Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2010
Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 22 november 2010.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
H. P. M. Knapen
Verslag van de Raad Algemene Zaken van 22 november 2010
Follow-up ER 28-29 oktober 2010 / voorbereiding ER 16-17 december 2010
De bespreking van de follow-up van de oktober- en de voorbereiding van de december-Europese Raad (ER) liep in elkaar over.
Wat betreft de follow-up lag aan de ministers een nota van het Belgische voorzitterschap voor, met daarin de actiepunten voortvloeiend
uit de meest recente ER-bijeenkomsten. Deze betroffen onder andere de stand van implementatie van de Europa 2020-strategie,
de voorbereiding op de aanstaande klimaattop te Cancún, de follow-up die wordt gegeven aan de G20-top van Seoel en economic governance. Ministers betoonden zich in het algemeen tevreden over deze wijze van gestructureerde follow-up; hierdoor kan de Raad Algemene
Zaken daadwerkelijk invulling geven aan zijn horizontale taak als voorportaal van de Europese Raad.
Wat betreft de voorbereiding op de aanstaande Europese Raad (16-17 december a.s.) werd de geannoteerde agenda zoals ontvangen
van ER-voorzitter Van Rompuy, doorlopen. De ER-agenda behelst (vooralsnog) de volgende onderwerpen: crisismechanisme en in
samenhang daarmee de voorziene beperkte verdragswijziging; een stand van zaken wat betreft de onderhandelingen over het wetgevend
pakket ter aanscherping van het Stabiliteits- en Groeipact; de manier waarop bezuinigingen in de lidstaten gereflecteerd kunnen
worden in de uitgaven op Europees niveau; en voortzetting van de discussie over strategische partners. Mogelijk zal de ER,
naar aanleiding van de aanbeveling van de Commissie in haar voortgangsrapport EU-uitbreiding, een besluit nemen om Montenegro
de status van kandidaat-lid toe te kennen. Ministers onderstreepten het belang van een gedegen en gestructureerde voorbereiding
op de komende Europese Raad, mede in het licht van de zwaarbeladen agenda en het belang van de te bespreken onderwerpen.
Video-en teleconferenties
De Raad heeft gesproken over de voortgang en mogelijke vervolgstappen om video- en teleconferentiesystemen in het kader van
de Raad te gebruiken. Teleconferenties met alle lidstaten zijn reeds mogelijk. Videoconferenties met alle lidstaten zijn pas
mogelijk indien de infrastructuur van het Raadssecretariaat wordt aangepast. Het voorzitterschap gaf aan dat dit kan worden
bereikt met een beperkte investering, waarbij het voorzitterschap opmerkte dat tele- en videoconferenties volgens de huidige
regels niet kunnen dienen ter vervanging van reguliere vergaderingen. Het voorzitterschap concludeerde dat het werk zal worden
voortgezet om videoconferenties tussen alle lidstaten mogelijk te maken en dat een aantal vervolgvragen verder zal worden
uitgewerkt.
Commissie-werkprogramma
De Commissie gaf een korte presentatie ter toelichting op haar werkprogramma voor 2011. Leidende gedachte daarin is de toegevoegde
waarde die de EU kan hebben op specifieke beleidsterreinen ten opzichte van acties van individuele lidstaten. «Ruggengraat»
van haar werkprogramma voor 2011, aldus de Commissie, zal de ten uitvoerlegging zijn van initiatieven die deel uitmaken van
de EU 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Het werkprogramma bevat 40 strategische initiatieven die de
Commissie in 2011 zal aannemen. Een nieuw element is dat in het werkprogramma tevens 150 andere initiatieven worden genoemd
die de Commissie vóór het einde van haar mandaat wil aannemen. Zij hoopt hiermee de voorzienbaarheid van haar voorstellen
te vergroten. De Commissie sprak tevens de hoop uit dat de werkzaamheden van de Raad volgend jaar zullen aansluiten bij haar
eigen werkprogramma, opdat met name de wetgevingsprocessen effectief ingevuld kunnen worden. Dit werd tijdens de discussie
door de inkomende voorzitterschappen bevestigd. Tot slot gaf de Commissie aan dat zij ten aanzien van de strategische voorstellen
ook contact zal opnemen met het Europees Parlement om te bespreken hoe het parlement de behandeling daarvan voor zich ziet.
Rampenrespons
Commissaris Georgieva (humanitaire hulp en crisisbestrijding) presenteerde de mededeling voor versterking van de EU-rampenrespons,
die zij in samenwerking met Commissaris Malmström en Hoge Vertegenwoordiger Ashton heeft opgesteld. Tijdens de RAZ van 14 december
aanstaande wil het voorzitterschap Raadsconclusies over de mededeling aannemen.
De Commissaris kreeg alom waardering voor de wijze waarop de mededeling tot stand was gekomen en een groot aantal lidstaten
reageerde constructief op de mededeling. Nederland, gesteund door een aantal andere lidstaten, noemde de mededeling een goede
start voor verdere stappen en onderstreepte het belang van de – ook door de Commissaris genoemde – uitgangspunten van kosteneffectiviteit,
de centrale rol van de VN en bovenal de nationale eindverantwoordelijkheid voor inzet van de «assets». Daarnaast benadrukte Nederland graag criteria uitgewerkt te willen zien voor daadwerkelijke inzet van de «assets», en noemde hiervan enkele voorbeelden. Zo dient bijvoorbeeld rekening te worden gehouden met de lokale capaciteit, de beschikbaarheid
van goederen in de regio en de afstand van de EU tot het rampgebied.