21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen

Nr. 216 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juli 2014

Hierbij wordt u het periodieke overzicht aangeboden van de stand van zaken bij de implementatie van EU-richtlijnen en -kaderbesluiten in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het tweede kwartaal van 20141.

In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatieachterstand zoals die op 30 juni 2014 gold. Daarna worden de oorzaken van deze implementatie-achterstand behandeld en worden, indien van toepassing, tevens dreigende implementatieachterstanden genoemd. Vervolgens volgt een opsomming van de ingebrekestellingprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie. Mede op verzoek van uw Kamer zijn ook de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie in het overzicht ingebrekestellingen per departement opgenomen2.

Huidige achterstand

De achterstand per 1 juli 2014 bedraagt 7 richtlijnen, tegenover 6 in het vorige kwartaal. In het tweede kwartaal van 2014 zijn 2 achterstallige richtlijnen geïmplementeerd. Tegelijkertijd zijn er dit kwartaal 3 nieuwe richtlijnen in overschrijding bijgekomen.

De 7 achterstallige richtlijnen zijn aan de volgende ministeries toegedeeld: BZK (1), EZ (2), FIN (1), VenJ (1) en VWS (2).

De overschrijding van de implementatiedatum varieert sterk, van 28 tot 721 dagen. Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn is te vinden op de laatste pagina van bijgevoegd kwartaaloverzicht.

Achterstanden en hun oorzaken

Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo tweede kwartaal speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie toegelicht.

BZK

Richtlijn 2010/31 (Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen; uiterste implementatiedatum 9 juli 2012)

Het wetsvoorstel tot wijziging van de Woningwet in verband met de (gedeeltelijke) implementatie van de herziene EPBD (Wet kenbaarheid energieprestatie gebouwen; Kamerstuk 33 124, nr. 2) is op 20 november 2012 door de Tweede Kamer verworpen. De implementatie van de voorschriften betreffende de energieprestatie na ingrijpende renovaties en systeemeisen voor technische bouwsystemen ten behoeve van een optimaal energiegebruik van de herziene EPBD heeft plaatsgevonden door middel van een wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van de Regeling Bouwbesluit 2012. Deze wijzigingen zijn op 1 juli 2013 in werking getreden. Verder zijn per 1 december 2013 een wijziging van het Besluit energieprestaties gebouwen (Beg) en de Regeling energieprestatie gebouwen (Reg) in werking getreden. Daarmee zijn de bepalingen omtrent keuringen van airconditioningsystemen geactualiseerd conform de artikelen 15 tot en met 17 van de herziene EPBD. In juli 2014 zijn de voorschriften omtrent het afficheren en het vaststellen van energielabels voor zogeheten utiliteitsgebouwen in werking getreden. Het voorstel voor de introductie van een bestuurlijke boete ter handhaving van voorschriften die worden gesteld ter nakoming van voor Nederland internationale verbindende voorschriften is ingediend bij de Tweede Kamer (onderdeel van de Novelle Herzieningswet toegelaten instellingen, kamerstuk 33 966, nr. 2). In het AO Energiebesparing van 1 juli jongstleden heeft de Tweede Kamer te kennen gegeven het systeem voor een nieuw energielabel voor woningen te ondersteunen. Ter implementatie van het nieuwe energielabel voor woningen en de laatste nog resterende onderdelen van de herziene EPBD vindt nog een laatste wijziging van het Besluit energieprestatie gebouwen en de Regeling energieprestatie gebouwen plaats. De wijziging van het Besluit energieprestatie gebouwen zal naar verwachting voor 1 augustus worden gepubliceerd in het Staatsblad, waarna deze wijziging kan worden gemeld bij de Europese Commissie. De laatste wijziging van de Regeling energieprestatie gebouwen is op 2 juli 2014 ter technische notificatie aangeboden.

EZ

Richtlijn 2010/63 (Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt; uiterste implementatiedatum 10 november 2012)

De Wet op de dierproeven wordt aangepast ter implementatie van richtlijn 2010/63/EU. Voorbereiding van het desbetreffende wetsontwerp heeft langer geduurd dan voorzien vanwege de complexiteit van de richtlijn en het feit dat de implementatie een zorgvuldige afstemming met het veld vergt. Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de dierproeven (Kamerstukken 33 692) is op 10 december 2013 door de Tweede Kamer aangenomen en is momenteel in behandeling bij de Eerste Kamer. Op 28 januari 2014 heeft de Eerste Kamer voorlopig verslag uitgebracht, gevolgd door een memorie van antwoord van de zijde van het kabinet op 20 februari 2014. Op 18 maart 2014 heeft de Eerste Kamer een nader voorlopig verslag uitgebracht. Op 16 mei 2014 is de nadere memorie van antwoord aan de Eerste Kamer gezonden. De Eerste Kamer heeft op 3 juni 2014 een verslag vastgesteld. Een reactie op het verslag wordt momenteel door het kabinet voorbereid.

Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG; uiterste implementatiedatum 5 juni 2014)

De implementatie geschiedt door wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet. Daarnaast behoeven enkele AMvBs en een ministeriële regeling aanpassing. Het wetsvoorstel tot aanpassing van de bovenstaande wetten (Kamerstukken 33 913) is op 10 juni jl. door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamercommissie voor EZ heeft op 8 juli jl. het voorlopig verslag uitgebracht. Een reactie op het voorlopig verslag wordt momenteel door het kabinet voorbereid. De voorbereiding van het desbetreffende wetsontwerp heeft langer geduurd vanwege de complexiteit van de richtlijn en de gedeeltelijke implementatie daarvan door afspraken die met het Energieakkoord tot stand zijn gekomen. De implementatie in de bovenstaande wetten, in het Besluit kostenoverzicht energie, en in de Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit zal naar verwachting eind 2014 zijn afgerond. De implementatie in het Activiteitenbesluit Milieubeheer en het Besluit omgevingsrecht zal naar verwachting in het voorjaar van 2015 zijn afgerond.

FIN

Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG; uiterste implementatiedatum 31 december 2013)

Het parlementair proces met betrekking tot het wetsvoorstel ter implementatie van deze richtlijn en verordening is met de aanvaarding zonder stemming door de Eerste Kamer op 24 juni jl. afgerond. Het ministerie legt op dit moment de laatste hand aan de algemene maatregel van bestuur die met het oog op de implementatie van de betreffende richtlijn en verordening tegelijk met het wetsvoorstel in werking dient te treden. Naar verwachting zullen binnen enkele weken de implementatiewet en de algemene maatregel van bestuur in werking treden.

V&J

Richtlijn 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures; uiterste implementatiedatum 2 juni 2014)

De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel aanvaard; de Eerste Kamer heeft bepaald dat het voorbereidend onderzoek op 9 september 2014 wordt gehouden.

VWS

Uitvoeringsrichtlijn 2012/25/EU van de Commissie van 9 oktober 2012 tot vaststelling van informatieprocedures voor de uitwisseling tussen lidstaten van menselijke organen bestemd voor transplantatie; uiterste implementatiedatum 10 april 2014)

De bepalingen van deze richtlijn zijn tijdig geïmplementeerd door middel van bestaande regelgeving, namelijk artikel 8a van de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal en de artikelen 6.3, 6.4 en 8.3 van het Eisenbesluit lichaamsmateriaal 2006. Hiervan is mededeling gedaan in de Staatscourant van 27 juni 2014, nr. 17708. De notificatie van de implementatie van de richtlijn heeft abusievelijk niet tijdig plaatsgevonden. De notificatie is op 2 juli 2014 verricht.

Richtlijn 2012/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, wat de geneesmiddelenbewaking betreft; uiterste implementatiedatum 28 oktober 2013)

De implementatie van deze richtlijn vergt wijziging van de Geneesmiddelenwet.

Door de vele andere implementatiewerkzaamheden op het gebied van deze regelingen in de afgelopen periode en de doorlopende discussie op Europees niveau over onder meer de werking van de Unie-Spoedprocedure in het kader van de geneesmiddelenbewaking is de voorbereiding van de implementatie vertraagd.

De schriftelijke behandeling in de Tweede Kamer vindt thans plaats. Naar verwachting zal het wetsvoorstel kort na het zomerreces door de Tweede Kamer worden aanvaard en aansluitend door de Eerste Kamer worden behandeld. Daar vanuit gaande zal de wet omstreeks oktober van dit jaar in werking treden, waarmee de implementatie voltooid zal zijn.

Ingebrekestellingen wegens te late implementatie

Voor wat betreft ingebrekestellingen wegens te late implementatie was het een rustig kwartaal. De Commissie heeft VWS in gebreke gesteld wegens de te late implementatie van uitvoeringsrichtlijn 2012/25/EU (informatieprocedures uitwisseling menselijke organen bestemd voor transplantatie). Daarnaast is één ingebrekestelling afgesloten, eveneens voor VWS, voor richtlijn 2013/25 (aanpassingen in verband met de toetreding van Kroatië).

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven