21 062
Grotestedenbeleid

nr. 100
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 2 april 2001

In aansluiting op mijn brief van 3 mei 2000, (Kamerstukken II 1999–2000; 21 062, nr. 88), waarbij ik u informeerde over de verdeling van de EU-middelen uit de Structuurfondsen die ons land toegekend heeft gekregen in het kader van het Communautair Initiatief INTERREG-III, wil ik u thans, mede namens mijn ambtgenoot van VROM een overzicht geven van de stand van zaken.

Het Communautair initiatief INTERREG-III bestaat uit de volgende 3 onderdelen:

A. Bevordering van geïntegreerde regionale ontwikkeling van regio's aan weerszijden van grenzen, inclusief buitengrenzen en sommige zeegrenzen.

B. Bijdragen aan harmonische territoriale integratie in de EU. Tevens valt hieronder de samenwerking tussen maritieme zones die niet onder A vallen.

C. Verbeteren van beleidsplannen en technieken voor regionale ontwikkeling en cohesie via transnationale/interregionale samenwerking.

Nederland ontvangt voor de uitvoering van het INTERREG-III initiatief in totaal 349 miljoen EURO. Op basis van de criteria van de EU is besloten dit bedrag als volgt te verdelen:

Onderdeel A (grensoverschrijdende samenwerking) 160 mln. EURO

Onderdeel B 168 mln. EURO

Dit onderdeel bestaat uit de volgende programma's:

Programma Noordwest Europa (NWE) 109 mln. EURO

Programma Noordzee 59 mln. EURO

Onderdeel C 21 mln. EURO

Totaal 349 mln. EURO

In de conceptrichtlijn van de Europese Commisie wordt binnen het onderdeel B als één van de aandachtsvelden vermeld «het opstellen en tenuitvoerleggen van geïntegreerde strategieën en maatregelen ter voorkoming van overstromingen in transnationale stroomgebieden». Daarom zal binnen de transnationale uitvoeringsprogramma's een nadrukkelijke koppeling worden gemaakt op het gebied van watermanagement en het ontwikkelen van natte natuur. In het kader van deze prioriteit zal een bedrag van 80 à 90 miljoen EURO (indicatief) gereserveerd worden. Bovendien bestaat de mogelijkheid ook binnen het onderdeel A projecten op dit terrein in samenwerking met Duitsland en/of België te realiseren.

INTERREG-III-A

Het INTERREG-III-A is in feite een voortzetting van het huidige grensoverschrijdende programma INTERREG-II-A, waarvoor langs de Nederlandse, Duitse en Belgische grens 7 Euregio's gevormd zijn:

– Eems-Dollard Regio (Groningen, Drenthe en Niedersachsen)

– EUREGIO (klein stukje Drenthe, Overijssel, Achterhoek in Gelderland en Nordrhein-Westfalen)

– Euregio Rijn-Waal (deel Gelderland, N.O.-Noord-Brabant, enkele gemeenten Limburg en Nordrhein-Westfalen)

– Euregio Rijn-Maas-noord (Noord-Limburg en Nordrhein-Westfalen)

– Euregio Maas-Rijn (Zuid-Limburg, Belgisch Limburg, Aken, Nordrhein-Westfalen, Rheinland Pfalz, Vlaamse Gemeenschap, Waalse Gemeenschap, Franstalige Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap)

– Euregio Benelux-Middengebied (Noord-Brabant, N.W. Limburg, N.Belgisch Limburg, deel Belgisch Brabant, Antwerpen en Vlaamse Gemeenschap)

– Euregio Scheldemond (Zeeland, Oost- en West-Vlaanderen en Vlaamse Gemeenschap).

Kenmerk van deze Euregio's is dat zij daadwerkelijk grensoverschrijdend georganiseerd zijn en al decennia lang samenwerken. Bij de start van het INTERREG-initiatief in 1990 is met toestemming van de EU besloten de beschikbare budgetten samen te voegen en te verdelen op basis van bevolkingsaantallen. Ook voor de periode 2000 – 2006 is dit gebeurd, waardoor in totaal een bedrag aan EU-middelen beschikbaar is van EURO 254 649 000.

De verdeling per Euregio is als volgt:

Euregioinwonertalbedrag x 1000 EURO
Eems Dollard Regio1 404 53733 325
EUREGIO2 213 19445 885
Euregio Rijn-Waal1 409 86227 228
Euregio Rijn-Maas-noord1 117 47019 440
Euregio Maas-Rijn3 147 26949 470
Benelux-Middengebied3 297 71659 713
Euregio Scheldemond1 435 323 19 588
Totaal 254 649

Op basis van de EU-richtlijn en de aanvullende eisen van de Europese Commissie zijn de programma's (PCI) door de betrokken Euregio's opgesteld en vóór eind november 2000 ter goedkeuring bij de Europese Commissie ingediend. Alle programma's zijn door de EU ontvankelijk verklaard en worden momenteel beoordeeld. Naar verwachting zullen de beschikkingen vóór de zomer 2001 door de Europese Commissie afgegeven worden waarna met de daadwerkelijke uitvoering en goedkeuring van reeds aangemelde projecten begonnen kan worden.

Voor de programma's langs de Nederlands-Duitse grens zijn op 12 februari 2001 tussen mijn ministerie en de betrokken ministeries van Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen, en de betrokken provincies en Euregio's zogenoemde uitvoeringsovereenkomsten gesloten waarin nader bepaald is op welke wijze de verantwoordelijkheden en de besluitvorming over de uitvoering van deze programma's is geregeld.

Dergelijke overeenkomsten zullen op korte termijn ook gesloten worden voor de programma's langs de Nederlands-Belgische grens.

De cofinanciering van het programma van de Eems-Dollard Regio is opgenomen in Het Kompas voor het Noorden, terwijl door mijn ministerie voor de uitvoering van de overige programma's NLG 93,5 miljoen aan co-financieringsmiddelen beschikbaar zal worden gesteld, via de betrokken provincies.

INTERREG-III-B

Zoals aangegeven is voor dit onderdeel een bedrag van 169 miljoen EURO beschikbaar.

De verantwoordelijkheid voor dit onderdeel berust bij het Ministerie van VROM/RPD en bestaat uit 2 sub-programma's nl.

1. NWE (Noord-West Europa) waarvoor 109 miljoen EURO is gereserveerd en

2. Noordzee met een bedrag van 59 miljoen EURO.

Gelet op het transnationale karakter van deze programma's is besloten de beschikbare budgetten per lidstaat te vermelden en niet samen te voegen. Wel blijft de mogelijkheid bestaan in bepaalde gevallen gelden over te hevelen van het ene land naar het andere indien dit voor de uitvoering van projecten beter is.

De beide programma's zijn inmiddels ingediend bij de Europese Commissie en de procedure van goedkeuring loopt.

In beide programma's bestaat de mogelijkheid voor het realiseren van projecten in het kader van de maritieme samenwerking.

INTERREG-III-C

De richtlijnen voor dit Communautaire Initiatief zullen naar verwachting medio maart 2001 gepubliceerd worden, waarna de provincies de gelegenheid krijgen programma's in te dienen. Aangezien voor de uitvoering van dit initiatief gebruik gemaakt moet worden van de organisatiestructuur van INTERREG-III-B zal de Minister van VROM hiervoor primair verantwoordelijk zijn.

Naar verwachting zullen de programma's vóór de zomer ter goedkeuring worden ingediend bij de Europese Commissie, zodat verwacht mag worden dat tegen het eind van het jaar met de uitvoering begonnen kan worden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

G. Ybema

Naar boven