21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1049 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2011

Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 21 maart jl.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN D.D. 21 MAART 2011

Voorbereiding Europese Raad d.d. 24–25 maart a.s.

De Raad Algemene Zaken (RAZ) besprak zoals gebruikelijk de conceptconclusies voor de eerstvolgende Europese Raad (ER), die betrekking hebben op de volgende onderwerpen:

  • 1. het totaalpakket om de financieel-economische stabiliteit in de EU te waarborgen;

  • 2. de situatie in de Arabische regio, met name Libië;

  • 3. de situatie in Japan, met name de nucleaire noodsituatie.

Totaalpakket voor financieel-economische stabiliteit in de EU

Het totaalpakket bestaat uit een aantal aspecten dat in samenhang dient te worden bezien:

  • het Europees Semester;

  • de wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie inzake versterking van economic governance;

  • het EFSF en het ESM, inclusief verdragswijziging;

  • het Pact voor de Euro;

  • de lopende programma’s ten behoeve van Ierland en Griekenland.

In de geannoteerde agenda voor de ER en de daaraan toegevoegde bijlage inzake sancties in het nieuwe SGP – die uw Kamer op 21 maart jl. toegingen – worden deze elementen in meer detail besproken, met bijzondere aandacht voor de bevoegdheidsaspecten.

Tegelijkertijd met de RAZ vond een ingelaste bijeenkomst van de Eurogroep plaats, waar de ministers van Financiën zich bogen over het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) en de Europese Financiële Stabilisatie Faciliteit (EFSF). Voor het verslag van deze bijeenkomst verwijzen wij u naar de brief van de minister van Financiën.

Bij de behandeling van de concept-Europese Raadconclusies was er brede steun voor het totaalpakket ter bestrijding van de crisis. Deze aanpak moet zowel een ferm signaal afgeven over de capaciteit van Europa om het hoofd te bieden aan crisissituaties als, minstens zo belangrijk, de basis leggen voor een groeigerichte strategie ondersteund door gezonde overheidsfinanciën.

Het voorzitterschap wees op het belang van de implementatie van het Europees Semester en de komende onderhandelingen met het Europees Parlement over de zes wetgevingsvoorstellen van de Commissie ter versterking van de economic governance (versterking Stabiliteits- en Groeipact en aanpak macro-economische onevenwichtigheden). De algemene oriëntatie die de EcoFin Raad op 15 maart jl. bereikte, biedt een goede basis voor afronding van deze onderhandelingen vóór de zomer.

Staatssecretaris Knapen heeft in het bijzonder aandacht gevraagd voor het versterken van het groeivermogen van de Europese economie. Hij verwees hierbij naar de brief die minister-president Rutte samen met acht andere regeringsleiders hierover deze week stuurde. Deze brief werd veelvuldig aangehaald. De staatssecretaris heeft ervoor gepleit dat de ER een duidelijk signaal afgeeft dat verbreding en verdieping van de interne markt een belangrijke bijdrage kan leveren aan het postcrisis herstel en de toekomstige groei van de Europese economie.

De in de brief genoemde prioriteiten, zoals het versterken van de interne markt, de noodzaak van vermindering van administratieve lasten voor bedrijven, innovatie en open handel werden onderschreven. Daarnaast gaf de staatssecretaris aan dat ook het versterken van de interne markt op het terrein van de dienstensector van belang is.

Arabische regio, Libië

Voortbouwend op de verklaring van 11 maart jl. zal de ER naar verwachting besluiten dat de EU een set maatregelen implementeert om landen in de Arabische regio te steunen bij hun transitie naar pluriforme, democratische rechtsstaten. Het gaat dan om politieke, economische en handelsmaatregelen zoals opgenomen in de Mededeling van HV Ashton en Commissaris Füle over een «partnerschap voor democratie en welvaart» van 8 maart jl. Tijdens de Raad vroegen meerdere ministers aandacht voor migratie, in het bijzonder voor het belang van intra-Europese solidariteit en van dialoog met de betrokken oorsprongslanden.

ER-voorzitter van Rompuy verwees tijdens een diner met de leden van de RAZ naar de discussie over Libië in de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) en stelde dat de ER-conclusies zouden voortbouwen op de conclusies die de RBZ hierover had getrokken. Tijdens de discussie over dit onderwerp, stelde Nederland dat de ontwikkelingen in de Arabische regio gedurende de achterliggende periode eens te meer de noodzaak aan het licht brachten voor betere Europese coördinatie in dergelijke majeure internationale crises.

Japan: nucleaire noodsituatie

De discussie concentreerde zich met name op nucleaire veiligheid in de EU. De ministers onderschreven het belang van zogenaamde «stress-tests» voor nucleaire installaties in de EU, waarover op dezelfde dag ook de Energieraad sprak. Op korte termijn moeten hiervoor criteria en gemeenschappelijke veiligheidsnormen worden uitgewerkt. Door verscheidene ministers werd gewezen op het belang van samenwerking met derde landen op dit gebied, met name de landen in de regio. Kerncentrales in buurlanden van de EU zouden aan de veiligheidsstandaarden van de EU moeten voldoen. Meerdere ministers waarschuwden voor overhaaste conclusies en stelden dat gedegen feitelijk onderzoek noodzakelijk is voordat besluiten over mogelijke beleidsmaatregelen genomen kunnen worden. Daarnaast werd het belang benadrukt van transparantie en goede communicatie met het publiek en van investeringen in energie-efficiëntie en hernieuwbare energie.

Zoals beschreven in de geannoteerde agenda (uw Kamer op 21 maart jl. toegegaan) zal de ER naar verwachting ook spreken over hulpverlening aan Japan en de economische en financiële consequenties van de aardbeving en de daaropvolgende tsunami.

Commissiepresentatie: humanitaire situatie Libië

De Raad nam kennis van een korte presentatie van Commissaris Georgieva (noodhulp en crisisbestrijding) over de hulpverlening aan Libië, waarin zij uiteenzette dat de toegang tot het land beperkt is en de hulpverlening vooral via OCHA en het ICRC verloopt. De Raad stelde vast dat een evaluatie van de evacuatie van EU-onderdanen moet worden uitgevoerd. De RBZ ging eerder op de dag uitgebreider in op de ontwikkelingen in Libië. Voor informatie over die bespreking zij verwezen naar het verslag van die bijeenkomst.

Commissiepresentatie: humanitaire situatie Japan

Commissaris Georgieva sprak haar medeleven uit met de door de aardbeving, de tsunami en de nucleaire noodsituatie getroffen Japanse bevolking alsook haar bewondering voor de efficiëntie en de moed waarmee Japanse hulpverleners daaraan het hoofd bieden. Daarna stond zij stil bij de humanitaire situatie in Japan. In dit verband ging zij met name in op de Europese rol daarbij. De EU-hulp is gecoördineerd tot stand gekomen via het Civil Protection Mechanism. De uitdaging is thans het aanbod aan te laten sluiten op de wensen van de Japanse regering. Mw. Georgieva benadrukte dat sommige «pledges» van lidstaten niet nodig zouden blijken. Georgieva verwees naar de rampen die onlangs in de ontwikkelde wereld hebben plaatsgevonden, zoals Nieuw-Zeeland (aardbeving), Australië (overstromingen) en Japan (aardbeving, tsunami en nucleaire ramp) en benadrukte dat met het oog hierop het versterken van de Europese rampenrespons, zoals ingezet door deze Commissie, zeer tijdig is geweest. Overstromingen bleken het meest dodelijk en de EU zal hier dus nauwgezet naar moeten kijken.

Coöperatie en Verificatie Mechanisme

De RAZ heeft als hamerstuk conclusies aangenomen over de interim-rapporten van de Commissie over de voortgang van Bulgarije en Roemenië in het kader van het Coöperatie en Verificatie Mechanisme (CVM). Op 4 maart is uw Kamer per brief over deze rapporten geïnformeerd. De Raadsconclusies stellen dat Bulgarije en Roemenië voortgang hebben geboekt en dat deze landen meer moeten doen om de door het CVM voorgeschreven ijkpunten op korte termijn om te zetten in duurzame en onomkeerbare resultaten ten aanzien van hervorming van de rechtsstaat en bestrijding van corruptie en, in het geval van Bulgarije, de georganiseerde misdaad.

Naar boven