21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1038 MOTIE VAN DE LEDEN DIKKERS EN HACHCHI

Voorgesteld 17 maart 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat er in Libië met verschillende groeperingen gesproken wordt en gesproken moet worden;

constaterende, dat gezien de machtsverhoudingen deze groeperingen voornamelijk uit mannen bestaan;

overwegende, dat vanwege het feit dat vrouwen simpelweg de helft van de wereldbevolking uitmaken, zij alleen al daarom betrokken moeten worden bij de gesprekken over de toekomst van hun land;

constaterende, dat de VN ruim tien jaar geleden resolutie 1325 heeft aangenomen waarbij de VN-Veiligheidsraad zich onder meer uitspreekt voor de versterking van de rol van vrouwen in het voorkomen van conflicten en voor het betrekken van vrouwen als volwaardige deelnemers aan vredesbesprekingen en vredesmissies;

verzoekt de regering tijdens de eerstvolgende Raad Buitenlandse Zaken om resolutie 1325 te agenderen en te komen tot een Europees actieplan om vrouwen en vrouwenorganisaties in Libië te betrekken bij de gesprekken over de toekomst van Libië, en de Kamer hierover per brief te informeren voor de volgende Raad Buitenlandse Zaken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dikkers

Hachchi

Naar boven