21 501-02 Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen

Nr. 1063 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW & INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 mei 2011

Graag bied ik u hierbij het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 13 mei 2011 aan.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie,

H. Bleker

BIJLAGE

Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 13 mei 2011

Voorstel Verordening Herziening Algemeen Preferentieel Stelsel (APS)

De EU-commissaris voor Handel, Karel De Gucht, presenteerde het voorstel voor de nieuwe APS-verordening aan de Raad. Hij lichtte toe dat het herziene APS, het unilaterale stelsel van handelspreferenties voor ontwikkelingslanden, een sterkere focus krijgt door alleen preferenties te geven aan die landen die deze het meeste nodig hebben. Voor APS+ stelt de Commissie voor om de waarde van die extra preferenties te behouden en te versterken als stimulans voor landen om internationale conventies voor o.m. duurzame ontwikkeling en goed bestuur te ratificeren en implementeren. Het gehele voorstel leidt ertoe dat minder landen preferenties krijgen en het stelsel effectiever zal worden in het bijdragen aan armoedebestrijding en ontwikkeling, aldus de Commissie, omdat de landen die preferenties krijgen niet hoeven te concurreren met meer ontwikkelde landen die voorheen ook preferenties kregen. Momenteel vallen 176 ontwikkelingslanden onder het stelsel, dat drie regelingen kent; het standaard APS, het APS+ en de zogenaamde EBA-regeling (Everything But Arms-markttoegang voor minst ontwikkelde landen). Het aantal landen dat onder deze regelingen valt gaat terug naar ongeveer 80.

Tijdens de Raad reageerden enkele Lidstaten met een voorlopig standpunt, aangezien het voorstel pas recent publiek is geworden. Vrijwel al deze Lidstaten spraken steun uit voor het voorstel, maar wel met verschillende aanvullingen. Enkele Lidstaten vonden dat het voorstel niet ver genoeg ging ten aanzien van het beperken van het aantal landen; specifiek vroeg men waarom India en China nog steeds onder APS zouden vallen in de toekomst. Andere Lidstaten wilden het voorstel aantrekkelijker maken voor de ontwikkelingslanden door het aantal preferenties uit te breiden.

De Lidstaten en het Europees Parlement zullen het voorstel de komende maanden verder bespreken en aanscherpen.

Verordening voor overgangsarrangementen voor Investeringsbeschermingsovereenkomsten (IBO’s) van Lidstaten

De Raad sprak uitgebreid over het voorstel voor het transitieregime voor nationale IBO’s. De discussie was grotendeels een herhaling van de discussie in de Raad van september 2010.

Alle 22 Lidstaten die intervenieerden benadrukten onder aanvoering van Nederland dat rechtszekerheid voor investeerders leidend is. Omdat het voorgestelde autorisatiesysteem in de huidige vorm hieraan niet voldoet, verdient het vervangingssysteem de voorkeur. Dat laatstgenoemde systeem houdt in dat een nationale IBO pas buiten werking wordt gesteld als de EU een vergelijkbare IBO met het betreffende land heeft afgesloten. Alle Lidstaten benadrukten ook dat zij constructief willen zijn en graag met de Commissie en het Europees Parlement tot een goed transitieregime willen komen. Het rapport van het Europees Parlement over dit voorstel waarin zij verschillende suggesties doet voor aanpassingen, werd zowel door de Raad als door de Commissie verwelkomd als een goede basis voor verdere discussie. De Commissie reageerde dat zij vooralsnog niet veel heil in een vervangingssysteem ziet, omdat dan de kans bestaat dat het heel lang gaat duren voordat alle IBO’s vervangen zijn.

Commissie en Lidstaten spraken de hoop uit dat ondanks de huidige verschillen van mening een spoedig besluit van dit dossier in een versnelde tweede lezing met het Europees Parlement mogelijk zou zijn. Of dit zal lukken is afhankelijk van de mate van flexibiliteit die de Commissie en de Lidstaten bij verdere bespreking van dit onderwerp zullen tonen.

Voorbereiding EU-Japan Top

De Raad sprak over de EU-Japan Top die eind mei plaats zal vinden. Tijdens deze Top wordt onder meer gesproken over mogelijke verdieping van de handelsrelatie en komt aan de orde de Japanse wens om een vrijhandelsakkoord te gaan onderhandelen met de EU.

De Commissie presenteerde een twee-wegen-aanpak voor verdieping van de handelsrelatie gericht op het zo goed mogelijk benutten van het politiek momentum. Deze aanpak houdt in 1. het starten van de gezamenlijke onderzoeksexercitie naar de mogelijke onderwerpen en ambitie van een vrijhandelsakkoord en tegelijkertijd 2. de interne EU besprekingen starten over een onderhandelingsmandaat.

Een kleine minderheid van Lidstaten was tegen het starten van beide wegen. Sommige Lidstaten konden instemmen met het starten van de onderzoeksexercitie, maar zagen het vooralsnog niet zitten om al over een mandaat te gaan spreken. Een aantal andere Lidstaten, waaronder Nederland, kon geheel instemmen met de voorgestelde tweewegen-aanpak van de Commissie.

De EU-commissaris concludeerde dat hij de onderzoeksexercitie graag zou opstarten met Japan om dan ook meer druk te zetten op het gelijktijdig verwijderen van non-tarifaire barrières in Japan. Tevens zal de Commissie de voorbereidingen ter hand nemen om een voorstel voor een mandaat te doen aan de Raad. Het is natuurlijk aan de Raad om dit te bespreken en wel of niet vast te stellen.

WTO/Doharonde

De Raad besprak de stand van zaken van de onderhandelingen in de Doharonde. De Commissie wees erop dat op dit moment de besprekingen over sectorale overeenkomsten voor industriegoederen de grote blokkade zijn voor verdere voortgang in de onderhandelingen. Om deze reden had de Commissie ook besloten een voorstel te ontwerpen dat wellicht als breekijzer zou kunnen fungeren in de impasse tussen de VS aan de ene kant en met name China aan de andere kant. Eerdaags in de G7 (Australië, Brazilië, China, EU, Japan, India en de VS) hadden de grote spelers echter zoveel voorwaarden rond dit EU-voorstel neergelegd dat het (nog) niet levensvatbaar was als compromis. De komende weken zijn nog diverse politieke momenten om alsnog dit EU-voorstel aan de man te brengen. Pas daarna zou de EU kunnen vaststellen dat wij echt alles gedaan hebben om de ronde te redden en zou de EU zich eventueel kunnen richten op een «alternatief» voor de ronde.

De lijn om in eerste instantie vol in te zetten op het vlottrekken van de onderhandelingen werd door verschillende Lidstaten, onder meer Nederland, gesteund.

Trade and Investment Barriers Report

De Commissie lichtte toe dat dit rapport over handels- en investerings-belemmeringen een politiek signaal is naar derde landen dat de EU er serieus op inzet om deze barrières aan te pakken. Daarnaast is het een goed instrument voor interne EU-coördinatie. Lidstaten en Commissie dienen samen te werken om handelsbarrières aan te pakken.

Het rapport leidde niet tot discussie.

Onderhandelingen vrijhandelsakkoord EU-Mercosur

Een Lidstaat had dit onderwerp toegevoegd aan de agenda en presenteerde in genuanceerde bewoordingen zijn zorgen over de onderhandelingen tussen de EU en Mercosur (Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay). De zorgen hadden vooral betrekking op de mogelijke negatieve gevolgen voor de rundvleessector Dit werd door verschillende Lidstaten ondersteund. Enkele Lidstaten wezen op het feit dat uit de analyses bleek dat over het geheel genomen een akkoord tussen EU en Mercosur positief zou uitpakken voor beide partijen en dat de EU ook veel voordelen in de vorm van marktkansen in deze economisch sterk groeiende regio zou verkrijgen.

De EU-commissaris erkende dat de EU ook defensieve belangen heeft op landbouw en liet weten dat daar ook rekening mee zal worden gehouden in de onderhandelingen. Voorts meldde hij dat op verzoek van Mercosur de uitwisseling van tariefbiedingen uitgesteld zal worden (waarschijnlijk tot na de zomer) en de onderhandelingen dus niet heel snel verlopen.

Lunchonderwerpen onderhandelingen India en Canada

Tijdens de informele lunch is gesproken over de onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord tussen de EU en India respectievelijk Canada.

Bij bespreking van beide onderwerpen agendeerde de Commissie het belang dat de Raad haar op korte termijn mandaat zou geven om in beide akkoorden over investeringsbescherming te kunnen onderhandelen. De discussie in de Raad richtte zich evenwel alleen op andere onderwerpen in deze onderhandelingen.

Tijdens de discussie over India zei de EU-commissaris dat een akkoord naderbij kwam, maar dat dit akkoord niet alle wensen van Lidstaten en Europees Parlement zou inwilligen. Het vrijhandelsakkoord zal ongeveer 13 hoofdstukken bevatten. Op dit moment zijn met India acht hoofdstukken (sanitaire en fytosanitaire (SPS) maatregelen, technische handelsbelemmeringen (TBT), mededinging, douane samenwerking, handelsdefensief instrumentarium, transparantie, geschillenbeslechting en handelsfacilitatie) vrijwel afgerond. Er is nog een aantal belangrijke openstaande punten, zoals de mate van de liberalisering van goederen en diensten, het duurzaamheidshoofdstuk en de bescherming van producten met een geografische aanduiding.

Verschillende Lidstaten wezen erop dat niet alleen India’s wensen voortgang behoefden, maar zeker ook die van de EU en maanden de Commissie snel, maar wel op basis van reële inhoud verder te onderhandelen. Nederland benadrukte onder meer dat een uiteindelijk akkoord ook rekening dient te houden met duurzaamheids- en ontwikkelingsaspecten en een oplossing moet realiseren bijvoorbeeld voor bestaande niet-tarifaire belemmeringen en de beperkte mogelijkheden in de dienstensector in India.

Uw Kamer vroeg tijdens het Algemeen Overleg op 27 april jl. over deze RBZ (Handel) naar mijn mening over het rapport van de European Economic and Social Committee over de rol van het maatschappelijk middenveld in het vrijhandelsakkoord tussen de EU en India. Aangezien dit rapport zich nog in de conceptfase bevindt en de conclusies nog niet definitief zijn, wacht ik de officiële eindversie af die voorzien is na de zomer. Na bestudering daarvan zal ik u hierover berichten.

De Raad besprak verder tijdens de lunch de onderhandelingen met Canada en de politieke situatie in Canada na de recente verkiezingen. De nieuwe Canadese regering zou graag voortvarend verder willen onderhandelen met de EU. De EU-commissaris benadrukte dat om de vaart in de onderhandelingen te houden het noodzakelijk zal zijn om snel tot uitwisseling van tariefbiedingen te komen en daarbij moet natuurlijk ook een eerste ontwerp negatieve lijst voor de markttoegang voor diensten zitten. Verschillende Lidstaten staan positief tegenover de voortvarendheid in deze onderhandelingen, maar vroegen wel meer tijd om het EU-aanbod voor dienstentoegang voor te bereiden.

Naar boven