20 454
Voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen

nr. 91
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2008

Ingevolge artikel 21 van de Wet op de Pensioen- en Uitkeringsraad bied ik u hierbij het Jaarverslag 2006 van de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) aan.1

De dalende tendens in het aantal nieuwe aanvragen om toegelaten te worden tot één van de wetten voor oorlogsgetroffenen heeft zich in 2006 voortgezet. Het totale cliëntenbestand van de PUR neemt al langer af en lag per 1 januari 2007 net onder 38 000 personen.

De totale programma-uitgaven zijn in 2005 met € 29,2 miljoen gedaald ten opzichte van 2004 tot € 352 100 000. Deze daling wordt voor alle wetten voor oorlogsgetroffenen getemperd door compensatie van de inkomensafhankelijke premie in het kader van de nieuwe zorgverzekeringswet. Bij de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Wuv), de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers en de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet speelde de afname van het cliëntenbestand een belangrijke rol bij de daling van de programma-uitgaven. Het cliëntenbestand bij de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 (Wubo) is in 2006 op hetzelfde niveau gebleven. Daarvan ontvingen minder mensen een periodieke uitkering, terwijl meer mensen de lagere vergoeding voor verbetering van levensomstandigheden – de artikel 19-uitkering – ontvingen.

Ook op langere termijn moet een kwalitatief verantwoorde dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen worden gegarandeerd. Een door de daling in het cliëntenbestand kleiner wordend uitvoeringsapparaat kan daarop een negatieve invloed hebben. In 2006 is daarom het onderzoek voortgezet naar de mogelijkheid werkzaamheden in het kader van de uitkeringsverzorging voor bestaande cliënten van de Wuv en de Wubo over te dragen aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Tevens is in 2006 verdere vereenvoudiging in de uitvoering voorbereid.

Naarmate de uitvoeringssystematiek eenvoudiger is zal de cliënt minder worden belast met vragen die het recht op een pensioen of uitkering betreffen en zal de SVB beter in staat zijn de toekomstige taak uit te voeren.

Over de ontwikkelingen rond de overdracht van werkzaamheden aan de SVB en de vereenvoudiging van het wettelijke stelsel informeer ik u separaat.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven