21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen

Nr. 201 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2011

Naar aanleiding van het schriftelijk verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 20 mei jl. leg ik u hierbij het volgende overzicht voor. Bijgevoegd vindt u een lijst met de richtlijnen op het gebied van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie die nog in 2011 geïmplementeerd moeten worden.1 De richtlijnen waarvan de implementatietermijn is overschreden of dreigt te worden overschreden vindt u op een separate lijst, met daarbij een toelichting met een planning en de oorzaken van het overschrijden van de implementatiedatum.1

Wanneer een lidstaat de implementatiedatum overschrijdt, kan de Europese Commissie (hierna: de Commissie) de lidstaat hierop aanschrijven. Normaliter wordt een lidstaat vervolgens in de gelegenheid gesteld om te reageren op de aanschrijving van de Commissie. Hierna behoudt de Commissie zich het recht voor om een met redenen omkleed advies uit te brengen aan de lidstaat. Indien de lidstaat dit advies niet binnen de door de Commissie vastgestelde termijn opvolgt, kan de Commissie op grond van artikel 258 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (hierna: VWEU) een zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Wanneer de Commissie bij het Hof een zaak aanhangig maakt op grond van artikel 258 VWEU omdat zij van oordeel is dat de betrokken lidstaat zijn verplichting tot mededeling van maatregelen ter omzetting van een volgens een wetgevingsprocedure aangenomen richtlijn niet is nagekomen, kan de Commissie, indien zij dit passend acht, aangeven wat haars inziens gezien de omstandigheden een redelijke hoogte is voor de door deze lidstaat te betalen forfaitaire boete of dwangsom. Indien het Hof de niet-nakoming vaststelt, kan het de betrokken lidstaat de betaling van een forfaitaire som of een dwangsom opleggen die niet hoger is dan de Commissie heeft aangegeven. De verplichting tot betaling gaat in op de door het Hof in zijn arrest bepaalde datum. De Commissie voert altijd controles uit en streeft ernaar zo vroeg mogelijk een inbreukprocedure in te leiden.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven