C
NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR
EN WETENSCHAPSBELEID1
Vastgesteld 26 november 2009
De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het
maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
Algemeen
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling
kennis genomen van de antwoorden van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie. Niettemin hebben zij op een
enkel onderdeel behoefte aan nadere toelichting door de regering.
Marktwerking in het inburgeringsonderwijs
Over de ervaringen met marktwerking in het inburgeringsonderwijs was de
beantwoording in de memorie van antwoord:
«Per 1 januari 2013 zal er één
ontschot participatiebudget gelden. Vanaf dat moment geldt er ook marktwerking
voor de inkoop van educatietrajecten. De marktwerking heeft uitsluitend betrekking
op de onderdelen van het participatiebudget en niet op het middelbaar beroepsonderwijs.»2
Kan de regering de laatste zinsnede nader toelichten? In hoeverre zullen
de ontwikkelingen op het gebied van volwasseneneducatie en de Wet Participatiebudget
de onderlinge verstandhouding tussen roc’s en gemeenten verder onder
druk kunnen zetten? Zal sprake zijn van tegengestelde bewegingen waarbij Vavo
wel min of meer in te besteden zal zijn krachtens artikel 2 B van de EU aanbestedingsregels,
terwijl de andere onderdelen van educatie via marktwerking zullen moeten worden
ingekocht? Op basis van de Wet op het Participatiebudget zal het immers vanaf 2010
mogelijk zijn dat gemeenten binnen het budget van de volwasseneneducatie ook
re-integratie en/of inburgering zullen inkopen.
Daarnaast is op het gebied van re-integratie een nauwe(re) samenwerking
binnen het publieke domein waarneembaar, waar dus marktwerking niet automatisch
usance is. Is niet denkbaar dat door deze toename in complexiteit de relatie
tussen gemeenten en roc’s verder onder druk zal komen te
staan, met alle risico’s van dien? Op welke wijze denkt de regering
te waarborgen dat het middelbaar beroepsonderwijs langs deze weg geen verdere
schade en kapitaalsvernietiging zal ondervinden? Met andere woorden, hoe denkt
de regering de continuïteit en kwaliteit van deze essentiële publieke
voorziening veilig te stellen?
De leden van de PvdA-fractie zijn voornemens in een later stadium op deze
fundamentele discussie terug te komen.
De leden van de commissie zien de spoedige reactie van de minister met
belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid,
Dölle
De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid,
Warmolt de Boer
XNoot
1Samenstelling:
Schuurman (CU), Holdijk (SGP), Dupuis (VVD), Dölle (CDA), (voorzitter),
Tan (PvdA), (vice-voorzitter), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Linthorst
(PvdA), Biermans (VVD), Essers (CDA), Schouw (D66), Leijnse (PvdA), Thissen
(GL), Slager (SP), Goyert (CDA), De Boer (CU), Asscher (VVD), Hillen (CDA),
Laurier (GL), Hermans (VVD), Ten Horn (SP), Hamel (PvdA), Leunissen (CDA),
Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Vliegenthart (SP),
Yildirim (Fractie-Yildirim) en Flierman (CDA).
XNoot
2Kamerstuk 32 146, nr. B, blz. 2.