21 015
Kernongevallenbestrijding

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER EN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2000

Met deze brief informeren wij u over ontwikkelingen inzake de voorbereiding op mogelijke kernongevallen. Eerder zijn deze al kort aangeduid bij de slotrapportage Implementatie Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming (NHC) aan uw Kamer van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 november 1999 (26 241, nr. 35).

Na de ramp met de kerncentrale in Tsjernobyl in 1986 is in Nederland een organisatie opgezet voor de bestrijding van (de gevolgen van) kernongevallen, het Nationaal Plan voor de Kern-ongevallenbestrijding (NPK, Tweede Kamer 1988–1989, 21 015, nrs. 1–3; Rapportage NPK, Tweede Kamer 1991–1992, 21 015, nr. 12). Dit plan vormt de basis voor een gecoördineerde inzet van de verschillende bestuurslagen en uitvoerende diensten ten tijde van een ongeval met een binnenlandse of buitenlandse kerncentrale.

Het is gebleken dat de organisatie van het NPK, tien jaar na de vaststelling ervan, om een herijking vraagt. De operationaliteit en geoefendheid van (onderdelen van) de organisatie op regionaal en nationaal niveau kan hierdoor verbeteren. Gebruik van meer moderne informatie- en communicatietechnologie in de samenwerking tussen NPK-onderdelen en in de algemene voorlichting is wenselijk. Ook internationale aspecten zoals de afstemming en samenwerking met de buurlanden vragen hernieuwde aandacht. Daarom is binnen onze departementen een project geëntameerd dat gericht is op revitalisatie van het NPK (RNPK).

Nucleaire ongevallen zijn een voorbeeld van (gelukkig) zeer weinig voorkomende incidenten die evenwel grote gevolgen kunnen hebben. Voor dergelijke situaties vereist het handhaven van de geoefendheid en het expertiseniveau bijzondere aandacht. Daarom zal in het project expliciet aandacht worden besteed aan de opzet van het beheer van de organisatie en de wijze waarop de rijksoverheid kan faciliteren in bij voorbeeld het beschikbaar stellen van centraal aanwezige expertise, technologie en voorzieningen ten tijde van een ongeval.

Doel van het project RNPK is om te komen tot een organisatie voor de bestrijding van nucleaire ongevallen, die duurzaam, slagvaardig en efficiënt is en in staat is zich voortdurend te vernieuwen in reactie op de veranderende omgeving. Het project RNPK beoogt niet het NPK te herschrijven. Evenmin is een wijziging van de bestaande verdeling van verantwoordelijkheden in de rampenbestrijding aan de orde.

Van belang is dat in het project de samenhang met andere activiteiten op het gebied van rampenbestrijding en crisismanagement zichtbaar is en blijft. Dit project zal dan ook worden uitgevoerd mede tegen de achtergrond van de ontwikkeling van de rampenbestrijding in het algemeen zoals bij voorbeeld het project versterking brandweer (PVB), op regionaal niveau de PVB-actieplannen, en op rijksniveau het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming.

Het streven is om de eerste fase van het RNPK medio 2000 af te ronden. Het beoogde resultaat van deze eerste fase is inzicht in de (on)mogelijkheid van een werkbare beheersstructuur met het gewenste commitment op de betrokken beslis- en uitvoeringsniveaus, naast voorstellen voor de opzet van een Beheersplan NPK-Organisatie en beoordelingscriteria voor het functioneren ervan. Als onderdeel van deze eerste fase worden gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers uit het bestuur en de uitvoerende diensten met een formele of feitelijke betrokkenheid bij het NPK.

Volgens de huidige planning zal het gehele project in een periode van 18 tot 24 maanden worden afgerond. Deze planning betekent echter niet dat eventuele verbeteringen pas ná deze periode kunnen worden doorgevoerd: het heeft onze voorkeur voor gesignaleerde problemen al «werkende weg» tot oplossingen te komen, al zal dat niet ten koste mogen gaan van de samenhang in het geheel.

Wij stellen ons voor de rapportage aan uw Kamer over de voortgang van het project RNPK te laten plaatsvinden in het kader van de halfjaarlijkse rapportage over het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries

Naar boven