Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 21109 nr. 252 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 21109 nr. 252 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 oktober 2021
Hierbij bied ik u het periodieke overzicht aan van de stand van zaken bij de implementatie van EU-richtlijnen in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het derde kwartaal van 20211.
In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatieachterstand zoals die op 30 september 2021 gold. Daarna worden de oorzaken van deze achterstand behandeld en worden de richtlijnen die het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd genoemd. Vervolgens volgt een opsomming van de ingebrekestellingprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie. Mede op verzoek van uw Kamer zijn ook de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie in het overzicht ingebrekestellingen per departement opgenomen.
Huidige achterstand
De achterstand per 1 oktober 2021 bedroeg 17 richtlijnen t.o.v. 13 in het vorige kwartaal. In het 3e kwartaal van 2021 zijn 4 achterstallige richtlijnen geïmplementeerd. Er zijn in dit kwartaal 8 nieuwe richtlijnen in overschrijding bijgekomen.
De 17 achterstallige richtlijnen zijn aan de volgende ministeries toegedeeld: BZK (1), EZK (3), FIN (7), IenW (2), JenV (3), VWS (1).
De overschrijding van de implementatiedatum varieert sterk, van 59 tot 629 dagen. Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn is te vinden in bijgevoegd kwartaaloverzicht.
Achterstanden en hun oorzaken
Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo derde kwartaal 2021 speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie toegelicht.
BZK
RICHTLIJN (EU) 2019/1024 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie
Uiterste implementatiedatum: 17 juli 2021
Richtlijn (EU) 2019/1024 wordt geïmplementeerd door een wijziging van de Wet hergebruik van overheidsinformatie en enkele andere wetten. Wegens prioritering van COVID-19-wetgeving en gebrek aan capaciteit heeft de voorbereiding van dit wetsvoorstel vertraging opgelopen. De verwachting is dat het wetsvoorstel dit jaar in internetconsultatie gaat en in de eerste helft van 2022 wordt aangeboden aan de Tweede Kamer.
EZK
Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (herschikking)
Uiterste implementatiedatum: 21 december 2020
Richtlijn (EU) 2018/1972 wordt geïmplementeerd door een wijziging van de Telecommunicatiewet en van daaronder vallende uitvoeringsregelgeving. Het wetsvoorstel tot wijziging van de Telecommunicatiewet is in juni 2021 aanhangig gemaakt bij de Tweede Kamer (Kamerstuk 35 865). De Nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstuk 35 865, nr. 6) en een nota van wijziging (Kamerstuk 35 865, nr. 7) zijn op 8 oktober jl. naar de Tweede Kamer gestuurd. De voorbereiding van het wetsvoorstel heeft meer tijd gekost dan voorzien vanwege in het bijzonder nader onderzoek dat moest worden uitgevoerd naar de gevolgen van de richtlijn voor gemeenten.
Overigens zijn reeds enkele prioritaire onderdelen van de richtlijn geïmplementeerd, betreffende (i) toegangsregulering in geval van replicatiebelemmeringen, (ii) het overstappen van telecomaanbieder en (iii) geografisch onderzoek van netwerken. De hiertoe strekkende wijziging van de Telecommunicatiewet en van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen is op 21 december 2020 in werking getreden.
RICHTLIJN (EU) 2019/944 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (herschikking)
Uiterste implementatiedatum: 31 december 2020
Richtlijn (EU) 2019/944 wordt geïmplementeerd door een voorstel van wet houdende regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet). Het voorstel voor een Energiewet is op 17 december jl. ter consultatie aangeboden. De internetconsultatie is afgerond. Het conceptwetsvoorstel wordt naar verwachting in november aangeboden voor de uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets bij de betreffende toezichthouders en voor de wetgevingstoets bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De implementatie is vertraagd door de complexiteit van het doorgronden van het bereik en de betekenis van de richtlijnvoorschriften en het noodzakelijke overleg met de stakeholders. Overigens zijn aanzienlijke delen van Richtlijn 2019/944 reeds in de huidige Elektriciteitswet en onderliggende regelgeving geïmplementeerd.
RICHTLIJN (EU) 2018/2001 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (herschikking)
Uiterste implementatiedatum: 30 juni 2021
Richtlijn (EU) 2018/2001 wordt geïmplementeerd door verschillende trajecten.
Ten eerste vindt implementatie plaats in de energieregelgeving, namelijk door een voorstel van wet omtrent garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare bronnen (Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong) en door wijziging van verschillende besluiten en wijziging van onderliggende regelingen. De beoogde Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong is op 21 april 2021 ingediend bij de Tweede Kamer (Kamerstuk 35 814). De memorie van toelichting van dit wetsvoorstel bevat een transponeringstabel voor de gehele implementatie van de richtlijn (Kamerstuk 35 814, nr. 3). Er is onlangs een nota van wijziging ingediend bij de Tweede Kamer om de implementatie te versnellen. Door de nota van wijziging kan de volledige implementatie van de richtlijn in de energieregelgeving op wetsniveau (wijzigingen van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet) in één keer kan worden afgerond en hoeft niet langer gewacht te worden op de beoogde Energiewet en de beoogde Wet collectieve warmtevoorziening. Het streven is om de Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong en de wijziging van de besluiten en onderliggende regelingen uiterlijk op 1 januari 2022 in werking te laten treden.
Ten tweede vindt implementatie voor de verplichtingen inzake vervoer plaats door wijziging van de Wet milieubeheer (Stb. 2021, nr. 334), welke voor het zomerreces van 2021 is aangenomen door het Parlement. De nadere invulling, zoals de hoogte van de jaarlijkse verplichtingen, landt in het Besluit energie vervoer en de Regeling energie vervoer. De wijziging van het Besluit energie vervoer is aan de Kamers aangeboden voor spoedige bespreking en recentelijk is de internetconsultatie van de gewijzigde Regeling energie vervoer afgerond.
Ten derde vindt implementatie plaats in het Bouwbesluit om een minimumwaarde hernieuwbare energie bij nieuwbouw en ingrijpende renovatie voor te schrijven. Voor nieuwbouw is dit reeds in werking getreden, voor renovatie is dit naar verwachting begin 2022 voltooid.
FIN
RICHTLIJN (EU) 2018/843 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU
Uiterste implementatiedatum: 10 januari 2020
Deze richtlijn heeft tot doel het voorkomen van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en terrorismefinanciering, en wijzigt de vierde anti-witwasrichtlijn.2 De implementatie van de Richtlijn (EU) 2018/843 heeft hoofdzakelijk plaatsgevonden door middel van de Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn en het Implementatiebesluit wijziging vierde anti-witwasrichtlijn, die op 21 mei 2020 in werking zijn getreden. Daarnaast vindt de implementatie van de artikelen 30, 31 en 32bis van de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn richtlijn plaats via aparte implementatiewetten met bijbehorende implementatiebesluiten.3 Deze regelgeving is reeds in werking getreden, met uitzondering van de regelgeving waarmee artikel 31 wordt geïmplementeerd. Het wetsvoorstel Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies4 is op 23 april jl. ingediend bij de Tweede Kamer, en wordt op korte termijn plenaire behandeld Het bijbehorende Implementatiebesluit registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies is afgelopen zomer openbaar geconsulteerd.5 Dit wetsvoorstel en besluit strekken tot implementatie van de in artikel 31 van de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn opgenomen verplichting tot het bijhouden en centraal registreren van informatie over de uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies. De implementatietermijn voor dit onderdeel van de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn verliep op 10 maart 2020.
De Europese Commissie heeft op 9 juni jl. een met redenen omkleed advies uitgebracht met betrekking tot de gedeeltelijk te late omzetting van Richtlijn (EU) 20158/843. Dit advies ziet mede op de implementatie van artikel 31 van de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn. Nederland heeft hierop binnen de gestelde termijn van twee maanden gereageerd.
RICHTLIJN (EU) 2019/879 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU met betrekking tot de verliesabsorptie- en herkapitalisatiecapaciteit van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en Richtlijn 98/26/EG
Uiterste implementatiedatum: 28 december 2020
Deze richtlijn, die de richtlijn herstel en afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen wijzigt, vormt samen met de verordening met betrekking tot verliesabsorptie en herkapitalisatiecapaciteit van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen die de verordening gemeenschappelijk afwikkelings-mechanisme wijzigt, het Europeesrechtelijk kader voor afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen, indien zij falen of dreigen te falen. De richtlijn wordt geïmplementeerd met het wetsvoorstel Implementatiewet verliesabsorptie- en herkapitalisatiecapaciteit van banken en beleggingsondernemingen, die de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Faillissementswet wijzigt. Het wetsvoorstel is op 9 september jl. (Kamerstuk 35 908) ingediend bij de Tweede Kamer. De Kamer heeft op 14 oktober jl. (Kamerstuk 35 908, nr. 5) verslag uitgebracht. Er wordt naar gestreefd om de nota naar aanleiding van het verslag zo spoedig mogelijk naar de Kamer te sturen. Daarnaast is een implementatiebesluit in voorbereiding om handhaving van de nieuwe artikelen die het wetsvoorstel toevoegt aan de Wft mogelijk te maken door te voorzien in boetenhoogten. Het implementatiebesluit is tot 15 oktober jl. publiek geconsulteerd. Er zijn geen consultatiereacties ontvangen. Het implementatiebesluit wordt, nadat het voorstel voor de Implementatiewet door de Tweede Kamer is aangenomen, voor advies aangeboden aan de Raad van State. De implementatie is vertraagd vanwege de complexiteit van de materie en de interferentie tussen de verordening en de richtlijn die ook de reikwijdte zeer complex maakt. Nederland is op 3 februari jl. in gebreke gesteld wegens de overschrijding van de implementatietermijn van deze richtlijn. Op 15 juli jl. heeft Nederland van de Europese Commissie een met redenen omkleed advies ontvangen. Op 14 september jl. is daarop door Nederland gereageerd.
RICHTLIJN (EU) 2020/1504 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAADvan 7 oktober 2020 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten
Uiterste implementatiedatum: 10 mei 2021
Richtlijn (EU) 2020/1504 hangt samen met Verordening (EU) 2020/1503, de verordening Europese crowdfundingdienstverleners. De richtlijn en verordening bieden een geharmoniseerd regelgevend kader voor het verlenen van crowdfundingdiensten ten aanzien van bedrijfsfinanciering. De verordening voorziet in een vergunningsplicht en doorlopend toezicht voor het verlenen van crowdfundingdiensten. De richtlijn wijzigt de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 (Richtlijn (EU) 2014/65), waardoor crowdfundingdienstverleners uitgezonderd worden van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 om ongewenste samenloop van verplichtingen te voorkomen.
Ter implementatie van de richtlijn wordt de Vrijstellingsregeling Wft aangepast om crowdfundingdienstverleners vrij te stellen van de bepalingen ter implementatie van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014. Concreet worden crowdfundingdienstverleners in de zin van de verordening Europese crowdfundingdienstverleners vrijgesteld van artikel 2:96 Wft (vergunningplicht) en van Deel 4 van de Wft (gedragstoezicht).
Om een goede werking van de verordening Europese crowdfundingdienstverleners te borgen, waren meerdere wijzigingen van de Vrijstellingsregeling Wft noodzakelijk. De uitwerking van die wijzigingen bleek helaas niet mogelijk in de korte implementatietermijn waarin Richtlijn (EU) 2020/1504 voorziet. Vanwege de samenhang tussen Richtlijn (EU) 2020/1504 en de verordening Europese crowdfundingdienstverleners was het bovendien niet mogelijk om de voor die richtlijn en die verordening benodigde wijzigingen apart te regelen. Hierdoor heeft de implementatie van Richtlijn (EU) 2020/1504 vertraging opgelopen.
De regeling ter implementatie van Richtlijn (EU) 2020/1504 is inmiddels openbaar geconsulteerd (zie https://www.internetconsultatie.nl/conceptregelingcrowdfunding). Momenteel worden de reacties op de consultatie verwerkt, waarna de regeling gereed is voor publicatie en inwerkingtreding. Naar verwachting zal de implementatie in november 2021 zijn afgerond.
RICHTLIJN (EU) 2019/2034 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU
Uiterste implementatiedatum: 26 juni 2021
Richtlijn (EU) 2019/2034 en de bijbehorende verordening (EU) 2019/2033 vormen tezamen het nieuwe prudentiële kader voor beleggingsondernemingen. De richtlijn wordt geïmplementeerd met het wetsvoorstel Implementatiewet richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen en het ontwerpImplementatiebesluit prudentieel toezicht beleggingsondernemingen. Het wetsvoorstel is op 28 september jl. (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 6) als hamerstuk aanvaard in de Eerste Kamer en op 12 oktober jl. (Kamerstuk 35 783) gepubliceerd. De wet zal eind oktober in werking treden. Het implementatiebesluit, dat vanwege enkele grondslagen moest wachten op aanvaarding van de Implementatiewet door de Tweede Kamer, is op 13 september jl. ter advisering aan de Raad van State aangeboden. De implementatie heeft enige vertraging opgelopen als gevolg van het verkiezingsreces en de daaropvolgende demissionaire periode van het kabinet. Nederland is op 23 juli jl. in gebreke gesteld wegens de overschrijding van de implementatietermijn van deze richtlijn. Naar verwachting zal de implementatie in het najaar compleet zijn.
RICHTLIJN (EU) 2019/2177 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 18 december 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten, en van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering [A]
Uiterste implementatiedatum: 30 juni 2021
Deze richtlijn (ook wel: omnibusrichtlijn ESFS-review) houdt verband met de herziening van het Europees Systeem voor Financieel Toezicht (European System of Financial Supervision, ESFS) en wijzigt de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 (MiFID II), de richtlijn solvabiliteit II en de vierde anti-witwasrichtlijn. De wijzigingen in de vierde anti-witwasrichtlijn houden verband met de taak die de Europese Bankautoriteit (EBA) heeft op het gebeid van het voorkomen van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en financieren van terrorisme. Deze wijzigingen zijn geïmplementeerd door middel van de Herstelwet financiële markten 2020 (artikel II, onderdelen A en I) en traden op 30 juni 2021 in werking. De wijzigingen in de richtlijn solvabiliteit II zien op samenwerkingsbepalingen tussen toezichthouders. Deze wijzigingen zijn geïmplementeerd door middel van de implementatieregeling omnibusrichtlijn ESFS en traden op 1 juli 2021 in werking. De in de omnibusrichtlijn ESFS-review opgenomen wijzigingen van MiFID II worden via een separaat wetgevingstraject geïmplementeerd gestreefd wordt het wetsvoorstel in november 2021 voor advies aan de Raad van State aan te bieden. Met het wetsvoorstel wordt het toezicht op een belangrijk deel van de in Europese Unie gevestigde datarapporteringsdienstverleners overgeheveld van de nationale toezichthoudende instanties naar de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (ESMA). De implementatie van de hiervoor bedoelde MiFID II wijzigingen is vertraagd, omdat prioriteit is gegeven aan de Europese onderhandelingen over de maatregelen die wat betreft beleggingsondernemingen dienen bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-crisis.
RICHTLIJN (EU) 2019/2162 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2014/59/EU
Uiterste implementatiedatum: 8 juli 2021
Deze richtlijn gedekte obligaties (richtlijn nr. 2019/2162) regelt de voorwaarden voor de uitgifte van gedekte obligaties door banken en het toezicht daarop. De richtlijn gedekte obligaties wordt geïmplementeerd in nationale wet- en regelgeving via het wetsvoorstel Implementatiewet richtlijn gedekte obligaties en het bijhorende Implementatiebesluit en een Implementatieregeling. De Implementatiewet is bij de Tweede Kamer ingediend op 10 september 2021 (Kamerstuk 35 907). De Kamer heeft op 15 oktober jl. verslag (Kamerstuk 35 907, nr. 6) uitgebracht. Er wordt naar gestreefd om de nota naar aanleiding van het verslag zo spoedig mogelijk naar de Kamer te sturen. Het Implementatiebesluit zal dit najaar worden geconsulteerd en daarna zo spoedig mogelijk aan de Raad van State worden aangeboden voor advies. Hoewel de implementatietermijn reeds is verstreken, dienen de bepalingen uit de richtlijn uiterlijk van toepassing te worden op 8 juli 2022. Daarom is voorzien dat de Implementatiewet, het Implementatiebesluit en de Implementatieregeling in werking zullen treden op die datum. De implementatie van de richtlijn zal naar verwachting in het eerste deel van 2022 zijn voltooid. Nederland is op 29 september 2021 in gebreke gesteld wegens de overschrijding van de implementatietermijn van deze richtlijn.
RICHTLIJN (EU) 2019/1160 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging
Uiterste implementatiedatum: 2 augustus 2021
De richtlijn (EU) 2019/1160 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging (PbEU 2019, L 188) (hierna: richtlijn grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe's) wijzigt de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten. De richtlijn grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s heeft tot doel om de nog bestaande belemmeringen weg te nemen en de grensoverschrijdende distributie van de beleggingsinstellingen en icbe's te bevorderen. De richtlijn wordt geïmplementeerd door middel van de Wet implementatie richtlijn grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s en het Besluit richtlijn grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s. Het wetsvoorstel is op 8 juni jl. (Kamerstuk 35 858) ingediend bij de Tweede Kamer en op 23 september jl. als hamerstuk aangenomen. De Eerste Kamer heeft op 12 oktober jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 7) het wetsvoorstel als hamerstuk aangenomen. Het implementatiebesluit ligt voor advies bij de Raad van State. Naar verwachting zal de implementatie voor 1 december 2021 compleet zijn.
I&W
RICHTLIJN (EU) 2019/883 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 april 2019 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG
Uiterste implementatiedatum: 28 juni 2021
Richtlijn (EU) 2019/883 wordt geïmplementeerd door een wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen. Het wetsvoorstel is ingediend bij de Tweede Kamer. De wijziging van de onderliggende regelgeving wordt voorbereid. Het streven is om de implementatieregelgeving het eerste kwartaal van 2022 te publiceren.
De vertraging is grotendeels te wijten aan de complexiteit van de materie. De wijzigingen door de komst van de tweede richtlijn havenontvangstvoorzieningen moeten worden ingepast in de bestaande regelgeving. Dit is niet evident, aangezien regelgeving omtrent afvalafgifte van schepen is uitgewaaierd over verschillende niveaus. Daarnaast wordt de implementatie afgestemd met belanghebbende partijen.
RICHTLIJN (EU) 2019/1161 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/33/EG inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen
Uiterste implementatiedatum: 2 augustus 2021
Richtlijn (EU) 2019/1161 wordt geïmplementeerd door een wijziging van de Wet milieubeheer en een nieuwe op de wet milieubeheer gebaseerde ministeriële regeling, de Regeling bevordering schone wegvoertuigen.
Het wetsvoorstel is op 5 oktober 2021 (Kamerstuk 35 818) door de Eerste Kamer aangenomen en zal in de loop van oktober worden gepubliceerd. De daarbij behorende regeling zal op korte termijn door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat worden vastgesteld en in het najaar 2021 worden gepubliceerd. De vertraging is te wijten aan de complexiteit van de materie en de verhouding tussen deze richtlijn en het Klimaatakkoord.
JenV
RICHTLIJN (EU) 2019/770 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAADvan 20 mei 2019 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud en digitale diensten
Uiterste implementatiedatum: 1 juli 2021
RICHTLIJN (EU) 2019/771 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAADvan 20 mei 2019 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en Richtlijn 2009/22/EG, en tot intrekking van Richtlijn 1999/44/EG
Uiterste implementatiedatum: 1 juli 2021
Richtlijn (EU) 2019/770 en richtlijn (EU) 2019/771 worden geïmplementeerd door een wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Wet handhaving consumentenbescherming. Het wetsvoorstel is op 16 februari 2021 (Kamerstuk 35 734 ingediend bij de Tweede Kamer en staat inmiddels voor aanvaarding door Uw Kamer geagendeerd. De richtlijnen gaan over een betere consumentenbescherming in het digitale domein en deels daarmee samenhangende nieuwe verplichtingen voor de handelaar/verkoper. Het betreft hier een complexe materie, die gekenmerkt wordt door constante technische ontwikkelingen. Dat brengt mee dat de implementatie met de nodige belanghebbenden diende te worden afgestemd. De vertraging van de implementatie is grotendeels aan die combinatie van factoren te wijten. De overschrijding van de omzettingstermijn van 1 juli 2021 betreft een formeel verzuim, namelijk niet tijdige publicatie in het Staatsblad. Het streven is om de Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud op 1 januari 2022 in werking te laten treden, zoals de richtlijnen voorschrijven.
RICHTLIJN (EU) 2019/1153 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAADvan 20 juni 2019 tot vaststelling van regels ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van bepaalde strafbare feiten, en tot intrekking van Besluit 2000/642/JBZ van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 1 augustus 2021
De richtlijn (EU) 2019/1153 wordt vrijwel volledig geïmplementeerd met bestaande Nederlandse regelgeving. Daarnaast vergt de implementatie wijziging van enkele bepalingen in het Besluit politiegegevens. Die wijzigingen zijn aan de Autoriteit Persoonsgegevens voorgelegd voor advies, maar het advies is nog niet ontvangen. Na de advisering door de AP zullen de wijzigingen voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State. Het streven is er uiteraard op gericht dat de wijzigingen van het Besluit politiegegevens zo snel mogelijk in werking kunnen treden, zodat de Europese Commissie kan worden genotificeerd over de volledige implementatie in het Nederlandse recht.
VWS
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2020/1687 VAN DE COMMISSIE van 2 september tot wijziging van de bijlage bij Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad in verband met het opnemen van de nieuwe psychoactieve stof N,N-diethyl-2-[[4-(1-methylethoxy)fenyl]methyl]-5-nitro-1Hbenzimidazool-1-ethanamine (isotonitazeen) in de definitie van «drug» Uiterste implementatiedatum: 3 juni 2021
Gedelegeerde Richtlijn 2020/1687 voegt het middel isotonitazeen toe aan de definitie van «drug» in Kaderbesluit 2004/757/JBZ, wat betekent dat isotonitazeen verboden moet worden. Dit gebeurt door plaatsing van isotonitazeen op lijst I, behorende bij de Opiumwet. Bij brief van de Staatssecretaris van VWS van 16 juni 2021 (Kamerstuk 35 863, nr. 1) is aan beide Kamers der Staten-Generaal het ontwerpbesluit, houdende wijziging van lijst I en II, behorende bij de Opiumwet, in verband met de plaatsing op lijst II van 3-MMC, alsmede plaatsing op lijst I en II van enkele andere middelen, gezonden in het kader van de voorhangprocedure. In dit ontwerpbesluit is ook de plaatsing van isotonitazeen op lijst I, behorende bij de Opiumwet, voorzien. Na afloop van de voorhangtermijn is het ontwerpbesluit voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Op 1 september jl. heeft de Afdeling advies uitgebracht. De geplande datum van inwerkingtreding van het besluit is 1 november 2021.
Richtlijnen die in het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd om overschrijding te voorkomen
BZK
– RICHTLIJN (EU) 2019/1937 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden
– Uiterste implementatiedatum: 17 december 2021
EZK
– RICHTLIJN (EU) 2019/2161 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en Richtlijnen 98/6/EG, 2005/29/EG en 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie
– Uiterste implementatiedatum: 28 november 2021
FIN
– RICHTLIJN (EU) 2021/338 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 februari 2021 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU wat betreft informatievereisten, productgovernance en positielimieten, en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/878 wat betreft de toepassing daarvan op beleggingsondernemingen, om bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-crisis
– Uiterste implementatiedatum: 28 november 2021
– RICHTLIJN (EU) 2020/262 VAN DE RAAD van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (herschikking)
– Uiterste implementatiedatum: 31 december 2021
– RICHTLIJN (EU) 2020/1151 VAN DE RAAD van 29 juli 2020 tot wijziging van Richtlijn 92/83/EEG betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken
– Uiterste implementatiedatum: 31 december 2021
– RICHTLIJN (EU) 2021/1159 VAN DE RAAD van 13 juli 2021 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende tijdelijke vrijstellingen bij invoer en bepaalde leveringen van goederen en diensten in reactie op de COVID-19-pandemie
– Uiterste implementatiedatum: 31 december 2021
IenW
– RICHTLIJN (EU) 2019/520 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 19 maart 2019 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer en ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over niet-betaling van wegentol in de Unie (herschikking)
– Uiterste implementatiedatum: 19 oktober 2021
– RICHTLIJN (EU) 2019/1834 VAN DE COMMISSIE van 24 oktober 2019 tot wijziging van de bijlagen II en IV bij Richtlijn 92/29/EEG van de Raad met betrekking tot zuiver technische aanpassingen
– Uiterste implementatiedatum: 20 november 2021
– RICHTLIJN (EU) 2019/1936 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 oktober 2019 tot wijziging van Richtlijn 2008/96/EG betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur
– Uiterste implementatiedatum: 17 december 2021
– GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2021/1226 VAN DE COMMISSIE van 21 december 2020 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de gemeenschappelijke bepalingsmethoden voor lawaai met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang
– Uiterste implementatiedatum: 31 december 2021
– RICHTLIJN (EU) 2020/367 VAN DE COMMISSIE van 4 maart 2020 tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de vaststelling van bepalingsmethoden voor de schadelijke effecten van omgevingslawaai betreft
– Uiterste implementatiedatum: 31 december 2021
LNV
– UITVOERINGSRICHTLIJN (EU) 2021/746 VAN DE COMMISSIE van 6 mei 2021tot wijziging van de Richtlijnen 2003/90/EG en 2003/91/EG wat betreft de protocollen voor het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen en tot wijziging van Richtlijn 2003/90/EG wat betreft bepaalde botanische namen van planten
– Uiterste implementatiedatum: 31 december 2021
SZW
– RICHTLIJN (EU) 2019/1833 VAN DE COMMISSIE van 24 oktober 2019 tot wijziging van de bijlagen I, III, V en VI bij Richtlijn 2000/54/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft zuiver technische aanpassingen
– Uiterste implementatiedatum: 20 november 2021
– RICHTLIJN (EU) 2019/1832 VAN DE COMMISSIE van 24 oktober 2019 tot wijziging van de bijlagen I, II en III bij Richtlijn 89/656/EEG van de Raad met betrekking tot zuiver technische aanpassingen
– Uiterste implementatiedatum: 20 november 2021
VWS
– GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2021/802 VAN DE COMMISSIE van 12 maart 2021 tot wijziging van de bijlage bij Kaderbesluit 2004/757/JBZ wat betreft het opnemen van de nieuwe psychoactieve stoffen methyl 3,3-dimethyl-2-{[1-(pent-4-een-1-yl)-1H-indazool-3-carbonyl]amino}butanoaat (MDMB-4en-PINACA) en methyl 2-{[1-(4-fluorbutyl)-1H-indool-3-carbonyl]amino}-3,3-dimethylbutanoaat (4F-MDMB-BICA) in de definitie van «drug»
– Uiterste implementatiedatum: 9 december 2021
Ingebrekestellingen wegens te late implementatie
In het derde kwartaal van 2021 zijn er vijftien ingebrekestellingen wegens te late implementatie van richtlijnen van de Europese Commissie ontvangen:
Van BZK, zaak 2021/0474, RL 2019/1024, (open data en het hergebruik van overheidsinformatie)
Van EZK, zaak 2021/0310, mbt RL 2018/2001 (gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen)
Van FIN, zaak 2021/0312, mbt RL 2019/2034 (toezicht op beleggingsondernemingen)
Van FIN, zaak 2021/0313, mbt RL 2019/2177 (Solvabiliteit II)
Van FIN, zaak 2021/0314, mbt RL 2020/1504 (markten voor financiële instrumenten)
Van FIN, zaak 2021/0476, RL 2019/1160, (grensoverschrijdende distributie instellingen voor collectieve belegging)
Van FIN, zaak 2021/0478, RL 2019/2162, (gedekte obligaties)
Van IenW, zaak 2021/0309, mbt RL 2019/645 (vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders)
Van IenW, zaak 2021/0311, mbt RL 2019/883 (havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen)
Van IenW, zaak 2021/0477, RL 2019/1161, (bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen)
Van JenV, zaak 2021/0472, RL 2019/770, (levering van digitale inhoud en digitale diensten)
Van JenV, zaak 2021/0473, RL 2019/771, (overeenkomsten voor de verkoop van goederen)
Van JenV, zaak 2021/0475, RL 2019/1153, (voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van bepaalde strafbare feiten)
Van JenV, zaak 2021/2076 mbt RL 2013/48 (toegang tot advocaat in strafprocedures)
Van VWS, zaak 2021/0315, mbt RL 2020/1687 (nieuwe psychoactieve stof / definitie drug)
De Europese Commissie heeft in het derde kwartaal van 2021 drie zaken wegens te late implementatie geseponeerd:
Van EZK, zaak 2020/0226 mbt RL 2019/692 (interne markt aardgas)
Van IenW, zaak 2020/0463 mbt RL 2018/852 (verpakking en verpakkingsafval)
Van IenW, zaak 2017/0399 mbt RL 2014/45 (technische controle)
De Minister van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen
Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PbEU 2015, L 141/73).
Artikel 30 van de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn is geïmplementeerd met de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten en het Implementatiebesluit registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten. Deze implementatieregelgeving strekt tot implementatie van de verplichting tot het bijhouden en centraal registeren van informatie over de uiteindelijk belanghebbenden (ultimate beneficial owners, afgekort UBO’s) van in Nederland opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten, en is deels op 8 juli 2020 en deels op 27 september 2020 in werking getreden. Artikel 32bis van de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn is geïmplementeerd met de Wet verwijzingsportaal bankgegevens en het Besluit verwijzingsportaal bankgegevens. Deze implementatieregelgeving is op 10 september 2020 in werking getreden. Hiermee is een aansluitplicht op het verwijzingsportaal bankgegevens tot stand gebracht voor banken en andere betaaldienstverleners die IBAN-rekeningen of kluizen aanbieden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21109-252.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.