20 361
Suriname

nr. 126
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2006

Graag bied ik u hierbij het verslag aan van het beleidsoverleg met mijn Surinaamse ambtgenoot Van Ravenswaay, minister van Planning en Ontwikkelingssamenwerking (PLOS), op 6 november 2006 te Paramaribo in Suriname. De voorgenomen beleefdheidsbezoeken aan de President en de Vice-President van Suriname hebben geen doorgang gevonden vanwege afzegging van de zijde van de Surinaamse regering. Het hoofddoel van het bezoek, namelijk het beleidsoverleg, is succesvol verlopen.

Rond het beleidsoverleg werden bezoeken afgelegd aan een PSOM-project (productie van piepschuimdozen) en het drinkwaterproject Helena Cristina. Twee HIV-Aids committeringsbrieven werden getekend met minister van Volksgezondheid a.i. Felisi. Tevens vond een bezoek aan het dorp Botopasi in het binnenland plaats en werd een werklunch bij Staatsolie over energiezekerheid georganiseerd.

Beleidsoverleg

Het beleidsoverleg werd gevoerd in een vriendelijke en constructieve sfeer, waar ruimte was voor discussie en kritiek. De besprekingen concentreerden zich op de voortgang in de ontwikkelingsrelatie (de zes sectoren), capaciteitsontwikkeling en de inzet van de Pariteitsmiddelen, het laatste deel van de Verdragsmiddelen.

De belangrijkste besluiten van het beleidsoverleg zijn: de opzet van een energiefonds, het financieren van een deeltraject ter modernisering van de overheid (Public Sector Reform; PSR), de start van een Skills Development Centre (EURO 10 miljoen) en een microkredieten programma (EURO 6 miljoen) in het tweede kwartaal van 2007, een vervolgfase van het Investeringsfonds Suriname (IFONS; EURO 11,3 miljoen) en de finalisering van het capaciteitsplan in het eerste kwartaal van 2007. Via het energiefonds zal Suriname voldoen aan de pariteit van 1:1 voor het geheel van de pariteitsmiddelen. We kwamen overeen dat het volgende beleidsoverleg in de maand mei van het jaar 2007 in Den Haag zal plaatsvinden.

Inzet Pariteitsmiddelen

Mijn counterpart, minister Rick van Ravenswaay, bevestigde dat gewerkt wordt aan de afronding van de routekaart voor modernisering van de overheid. De routekaart zal eind 2006 gereed zijn, waarna begin 2007 kan worden begonnen met de uitvoering. Vooruitlopend op de routekaart is Suriname al ten dele begonnen met modernisering van de overheid, onder andere met privaterisering, decentralisatie en versterking van de plancapaciteit van de overheid. Wat betreft de ontwikkeling van de private sector is geïnvesteerd in de totstandkoming van public-private partnerships, een Suriname Business Forum en de Sociaal Economische Raad. Suriname wil eerst de private sector versterken om zodoende een deel van de boventallige ambtenaren te kunnen opvangen. De kanalisering van de eerder gereserveerde 20 miljoen euro ten behoeve van de modernisering van de overheid zal t.z.t. via het Surinaamse ministerie van Financin geschieden. Voor Suriname hebben een algemene ziektenkostenverzekering en hervorming van het basispensioen prioriteit. Ik bood technische assistentie aan bij de voorbereiding van deeltrajecten van de modernisering van de overheid, zoals een VUT-regeling, pensioenen en een algemene ziektenkostenverzekering.

Mijn ambtgenoot lichtte de Surinaamse voornemens ten aanzien van een energiefonds toe. Het voorstel is om de gereserveerde pariteitsmiddelen (in totaal 70 miljoen euro) via een revolverend energiefonds ter beschikking te stellen. We zijn overeengekomen dat een eerste tranche van 30 miljoen euro na onderbouwing in één keer overgemaakt zal kunnen worden. Suriname zal de beleidsmatige onderbouwing, gebaseerd op de aanwezige plannen van de bedrijven in de energiesector, alsmede de voorgestelde beheersstructuur nog nader uitwerken.

Ik heb hierbij aangegeven dat ik in principe geen voorstander ben van fondsen, maar dat ik geen bezwaar heb tegen een specifiek goed gedefinieerd en revolverend fonds. Nadrukkelijk is gesteld dat het hierbij gaat om betaalbare energie voor iedereen (inclusief het binnenland), alsmede voor de private sector en micro ondernemers en dat het gaat om de gehele keten van opwekking, transmissie, distributie en tarieven. Een nieuwe tarievenstructuur is daarbij essentieel, zo gaf ik aan.

De werklunch bij Staatsolie onder gastheerschap van minister Rusland van Natuurlijke Hulpbronnen stond eveneens in het teken van de energievoorziening. Het uitgangspunt van het beleid, zo werd mij toegelicht, is om in de energievoorziening vooruit te lopen op de vraag. De door Suriname ingestelde energiecommissie heeft een schatting gemaakt van de benodigde investeringen op de korte, middellange en lange termijn. Op de korte termijn hoopt men de instelling van een energieautoriteit en martkconforme electriciteitstarieven te realiseren. De liberalisering van de opwekking van energie is met de recente ingebruikname van de Staatsolie Power Company Suriname al een feit.

Voortgang in de sectoren

Zowel van Surinaamse als Nederlandse zijde werd steun uitgesproken voor de sectorale benadering. Suriname maakte melding van het feit dat men bezig is met een interne evaluatie van de uitvoering van de sectorplannen tot nu toe. Deze evaluatie is in december aanstaande gereed. Minister Van Ravenswaay gaf aan dat de capaciteit en organisatiestructuur nog onvoldoende zijn. Ondanks mijn begrip voor dit probleem in de uitvoeringscapaciteit heb ik mijn counterpart open en eerlijk aangegeven zeer bezorgd te zijn over de trage voortgang in de lopende vijf sectoren. Slechts 1% van de gecommitteerde middelen blijkt daadwerkelijk uitgegeven. Ik heb voorts specifiek de nadruk gelegd op het grote belang van een voortvarende aanpak van de onderwijsproblematiek in Suriname.

Minister Van Ravenswaay stelde te streven naar een uitgavenpercentage van 10% per eind 2007. Het sectorplan van de zesde sector, milieu, is nog niet gereed. Wij zijn overeengekomen om 2007 uit te roepen tot het jaar van de implementatie van de sectorplannen, waarbij elk kwartaal de voortgang gemonitord zal worden. De bedoeling is dat ook kwartaalsgewijs gerapporteerd wordt aan de Raad van Ministers.

Ik benadrukte nogmaals het belang van de eerder gecommitteerde middelen voor capaciteitsversterking van de ministeries.

PSOM-project

Op 6 november bracht ik een bezoek aan een fabriek voor het vervaardigen van piepschuimdozen, en met een koelfaciliteit, ten behoeve van de export van bederfelijke goederen – groente, fruit, vis, bloemen – uit Suriname. Goede verpakking van deze producten is belangrijk om te zorgen dat de kwaliteit van de producten bij vervoer verzekerd blijft en is bovendien vereist voor certificering. Het project is een van de acht Surinaamse projecten, die in uitvoering zijn binnen het Programma voor Samenwerking Opkomende Markten (PSOM). De fabriek is de eerste in Suriname die dit soort verpakkingsmateriaal maakt.

HIV/Aids

Op 7 november tekende ik met de Minister van Volksgezondheid a.i. Felisi twee committeringsbrieven op het gebied van HIV/Aids, die passen binnen de nationale aids strategie van Suriname. Het gaat om «Reduction of Stigma and Discrimination against PLWHA in health care workers in five hospitals in Suriname» voor een bedrag van EURO 113 000 en «Combating HIV/Aids through strategic partnership» voor een bedrag van EURO 190 000. Het eerste project richt zich op vermindering van stigma en discriminatie in ziekenhuizen via trainingen van ziekenhuispersoneel. De tweede activiteit richt zich op de rol van religieuze leiders bij de preventie van HIV/Aids alsmede de MSM (Men having Sex with Men) problematiek.

Bezoek aan het binnenland

Eveneens op dinsdag 7 november bracht ik samen met minister Van Ravenswaay een bezoek aan het Marrondorp Botopasi, langs de boven-Surinamerivier. Het was een van de getroffen dorpen tijdens de overstromingen van mei jl. in Suriname. In het dorp werd een dorpsvergadering bijgewoond en bezocht ik een school die onlangs is gerenoveerd via het programma «Herstel Onderwijsschade Binnenland», dat wordt gefinancierd uit de Verdragsmiddelen.

Bezoek drinkwaterstation Helena Christina

Na terugkeer uit het binnenland bezocht ik met de ministers Van Ravenswaay en Rusland het drinkwaterstation Helena Christina in het district Wanica, dat is gerehabiliteerd in het kader van beide drinkwaterprojecten die uit Verdragsmiddelen worden gefinancierd. De Surinaamsche Waterleidingmaatschappij (SWM) heeft na overname van het station geïnvesteerd in het boren van nieuwe bronnen, vernieuwing van de pompen en verbetering van het zuiveringssysteem. Hiermee is de productiecapaciteit van het station vergroot. De komende tijd zal het distributienet in de omgeving verbeterd worden. Minister Rusland van Natuurlijke Hulpbronnen benadrukte dat Suriname ook aandacht zal blijven besteden aan verbetering van de drinkwatervoorziening in het binnenland.

Bijgaand doe ik u de Gemeenschappelijke Verklaring toekomen, die de heer Van Ravenswaay en ik ondertekenden na afloop van het Beleidsoverleg.1

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A. M. A. van Ardenne-van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven