21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen

Nr. 219 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 april 2015

Hierbij bied ik u het periodieke overzicht aan van de stand van zaken bij de implementatie van EU-richtlijnen in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het eerste kwartaal van 20151.

In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatieachterstand zoals die op 31 maart 2015 gold. Daarna worden de oorzaken van deze implementatie-achterstand behandeld en worden, indien van toepassing, tevens dreigende implementatieachterstanden genoemd. Vervolgens volgt een opsomming van de ingebrekestellingprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie. Mede op verzoek van uw Kamer zijn ook de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie in het overzicht ingebrekestellingen per departement opgenomen.

Huidige achterstand

De achterstand per 1 april 2015 bedraagt 5 richtlijnen tegenover 4 in het vorige kwartaal. In het eerste kwartaal van 2015 zijn 5 achterstallige richtlijnen geïmplementeerd. Tegelijkertijd zijn er dit kwartaal 2 nieuwe richtlijnen in overschrijding bijgekomen.

De 5 achterstallige richtlijnen zijn aan de volgende ministeries toegedeeld: BZK (1), EZ (1)en FIN (3).

De overschrijding van de implementatiedatum varieert sterk, van 1 tot 995 dagen. Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn is te vinden op de laatste pagina van bijgevoegd kwartaaloverzicht.

Achterstanden en hun oorzaken

Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo eerste kwartaal speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie toegelicht.

BZK

Richtlijn 2010/31/EU van het Europees parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen; uiterste implementatiedatum 9 juli 2012

De implementatie van richtlijn 2010/31/EU is bijna afgerond. Het laatste te implementeren onderdeel is de introductie van de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen als sanctie op het niet naleven van de voorschriften die voorvloeien uit de richtlijn. Het daarvoor noodzakelijke wetsvoorstel (onderdeel van de Novelle Herzieningswet toegelaten instellingen, Kamerstuk 33 966, nr. 2) is inmiddels door de Eerste Kamer aangenomen en het voornemen is dat dit op 1 juli 2015 in werking treedt.

EZ

Richtlijn 2012/27/EU van het Europees parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG; uiterste implementatiedatum 5 juni 2014

De implementatie geschiedt door wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet. Daarnaast behoeven een algemene maatregel van bestuur en enkele ministeriële regelingen aanpassing. Implementatie van de verplichtingen met betrekking tot de energie-audit en de kosten-baten analyse geschiedt in een tijdelijke ministeriële regeling op grond van de Wet milieubeheer. Het wetsvoorstel tot aanpassing van de bovenstaande wetten (Kamerstuk 33 913) is op 24 februari jl. door de Eerste Kamer aangenomen. De voorbereiding van het desbetreffende wetsontwerp heeft langer geduurd vanwege de complexiteit van de richtlijn en de gedeeltelijke implementatie daarvan door afspraken die met het Energieakkoord tot stand zijn gekomen. De implementatie in het Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie zal naar verwachting in het voorjaar van 2015 zijn afgerond. De tijdelijke ministeriële regeling op grond van de Wet milieubeheer zal naar verwachting begin van de tweede helft van 2015 zijn afgerond.

FIN

Richtlijn 2014/59/EU van het Europees parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG,2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees parlement en de Raad; uiterste implementatiedatum 31 december 2014

De richtlijn voorziet in eenvormige regels voor herstel en afwikkeling van banken en bepaalde beleggingsondernemingen, en de implementatie ervan zal leiden tot een omvangrijke wijziging van o.a. de Wet op het financieel toezicht. Deze richtlijn is gepubliceerd op 12 juni 2014 en kent daarmee een uiterste termijn voor de implementatie van ongeveer een half jaar. Deze omzettingstermijn blijkt, gezien de complexiteit en omvang van de wettelijke implementatie ontoereikend. Dit geldt overigens eveneens voor het overgrote deel van de overige lidstaten. Bovendien is op 15 juli 2014 vastgesteld de verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PbEU 2014, L 225). Deze verordening is van toepassing op de landen van de eurozone en vormt een belangrijke aanvulling op de richtlijn. De verordening stelt het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (single resolution mechanism, SRM) in en voorziet in centrale besluitvorming met betrekking tot afwikkeling, door de instelling van een Europese afwikkelingautoriteit – de afwikkelingsraad, en in een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds. Deze verordening draagt verder bij aan de complexiteit van het implementatietraject, dat ook zal moeten voorzien in noodzakelijke wettelijke aanpassingen en voorzieningen voor een goede werking van de verordening. Ter uitvoering van delen van de verordening die reeds in werking zijn getreden, is de Nederlandsche Bank per 1 januari 2015 bij algemene maatregel van bestuur aangewezen als nationale afwikkelingsautoriteit. De consultatie van een voorontwerp van het wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn en de verordening is in december 2014 afgerond. Het wetsvoorstel is inmiddels door de ministerraad behandeld en aan de Raad van State voorgelegd voor een spoedadvies. Indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer valt in het voorjaar van 2015 te verwachten.

Richtlijn 2009/138/EG van het Europees parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf; (uiterste implementatiedatum 31 maart 2015) en Richtlijn 2014/51/EU van het Europees parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van de Richtlijnen 2003/71/EG en 2009/138/EG, alsmede de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010 wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft; uiterste implementatiedatum 31 maart 2015

De richtlijn solvabiliteit II uit 2009 (2009/138/EG) introduceert een geheel vernieuwd toezichtkader voor verzekeraars die onder de reikwijdte van die richtlijn vallen. De richtlijn is (op wetsniveau) geïmplementeerd door middel van de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II. De inwerkingtreding van het merendeel van de artikelen van die wet is tot nu toe aangehouden omdat de inwerkingtreding van de richtlijn solvabiliteit II enkele malen is uitgesteld. Inmiddels is de richtlijn solvabiliteit II – op onderdelen ingrijpend – gewijzigd door de Omnibus II-richtlijn (2014/51/EU). De implementatie van die laatste richtlijn, en daarmee tevens van de gewijzigde richtlijn solvabiliteit II, geschiedt door middel van de Wet implementatie Omnibus II-richtlijn en door aanpassing van lagere regelgeving.

Het voorstel voor de Wet implementatie Omnibus II-richtlijn is in behandeling bij de Eerste Kamer. De implementatiedatum van 31 maart is niet gehaald. Wel zal de ter uitvoering van de genoemde richtlijnen gewijzigde wet- en regelgeving van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2016, zoals voorgeschreven door de richtlijnen. De, naar verwachting overigens relatief beperkte, overschrijding van de implementatiedatum heeft enerzijds te maken met de korte implementatietermijn (de richtlijn Omnibus II is gepubliceerd op 16 april 2014) en anderzijds met de complexe wijzigingen die moesten worden aangebracht in de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II.

Dreigende overschrijding

Bij de volgende richtlijnen dreigt in meer of mindere mate een overschrijding:

IenM

Richtlijn 2012/18/EU van het Europees parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad; uiterste implementatiedatum 31 mei 2015

De richtlijn wordt geïmplementeerd via een algemene maatregel van bestuur (het Besluit risico’s zware ongevallen 2015). Een ontwerp van dit besluit ligt thans voor advies bij de Raad van State. Het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 wordt nader uitgewerkt in een ministeriële regeling (de Regeling risico’s zware ongevallen 2015). Mogelijk zal de consultatie van het betrokken bedrijfsleven en de uitvoeringsinstanties over het concept van deze regeling leiden tot enige vertraging.

Richtlijn 2012/34/EU van het Europees partlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte; uiterste implementatiedatum 16 juni 2015

Richtlijn 2012/34/EU van het Europees parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PbEU 2012, L 343/32) moet op 16 juni 2015 zijn geïmplementeerd. Hoewel de termijnen voor tijdige implementatie krap zijn, wordt dat op dit moment nog mogelijk geacht. Het wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn (Kamerstuk 33 965) is op 17 juni 2014 bij de Tweede Kamer ingediend. Het is door het kabinet bij beide Kamers aangemeld als spoedeisend. De eerste termijn van de Tweede Kamer over het implementatiewetsvoorstel heeft op 31 maart jl. plaatsgevonden (Handelingen II 2014/15, nr. 69, item 16). Na de schriftelijke beantwoording van de vragen uit die eerste termijn, zal het debat opnieuw worden geagendeerd. De benodigde algemene maatregel van bestuur wordt binnenkort verder in procedure gebracht.

Ingebrekestellingen wegens te late implementatie

In het eerste kwartaal 2015 zijn de volgende mutaties in ingebrekestellingen met betrekking tot implementatie richtlijnen te noteren:

Voor EZ zijn geseponeerd zaak 2013/0056 over richtlijn 2009/119 (minimumvoorraden olieproducten) en zaak 2013/0057 over richtlijn 2010/63 (bescherming proefdieren); voor VenJ is geseponeerd zaak 2014/0167 over richtlijn 2011/83 (consumentenrechten).

Nieuw in dit kwartaal zijn voor FIN zaak 2015/0086 over richtlijn 2014/59 (kader voor herstel en afwikkeling kredietinstellingen en beleggingsondernemingen) en voor SZW zaak 2015/0151 over richtlijn 2014/68 (op de markt brengen drukapparatuur).

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven