21 427
Staatkundige, bestuurlijk en staatsrechtelijk vernieuwing

nr. 159
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 8 oktober 1996

In het notaoverleg van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken op 16 september 1996 (21 427, nr. 158) over de notities met betrekking tot wijziging van het kiesstelsel (21 427, nrs. 112 en 128), heb ik de commissieleden gevraagd of zij konden instemmen met mijn voorstel nader onderzoek te doen naar de wenselijkheid en mogelijkheid van wijzigingen in het kiesstelsel voor de verkiezingen van de Tweede Kamer in de richting van het Duitse kiesstelsel. In beginsel bleek een niet onbelangrijk deel van de leden daar positief tegenover te staan. Toegezegd is dat ik mijn voorstel nog schriftelijk zou uiteenzetten. Daartoe dient deze brief.

Een goede relatie tussen kiezers en gekozenen acht ik van groot belang. Naar mijn mening is een verbetering van die relatie wenselijk. Tijdens het overleg kwam naar voren dat deze mening door verschillende leden van de Commissie wordt gedeeld. Wijzigingen in het kiesstelsel kunnen mogelijk bijdragen tot een verbetering van bedoelde relatie. Van het voorstel van het kabinet voor een gemengd kiesstelsel, verwachtte ik wat dat betreft het nodige. Voor dit stelsel bestaat echter, zo bleek in het overleg, onvoldoende politiek draagvlak. Tevens bleek dat er geen overeenstemming bestaat over de analyse van de problemen tussen kiezer en gekozene, laat staan over de vraag of en zo ja in welke mate veranderen van het kiesstelsel een bijdrage zou kunnen leveren aan de oplossing van die problemen. Dit bracht mij ertoe voor te stellen een poging te ondernemen om, samen met deskundigen uit politieke partijen, te zoeken naar een gemeenschappelijk analyse van de problemen tevens te bezien welke oplossingen daarvoor wel op een groter draagvlak zouden kunnen rekenen. Ik denk daarbij in elk geval aan een onderzoek naar varianten van het Duitse stelsel, waarbij de voor velen geldende nadelen van dat stelsel moeten worden opgelost.

Ik streef ernaar een en ander, waaronder het onderzoek naar varianten op het Duitse kiesstelsel, volgend jaar zijn beslag te laten vinden. Het is mijn voornemen eind volgend jaar een ronde-tafelconferentie te beleggen waarin de resultaten van het onderzoek door bijvoorbeeld wetenschappers en vertegenwoordigers van de wetenschappelijke bureaus van de politieke partijen tegen het licht worden gehouden.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Naar boven