21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1019 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 januari 2011

Graag bieden wij u hierbij aan de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 31 januari 2011.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 31 januari 2011

Soedan

De Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) bespreekt de actuele ontwikkelingen in Soedan.

Het kabinet is tevreden dat het zelfbeschikkingsreferendum voor Zuid-Soedan goed lijkt te zijn verlopen. De organisatie was volgens de eerste rapporten van onder andere de EU-waarnemingsmissie goed. De opkomst was vrijwel zeker hoger dan 60%, het percentage dat nodig is om het referendum geldig te laten zijn. De definitieve uitslag wordt verwacht op 14 februari a.s. Daarna zullen de internationale waarnemingsmissies hun rapporten uitbrengen.

Indien Zuid-Soedan kiest voor onafhankelijkheid, wil het kabinet de erkenningskwestie in Europees verband bespreken. De standpunten van de Afrikaanse Unie (AU), de buurlanden en andere internationale partners moeten daarbij in de overwegingen worden meegenomen.

Het kabinet hoopt dat de partijen in Soedan spoedig een overeenkomst weten te sluiten over zaken die geregeld moeten worden in het geval van afscheiding van Zuid-Soedan, zoals de verdeling van olieopbrengsten en de nationale schuld, de status van Abyei en rechten van minderheden in zowel het noorden als het zuiden. Nederland betreurt de recente gewelddadigheden in Abyei en roept alle partijen op te komen tot een duurzame oplossing in lijn met de uitspraak van het Permanente Hof van Arbitrage en het Comprehensive Peace Agreement.

Een politieke oplossing voor Darfur is nog niet in zicht. De onderhandelingen over een mogelijk vredesakkoord zitten vast. Het kabinet steunt de inspanningen van de EU en internationale bemiddelaars om te komen tot een politieke oplossing en een verbetering van de humanitaire- en veiligheidssituatie in Darfur.

Het kabinet benadrukt dat partijen bij het conflict in Darfur en ICC-Statenpartijen internationaalrechtelijk gehouden zijn samen te werken met het Internationaal Strafhof (ICC), zodat Ahmad Harun, Ali Kushayb en president Bashir voor de rechters van het ICC verschijnen. Het kabinet blijft conform de motie Kortenoeven in EU-verband aan de orde stellen dat betreffende landen hierover moeten worden aangesproken.

Libanon

De RBZ-ministers zullen eveneens spreken over de laatste ontwikkelingen in Libanon. Op 12 januari jl. kwam de Libanese regering van nationale eenheid onder leiding van premier Hariri ten val, nadat zowel de ministers van Hezbollah als van de aan Hezbollah gelieerde pro-sjiitische partijen hun ontslag indienden uit protest tegen de samenwerking van premier Hariri met het in Leidschendam gevestigde Special Tribunal for Lebanon (STL). Zoals bekend is het STL ingesteld om hen die verantwoordelijk zijn voor de aanslag van 14 februari 2005 te Beiroet, waarbij de voormalige Libanese premier Rafiq Hariri en 22 anderen werden gedood, te vervolgen.

Op 18 januari jl. maakte de aanklager van het STL bekend dat hij de tenlastelegging had overgedragen aan de onderzoeksrechter, die zal beoordelen of de tenlastelegging in voldoende mate door bewijs wordt ondersteund. Gedurende dit proces, dat zes tot tien weken zal duren, blijven de tenlastelegging en de namen van de verdachten geheim. Als de onderzoeksrechter de tenlastelegging bevestigt, volgt een aanhoudingsbevel, dan wel een oproep tot vrijwillige verschijning aan de verdachte(n). Hezbollah zal naar verwachting protesteren tegen eventuele aanklachten tegen leden van haar organisatie. Het kabinet wil bepleiten dat de Hoge Vertegenwoordiger (HV) nagaat met welke initiatieven de EU kan bijdragen aan de stabiliteit van Libanon en de goede voortgang van het werk van het STL.

Ivoorkust

De Raad zal spreken over de nog steeds gespannen situatie in Ivoorkust. Diplomatieke druk vanuit ECOWAS en de AU op Laurent Gbagbo om de macht over te dragen aan de legitiem gekozen president Ouattara heeft nog geen resultaat opgeleverd. Op 19 januari jl. brak de Keniaanse premier Raila Odinga zijn bemiddeling namens de Afrikaanse Unie af, omdat naar zijn mening geen oplossing in zicht is.

Het geweld in Ivoorkust heeft inmiddels tot ruim 250 dodelijke slachtoffers geleid. Ook VN-macht ONUCI, die Ouattara in het Hotel du Golf beschermt, is doelwit van gewelddadigheden door Gbagbo-aanhangers. Volgens UNHCR zijn ruim 30 000 Ivorianen gevlucht naar buurland Liberia; hier komen dagelijks circa 600 vluchtelingen bij.

De VN-Veiligheidsraad heeft op 18 januari jl. besloten tot versterking van ONUCI met 2000 man alsmede tot bevoorrading en bescherming van UNOCI rond Hotel du Golf. De EU heeft het sanctieregime tegen Ivoorkust verder uitgebreid met bevriezing van de financiële tegoeden van een aantal Ivoriaanse personen en instellingen. Nederland steunt deze maatregelen, alsmede de Afrikaanse diplomatieke inspanningen om een oplossing te vinden voor de ontstane crisis.

Hr Ms Amsterdam arriveerde op 1 januari jl. voor de kust van Ivoorkust om opvolging te geven aan het Franse verzoek om bevoorradingscapaciteit te leveren in het kader van een eventuele evacuatie van buitenlanders. Inmiddels is de Amsterdam weer vertrokken richting Nederland. Op dit moment bevinden zich 32 Nederlanders in Ivoorkust, plus 13 gezinsleden met een andere nationaliteit. De Nederlandse ambassade in Accra staat in regelmatig contact met hen via de Nederlandse honoraire consul in Abidjan.

Sahel

De Raad zal spreken over de actuele ontwikkelingen in de Sahel. De verslechterende veiligheidssituatie in de Sahel-regio (Mali, Niger, Mauritanië, Algerije, Libië, Burkina Faso en Tsjaad) geeft reden tot zorg. Analyses wijzen op een stijging van veiligheidsdreigingen in de vorm van smokkel van personen, wapens en verdovende middelen, alsmede ontvoeringen door AQIM (Al Qaida in de Islamitische Maghreb), waarvan met name EU-burgers het slachtoffer zijn. Sinds 2008 werden in de Sahel-regio 21 Westerse burgers ontvoerd.

De discussie dient mede ter voorbereiding van de EU-Sahel Strategie, die HV Ashton naar verwachting in februari zal presenteren. De strategie heeft mede ten doel dreigingen vanuit de regio te verminderen. De strategie zal waarschijnlijk voorstellen bevatten voor een geïntegreerde benadering van de regio ter bevordering van de sociaal-economische ontwikkeling en ter verbetering van de veiligheidssituatie. Na presentatie van de strategie zal het kabinet zijn visie op de strategie bepalen en bezien of, en zo ja, hoe Nederland aan de uitvoering ervan kan bijdragen.

Tunesië

Mogelijk zal de actuele situatie in Tunesië aan de agenda van de RBZ worden toegevoegd. Bij het schrijven van deze geannoteerde agenda was hierover nog niet besloten.

Godsdienstvrijheid

De Raad zal, mede naar aanleiding van het verzoek van de minister daartoe aan HV Ashton, spreken over godsdienstvrijheid, in het bijzonder over geweld tegen religieuze minderheden. In onder andere Egypte, Nigeria, Pakistan, Afghanistan, Syrië, Iran en Irak is de afgelopen maanden sprake geweest van dreiging en geweld tegen religieuze minderheden. HV Ashton heeft dit recente geweld in verschillende verklaringen veroordeeld. Nederland heeft zich aangesloten bij een Italiaans-Oostenrijks pleidooi voor een veel actievere rol van de EU op dit terrein. Mede gezien de recente gebeurtenissen wil Nederland dus dat de EU in haar mensenrechtenbeleid explicieter dan tot nu toe gebruikelijk aandacht schenkt aan het waarborgen van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en aanvullende maatregelen neemt om de positie van religieuze minderheden wereldwijd te versterken.

Wit-Rusland

De Raad zal spreken over actuele politieke ontwikkelingen in Wit-Rusland en over door de EU te nemen maatregelen in reactie op de hardhandige repressie na de presidentsverkiezingen van 19 december 2010.

Bij de verkiezingen, waarbij de zittende president Lukashenko officieel werd herkozen, is volgens internationale waarnemers op structurele wijze fraude gepleegd. Een grote protestdemonstratie in Minsk tegen de verkiezingsuitslag is met geweld neergeslagen. Vele honderden personen zijn opgepakt, waaronder de meeste presidentskandidaten, mensenrechtenverdedigers en journalisten. Velen van hen zitten nog steeds vast, en sommigen van hen dreigen tot lange gevangenisstraffen te worden veroordeeld. Daarnaast ondervinden NGO’s steeds meer tegenwerking en heeft Wit- Rusland aangekondigd de OVSE-missie in Minsk te willen sluiten.

De ontwikkelingen in Wit-Rusland zijn door de EU en afzonderlijke lidstaten, waaronder Nederland, scherp veroordeeld. Het kabinet is van mening dat deze boodschap kracht bij moet worden gezet middels passende maatregelen. De gedeeltelijke opschorting van het sanctiebeleid, ooit ingesteld naar aanleiding van mensenrechtenschendingen, moet ongedaan worden gemaakt. Daarnaast moeten nieuwe sancties worden ingesteld tegen de verantwoordelijken voor de frauduleuze verkiezingen en het daarop volgende geweld. Ook dient het EU-beleid gericht op kritisch engagement te worden opgeschort. Tegelijkertijd hecht het kabinet sterk aan voortgezette ondersteuning van mensenrechtenverdedigers en het maatschappelijk middenveld, zowel door de EU als door afzonderlijke lidstaten. Het kabinet maakt hier ook in 2011 middelen voor vrij. De EU moet blijven aandringen op het vrijlaten van alle politieke gevangenen en op het respecteren van mensenrechten en rechtstatelijkheid.

Rusland

In het kader van de discussie over het EU-beleid ten opzichte van strategische partners zal de Raad spreken over de relatie met Rusland. Aangezien de strategische betekenis van dit land zich uitstrekt over alle pijlers van het Nederlandse buitenlandbeleid – handelsbetrekkingen (inclusief energierelaties), veiligheid en mensenrechten – hecht het kabinet sterk aan effectief optreden van de EU in de relatie met Rusland. Hiertoe dienen de verschillende belangen van de EU en de lidstaten in samenhang te worden bezien en verenigd te worden in coherent, evenwichtig beleid, dat op eenduidige wijze wordt uitgedragen. Op deze wijze kan voortgang geboekt worden op voor Nederland en de EU belangrijke dossiers, waaronder WTO-toetreding van Rusland, voorspelbare energierelaties, een veelomvattend EU-Rusland Raamwerkakkoord, samenwerking in OVSE-, GVDB- en NAVO-verband en een open dialoog over mensenrechten en democratisering.

In de strategische relatie met Rusland dient om voortgang te kunnen maken – op weloverwogen wijze en met inachtneming van randvoorwaarden – eveneens rekening gehouden te worden met Russische beleidsprioriteiten in de relatie met de EU, waaronder op het terrein van visumbeleid, het partnerschap voor modernisering en Europese veiligheid.

Het kabinet hecht er nadrukkelijk aan dat de relatie tussen de EU en Rusland een brede basis blijft houden, waarin ook gevoelige onderwerpen als mensenrechten en rechtsstaat aan de orde blijven komen.

Iran

HV Ashton zal verslag doen van de gesprekken van de E3+3 (de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad, Duitsland en de HV) met Iran, die voorzien zijn op 21 en 22 januari a.s. in Istanboel. Ook de mensenrechtensituatie zal aan de orde komen.

Het kabinet vindt het uitermate belangrijk dat Iran de zorgen van het IAEA adresseert en dat inspecteurs/experts van het Agentschap volledige toegang krijgen tot alle nucleaire installaties in Iran. Een bezoek van diplomaten aan enkele van deze installaties, zoals Iran onlangs voorstelde, is niet hetzelfde. Het kabinet vindt het goed dat geen van de E3+3-leden op de Iraanse uitnodiging is ingegaan. De bal ligt bij Iran om in Istanboel stappen te zetten om de internationale zorgen over de nucleaire ambities weg te nemen.

HV Ashton heeft voorstellen gedaan om tot een meer alomvattend Europees mensenrechtenbeleid betreffende Iran te komen. Mede op initiatief van minister Rosenthal maakt een voorstel om reis- en tegoedensancties tegen Iraanse mensenrechtenschenders in te stellen, deel uit van de voorstellen. Het kabinet blijft bij EU-partners sterk pleiten voor het aannemen van dergelijke sancties. In de voorstellen van HV Ashton wordt ook het belang van maatregelen op het gebied van internetvrijheid en vrijheid van meningsuiting onderschreven en worden suggesties gedaan om beide te bevorderen.

Op 5 januari kwamen berichten over een doodvonnis tegen mw. Sahra Baahrami, die zowel de Iraanse als de Nederlandse nationaliteit bezit, naar buiten. De Iraanse ambassadeur is meermaals verzocht meer informatie over de zaak te verschaffen, waaronder door minister Rosenthal persoonlijk. De ambassadeur heeft het doodvonnis bevestigd, maar gevraagde informatie over de procesgang en andere aanklachten is nog niet verstrekt. Tevens is in Teheran en in EU-verband aandacht gevraagd voor de zaak. In alle contacten wordt benadrukt dat Nederland informatie wenst te ontvangen over de procesgang, een eerlijk proces wenst en consulaire toegang tot mw. Baahrami vraagt om, zoals aan alle ter dood veroordeelde Nederlanders in het buitenland, juridische bijstand aan te bieden.

Naar boven