32 146
Wijziging van de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met een tijdelijke verlenging van de oormerking educatie en de bestedingsverplichting bij roc’s

A
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPSBELEID1

Vastgesteld 16 november 2009

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het voorstel van de regering met betrekking tot wijziging van de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met een tijdelijke verlenging van de oormerking educatie en de bestedingsverplichting bij roc’s.

De leden van deze fractie hebben naar aanleiding hiervan een tweetal vragen.

Uitstel marktwerking

Het uitstel van de marktwerking is ingegeven door de noodzaak het publiek bekostigde beroepsonderwijs de ruimte en de luwte te geven teneinde ook daadwerkelijk de doelen waar te maken. Aldus de beantwoording door de staatssecretaris in het debat in de Tweede Kamer op 8 oktober 2009 (Handelingen TK 8 oktober 2009, blz. 12–853 e.v.). Die periode zou mede ter borging van de kwaliteit van het beroepsonderwijs moeten dienen. De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering zou willen aangeven welke concrete acties en plannen zij hiertoe voor ogen heeft, mede in het licht van de uitvoering van de motie Dijsselbloem/Biskop (TK 32 146, nr. 9) waarin naar voorstellen voor flankerend beleid voor de kwaliteit van educatie werd gevraagd.

Ervaringen met marktwerking in het inburgeringsonderwijs

In het debat in de Tweede Kamer kwamen de ervaringen met de marktwerking bij de inburgering aan de orde. Welke lessen zou de regering hieruit willen trekken en hoe zou te voorkomen zijn dat wederom sprake zal zijn van dermate grote budgettaire problemen in combinatie met kapitaalvernietiging, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. Immers, was niet alleen de stagnatie bij de instroom van deelnemers hiervan de oorzaak, maar ook onder meer gebrek aan gelijk speelveld vanwege verschillen in arbeidsvoorwaardenregimes, gebrek aan kwaliteitscontrole en andere gebreken bij de aanbestedingspraktijk waardoor de selectie te vaak eenzijdig op basis van prijsniveau plaatsvond met alle nadelige gevolgen van dien, niet alleen voor de roc’s maar vooral ook voor de deelnemers.

Zie hierover ook de brief van de MBO Raad aan de vaste Kamercommissie WWI van de Tweede Kamer, d.d. 8 oktober 2009, kenmerk JZIJ/MHA/122060/2009.

Welke consequenties zijn hieraan in de visie van de regering te verbinden voor het beleid inzake marktwerking bij het publiek gefinancierde beroepsonderwijs?

De leden van de genoemde fractie zien de beantwoording van hun vragen met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid,

Dölle

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid,

Warmolt de Boer


XNoot
1

Samenstelling:

Schuurman (CU), Holdijk (SGP), Dupuis (VVD), Dölle (CDA), voorzitter), Tan (PvdA), vice-voorzitter, Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Linthorst (PvdA), Biermans (VVD), Essers (CDA), Schouw (D66), Leijnse (PvdA), Thissen (GL), Slager (SP) Goyert (CDA), De Boer (CU), Asscher (VVD), Hillen (CDA), Laurier (GL), Hermans (VVD), Ten Horn (SP), Hamel (PvdA), Leunissen (CDA), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Vliegenthart (SP), Yildirim (Fractie-Yildirim) en Flierman (CDA).

Naar boven