21 195
Algemene regels ter verzekering van de beveiliging door waterkeringen tegen overstromingen door het buitenwater en regeling van enkele daarmee verband houdende aangelegenheden (Wet op de waterkering)

nr. 31
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DEN BERG

Ontvangen 9 november 1995

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel 15l wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 15la

1. Indien onverwijlde inbezitneming van onroerende zaken ten behoeve van de uitvoering van het plan volstrekt noodzakelijk wordt geacht, kan deze, voor zover die onroerende zaken in het plan zijn aangewezen, op last van de beheerder geschieden. De artikelen 73, vijfde en zesde lid, 74, 75 en 76 van de onteigeningswet zijn van toepassing.

2. Indien onroerende zaken als bedoeld in het eerste lid zijn aangewezen in het ontwerp-plan, geschiedt daarvan kennisgeving aan degenen die in de kadastrale registratie staan vermeld als eigenaren van die onroerende zaken of als rechthebbenden op een beperkt recht waaraan die onroerende zaken onderworpen zijn. De kennisgeving maakt deel uit van de in artikel 15c, eerste lid, onderdeel a, bedoelde kennisgeving.

3. Tegen een besluit van de beheerder tot het geven van een last als bedoeld in het eerste lid, kan geen beroep worden ingesteld.

Toelichting

Naast de procedure tot grondverwerving die het wetsvoorstel in artikel 15k geeft, bevat dit amendement een extra mogelijkheid voor gevallen waarin onverwijlde inbezitneming van onroerende zaken noodzakelijk is. Een soortgelijk artikel is opgenomen in de Deltawet grote rivieren en levert door het terzijde stellen van de onteigeningswet een substantiële tijdwinst op. De beoordeling of er aanleiding is tot toepassing van de versnelde procedure, met name uit hoofde van de veiligheid, is in eerste instantie aan de beheerder, doch kan zonodig rechterlijk worden getoetst.

Van den Berg

Naar boven