada om het effect van de maatregelen te maximaliseren. De minister stelde daarbij het op dit moment onwenselijk te achten om in discussies over «als dan» scenario’s te treden. Speculeren over andere opties, of deze uitsluiten, is op dit moment niet aan de orde.

Zuidelijke buurlanden

Uitvoering Nabuurschapsbeleid

De Raad bevestigde dat het Europees Nabuurschapsbeleid gebaseerd moet zijn op wederkerigheid en universele waarden als vrijheid, democratie, respect voor mensenrechten, gender-gelijkheid, fundamentele vrijheden, rechtsstaat en goed bestuur. Kern van het EU-beleid ten aanzien van de buurlanden is het principe van intelligente conditionaliteit («more for more», «less for less»).

De ministers verwelkomden het voorstel van de Commissie voor onderhandelingen met Egypte, Jordanië, Marokko en Tunesië over zogenaamde Deep and Comprehensive Free Trade Agreements en zagen de toekomstige oprichting van het «European Endowment for Democracy» tegemoet, een Europees Instituut dat democratie en mensenrechten in de Nabuurschapsregio (Oost en Zuid) moet bevorderen.

Syrië

De EU herhaalde haar veroordeling van het geweld en onderdrukking door het Syrische regime. President Assad moet onmiddellijk opstappen, zodat een vreedzame en democratische transitie plaats kan vinden. De EU toonde zich bezorgd over de verslechterende leefomstandigheden van de Syrische bevolking in bepaalde delen van het land, met name in de regio van Homs. De EU blijft humanitaire organisaties steunen bij hun werkzaamheden. Op dit moment leek instelling van speciale corridors niet aan de orde.

Om de druk op het regime-Assad verder op te voeren, besloot de Raad tot nieuwe sancties tegen het regime door het uitbreiden van de sanctielijst met de Ministers van Economische Zaken en Financiën en 10 andere personen en 11 entiteiten, waarmee nu in totaal 86 personen en 30 entiteiten op de sanctielijst staan. Tevens besloot de Raad tot een verbreding van de sancties door een verbod op de uitvoer van internetmonitoringstechnologie, een verbod op financiële steun voor handel met Syrië en financiële steun aan de Syrische overheid, een verbod op investeringen in en financiering van de energiesector en een verbod op de uitvoer van de belangrijkste productiemiddelen en training voor deze sector.

De ministers verwelkomden de inspanningen van de Arabische Liga om de druk op Syrië verder op te voeren. De beslissingen van de Arabische Liga om, net als eerder onder andere de EU en de VS, sancties af te kondigen is een sterk signaal richting het Syrische regime dat het steeds geïsoleerder komt te staan. Tijdens een gesprek met SG El-Araby van de Arabische Liga werd besproken dat de EU nauw met de Arabische Liga zal blijven samenwerken op dit terrein.

Tevens verwelkomden de ministers de resolutie over Syrië die de Algemene Vergadering van de VN op 22 november jl. aannam met ruime meerderheid en steun van een groot aantal Arabische landen. De resolutie veroordeelt de mensenrechtenschendingen in Syrië en roept het regime op tot medewerking met de Arabische Liga en de door de Mensenrechtenraad ingestelde onderzoekscommissie. De EU-ministers riepen alle leden van de VN Veiligheidsraad op hun verantwoordelijkheid te nemen om het geweld in Syrië te stoppen en de Syrische bevolking te steunen in haar wens voor meer vrijheid en politieke rechten.

Egypte

De ministers verwelkomden de hoge opkomst en het vooralsnog goede verloop van de verkiezingen die op 28 november jl. van start zijn gegaan. Zij onderstreepten dat de transitie naar een civiel bestuur zo spoedig mogelijk plaats moet vinden en wezen in dit verband op de aankondiging van de «Supreme Council of the Armed Forces» (SCAF) dat presidentiële verkiezingen voor eind juni 2012 gehouden zullen worden. De SCAF heeft de verantwoordelijkheid de democratische rechten van de bevolking te beschermen en te garanderen dat de macht zo spoedig mogelijk wordt overgedragen aan een representatieve en inclusieve civiele regering die het transitieproces in Egypte kan leiden.

De ministers spraken tevens hun zorg uit over het geweld en de onrust van de laatste tijd. Zij veroordeelden het excessieve en onacceptabele gebruik van geweld door veiligheidsdiensten tegen demonstranten. De ministers riepen op tot een onafhankelijk onderzoek, opdat de verantwoordelijken voor het geweld berecht worden. Minister Rosenthal stelde daarbij dat het Egyptische leger zo spoedig terug moet naar de barakken.

De EU zal Egypte blijven steunen bij zijn economische, sociale en politieke hervormingen op basis van intelligente conditionaliteit.

Jemen

De ministers verwelkomden het akkoord van 23 november jl. tussen President Saleh en oppositiepartijen dat voorziet in een politieke transitie in Jemen. De EU prees daarbij de rol van de Gulf Cooperation Council (GCC).

De EU riep alle partijen op hun verantwoordelijkheid te nemen ten opzichte van de Jemenitische bevolking en hun afspraken na te komen. In die zin betreurde de EU het geweld dat ook na de ondertekening van het akkoord voortduurt. Zij riep alle partijen op het geweld onmiddellijk te staken en voortgang te maken op het gebied van de transitie. De EU zal de situatie blijven monitoren. Nederland heeft erop gewezen dat sanctiemaatregelen moeten worden overwogen, indien het akkoord niet goed wordt uitgevoerd

Secretaris-generaal Arabische liga

Met secretaris-generaal El-Araby van de Arabische Liga werd afgesproken dat de EU en de Arabische Liga frequenter contact zullen hebben. De modaliteiten hiervan zullen nader worden bezien. El-Araby deed verslag van de inspanningen van de Arabische Liga om het geweld in Syrië te stoppen en de transitie naar democratisch bestuur te steunen en wees daarbij onder andere op de sancties en op de schorsing van vergaderingen van Syrië.

Kamp Ashraf

HV Ashton toonde zich zeer bezorgd over de situatie rond Kamp Ashraf in Irak. Zij deed een oproep aan alle lidstaten om de druk op de Iraakse autoriteiten op te voeren om het kamp langer open te houden zodat de Verenigde Naties (UNHCR, UNAMI) hun werk kunnen doen en de registratie van inwoners kunnen voltooien. Zelf had zij eerder in de week aangedrongen op volledige medewerking van de Iraakse regering. Haar speciaal adviseur voor Kamp Ashraf in Irak, de Belgische diplomaat Jean de Ruyt, spant zich samen met de VN in voor een ordelijk verloop van de sluiting van Kamp Ashraf. Minister Rosenthal steunde HV Ashton bij haar inspanningen. De EU moet de druk op de Iraakse autoriteiten opvoeren, opdat Irak meewerkt met registratie door de VN en uitstel van de deadline van eind 2011.

GVDB

De ministers bevestigden het belang van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) als een cruciaal onderdeel van een geïntegreerd beleid dat de EU in staat stelt een betrouwbare strategische partner te zijn op het wereldtoneel. Het Europese Defensieagentschap (EDA) speelt een belangrijke rol om in tijden van budgettaire krapte beter samen te werken en de bestaande beperkte capaciteiten efficiënter te benutten. De Raad verwelkomde de inzet van lidstaten bij defensiesamenwerking, gefaciliteerd door EDA. Daarnaast moeten ook bestaande structuren optimaal worden benut. De Raad besloot de planning en aansturing van operaties in het kader van het GVDB binnen de bestaande structuren te optimaliseren door in bepaalde gevallen en op incidentele basis het Operatiecentrum van de EU in te zetten voor de aansturing hiervan.

Mensenrechten

Minister Rosenthal vroeg aandacht voor de zaak Magnitsky. Hij wees op het verontrustende rapport van de Russische presidentiële mensenrechtenraad en stelde dat de EU nu aan Rusland moet vragen om het onderzoek naar de dood van de heer Magnitsky zo spoedig mogelijk af te ronden en zorg te dragen voor de nodige opvolging. De minister verzocht de HV om Rusland hierop namens de EU aan te spreken. De HV zegde toe dit steeds aan de orde te zullen stellen in contacten met Russische gesprekspartners.

De EDEO bevestigde in antwoord op een vraag van Nederland dat deze de zaak van de Azeri journalist Rafiq Nagi nauw zal blijven volgen. De zaak kwam onder andere aan de orde tijdens de zitting van het gezamenlijke mensenrechten-subcomité met Azerbeidzjan op 25 november jl.

Naar boven