nr. 53
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 26 april 1995
Tijdens het Algemeen Overleg d.d. 5 april met de commissie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid over de gevolgen van de ontwerp-begroting 1995
van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie voor het beleid van de regionale
besturen heb ik toegezegd u te zullen informeren over:
– de omvang en doorwerking van bestaande verplichtingen in relatie
tot de budgettaire ruimte voor nieuwe aktiviteiten;
– de verdeling en aanwending van ESF-middelen;
– de (gewijzigde) condities waaronder subsidiëring uit hoofde
van de Kaderregeling Arbeidsinpassing plaats vindt;
– de effecten van de vermindering van de Rijksbijdrage voor het
landelijk en regionaal budget in 1995.
De voorzitter van het CBA heeft mij recentelijk, bij de aanbieding van
de landelijke begroting 1995 en het Landelijk Beleidskader 1995, gemeld dat
de begrotingstabellen met betrekking tot de verplichtingen naar maatregelen
en naar jaar van uitgaven op korte termijn zullen worden nagezonden.
Voorts is bij het CBA in voorbereiding een analyse van onoverkomelijke
knelpunten op het terrein van de basiseducatie/Centra Beroepsoefening en beroepsoriëntatie
worden besproken welke nog tot nadere besluitvorming kan leiden.
Gezien de relevantie van deze zaken voor de door mij aan u toegezegde
informatie neem ik mij voor, zodra ik over deze informatie van CBA-zijde beschik,
u schriftelijk te informeren.
Naar is voorzien zal het CBA in zijn vergadering van 11 mei a.s. tot nadere
besluitvorming inzake de gewenste knelpunten komen. Ik stel mij voor u kort
daarna te informeren.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. P. W. Melkert