21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen

Nr. 210 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 2013

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van 13 maart 2013 is gesproken over de stand van zaken van de implementatie van Europese richtlijnen en kaderbesluiten in het vierde kwartaal van 2012 (I-timer). Hierop heeft de vaste commissie voor Financiën mij verzocht om een brief met daarin de stand van zaken en de voorgenomen vervolgstappen per aanhangige infractieprocedure op het terrein van Financiën.

Ik zal hieronder per aanhangige infractieprocedure de stand van zaken en de voorgenomen vervolgstappen bespreken.

Zaak 2004/4719

De Commissie is van mening dat Nederland in strijd handelt met een bepaling in de BTW-richtlijn, aangezien niet-belastingplichtigen kunnen worden opgenomen in een BTW-groep (fiscale eenheid). Op 6 september 2012 heeft de mondelinge behandeling in deze zaak plaatsgevonden. Het is nu afwachten tot het Hof van Justitie uitspraak doet. Zodra het Hof van Justitie zijn arrest heeft gewezen is duidelijk of de Nederlandse BTW-wetgeving al dan niet in strijd is met Richtlijn 2006/112 op het gebied van het begrip fiscale eenheid.

Zaak 2005/2278

Het Hof van Justitie heeft op 3 maart 2011 Nederland veroordeeld, aangezien Nederland het verlaagd BTW-tarief toepaste op bepaalde levende dieren. Nederland heeft gevolg gegeven aan dit arrest door middel van een wetswijziging. Per KB is op 1 juli 2012 de wijziging in werking getreden.

Zaak 2007/2343

Enkele bepalingen in de wet Loonbelasting en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet betreffende de grensoverschrijdende overdracht van pensioenrechten en grensoverschrijdende uitvoering van pensioenregelingen zijn volgens de Commissie in strijd met het EU-recht. In deze zaak heeft Nederland het met redenen omklede advies beantwoord. In het antwoord van februari 2013 is aangegeven dat er geen strijd is met het EU-recht. De reactie van de Commissie wordt nu afgewacht. De Commissie zal ofwel het antwoord van Nederland accepteren ofwel de zaak bij het Hof van Justitie aanhangig maken.

Zaak 2007/4629

In deze zaak was de Commissie van mening dat Nederland een richtlijn schendt door inkomen uit aanmerkelijk belang dat niet tot het ondernemingsvermogen behoort van elders in de EU gevestigde vennootschappen te belasten, terwijl inkomsten uit aanmerkelijk belang van binnenlandse ondernemingen vrijgesteld worden. De Commissie heeft deze zaak geseponeerd naar aanleiding van het antwoord van Nederland op het met redenen omklede advies en de vervolgbrief waarin Nederland heeft aangegeven de wetgeving aangaande het buitenlands aanmerkelijk belang te hebben aangepast.

Zaak 2008/2139

De Commissie meent dat Nederland in gebreke is aangezien bij de heffing van successierechten onderscheid wordt gemaakt in de situering van het landgoed binnen of buiten Nederland. In 2010 heeft Nederland het met redenen omklede advies ontvangen. Daarop heeft Nederland de Commissie laten weten dat de zienswijze niet wordt gedeeld. De Commissie heeft hierop in 2011 laten weten dat zij voornemens is de zaak bij het Hof van Justitie aanhangig te maken, dit is vooralsnog niet gebeurd.

Zaak 2008/2207

In deze zaak is de Commissie van mening dat sprake is van strijd doordat Nederland ongerealiseerde winsten belast bij de verplaatsing van (een deel van) een onderneming naar een andere lidstaat of bij overbrenging van de zetel of plaats werkelijke leiding («exitbelasting»). Het Hof van Justitie heeft op 31 januari 2013 arrest gewezen. De oude Nederlandse wetgeving is in strijd bevonden met het EU-recht. Nederland heeft al voor deze uitspraak een wetsvoorstel ingediend om de wetgeving aan te passen, dit wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer.

Zaak 2008/4577

De Commissie meende dat Nederland discrimineerde bij vrijstellingen aan charitatieve instellingen. Nederland heeft het met redenen omklede advies beantwoord en in een vervolgbrief heeft Nederland aangegeven de regelgeving aangaande de buitenlandse belastingplicht met betrekking tot buitenlandse charitatieve instellingen te hebben aangepast. Daarop heeft de Commissie de zaak geseponeerd.

Zaak 2008/4616

De Commissie is van mening dat Nederland in strijd handelt met het EU-recht doordat Nederland het vormen van een fiscale eenheid alleen toestaat bij binnenlandse zustermaatschappijen van een binnenlandse moedermaatschappij. In 2011 heeft Nederland een brief gestuurd met daarin het antwoord op het met redenen omklede advies. De Commissie heeft hier nog niet op gereageerd. Nederland wacht deze reactie af.

Zaak 2008/4623

Volgens de Commissie handelde Nederland in strijd met het EU-recht door in de belastingheffing een onderscheid te maken tussen binnenlandse en buitenlandse charitatieve instellingen en kerkgenootschappen. De Commissie heeft deze zaak geseponeerd naar aanleiding van het antwoord van Nederland op het met redenen omklede advies en de vervolgbrief waarin Nederland heeft aangegeven de regelgeving aangaande de belastingplicht voor buitenlandse charitatieve instellingen te hebben aangepast.

Zaak 2008/4955

De Commissie meent dat Nederland in strijd handelt met de BTW-richtlijn door in bepaalde gevallen geen btw-vrijstelling te verlenen aan watersportorganisaties. In 2010 is een antwoord gestuurd naar de Commissie naar aanleiding van het met redenen omklede advies. De Commissie heeft hier nog niet op gereageerd. Nederland wacht de reactie van de Commissie af.

Zaak 2010/0826

De betreffende richtlijn 2009/111 inzake banktoezicht is inmiddels geïmplementeerd en de Commissie heeft daarom de zaak geseponeerd.

Zaak 2011/0621

Aangezien de betreffende richtlijn 2009/110 inzake werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld is geïmplementeerd heeft de Commissie de zaak geseponeerd.

De staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers

Naar boven