21 062
Grotestedenbeleid

nr. 52
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 24 september 1996

Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, met genoegen de rapportage «De gedifferentieerde stad»1 aan. Deze rapportage is in gezamenlijk overleg met de wethouders van de vier grote steden tot stand gekomen. In de rapportage wordt aangegeven hoe vanuit de volkshuisvesting kan worden bijgedragen aan een versterking van de sociaal-economische structuur van de steden. Het gaat hierbij met name om het creëren van voldoende ruimte voor alle inkomensgroepen zonder ongewenste ruimtelijke segregatie.

Aanleiding hiervoor was ondermeer het convenant tussen het kabinet en de vier grote steden, dat medio 1995 in het kader van het grote-stedenbeleid is gesloten. Tevens heeft de Tweede Kamer tijdens de behandeling van de VROM-begroting 1996 de regering in een motie (TK 24 400 XI, nr. 20) gevraagd te komen tot een beleid, dat ruimtelijke segregatie tegengaat en in overleg te treden met ondermeer de besturen van de grote steden. Deze motie is expliciet in het overleg betrokken.

In de rapportage wordt beschreven, dat in de vier grote steden een eenzijdige samenstelling van de bevolking en een eenzijdige woningvoorraad is ontstaan. Dit is een gevolg van economische en demografische trends in het verleden, gecombineerd met een specifiek woningaanbod.

Steden en rijk delen de visie dat aan deze situatie voor de toekomst risico's verbonden zijn. Daarom willen zij toe werken naar een versterkte sociaal-economische structuur van de stad. Het beleid is daarom gericht op het doorbreken van het sterk eenzijdige woningbestand in bepaalde wijken, het bieden van een kwalitatief goed woningaanbod aan de midden- en hogere inkomens in de steden en het bieden van voldoende keuzevrijheid aan de lagere inkomens, ook waar het gaat om nieuwe woningen op VINEX-uitleglocaties.

Op basis van de rapportage «De gedifferentieerde stad» is een bestuurlijke intentie overeen gekomen over een intensivering van de inspanningen met betrekking tot herstructurering van (delen van) de stad. Een afschrift van deze intentieverklaring is eveneens bijgevoegd.1

Steden en rijk verstaan onder herstructurering het opwaarderen van wijken in bestaand stedelijk gebied door een gevarieerd woningaanbod te bewerkstelligen. Ik zal als bijdrage in de financiering van de inspanningen – onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting door het parlement – aan de vier grote steden een bedrag van f 32,5 miljoen beschikbaar stellen voor het begrotingsjaar 1997. De juridische verplichting zal worden aangegaan op basis van een subsidieregeling. Deze regeling, die ook betrekking zal hebben op herstructurering buiten de vier grote steden, is in voorbereiding.

Ik beschouw herstructurering als een meerjarige inspanning. Daarom is in de begroting en meerjarenramingen 1998–2001 een budget opgenomen oplopend tot jaarlijks f 65 miljoen. Voor de periode na 1997 streef ik naar nadere afspraken, mede in samenhang met het beleidsstandpunt over het ijkmoment Belstato.

Ook in nieuw te bouwen wijken zal gestreefd worden naar een gedifferentieerd woningaanbod. Op VINEX-uitleglocaties zal circa 30% sociale nieuwbouw plaatsvinden, waarvan de helft voor huishoudens met een minimuminkomen. Wanneer hierbij wordt aangelopen tegen de grenzen van het maximale spaarsaldo dat is toegestaan op grond van het Besluit Woninggebonden Subsidies 1995, ben ik bereid tijdelijk een ruimere spaargrens toe te staan. Over de uitwerking hiervan wordt U nader geïnformeerd.

De herstructureringsopgave zal niet alleen door de gemeentebesturen van de vier grote steden kunnen worden gerealiseerd. Andere partijen, zoals de regiobesturen, woningcorporaties en andere marktpartijen hebben hierin een belangrijke rol. Over de hoofdlijnen van de rapportage is informeel van gedachten gewisseld met de betrokken federaties van de woningcorporaties. Verder overleg met individuele corporaties zal op lokaal niveau plaats vinden. Zelf zal ik de rapportage en afspraken expliciet onder de aandacht brengen van de betrokken regiobesturen.

Hiermee verwacht ik dat vanuit de volkshuisvesting een effectieve bijdrage wordt geleverd aan het versterken van de sociaal-economische structuur van de stad en het tegengaan van ruimtelijke segregatie.

Een gelijkluidende brief is verzonden naar de Vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

D. K. J. Tommel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven