32 123 V
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2010

A
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 12 oktober 2009

Een delegatie van de vaste commissie1 voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking heeft van 10–14 mei 2009 een bezoek gebracht aan Afghanistan. Naar aanleiding van dit bezoek heeft de commissie de minister van Defensie, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking op 26 mei 2009 een brief gestuurd met een tweetal vragen.

De ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie, en voor Ontwikkelingssamenwerking hebben op 9 oktober 2009 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking,

Hamilton

BRIEF AAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Den Haag, 26 mei 2009

Van 10–14 mei jl. heeft een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) een bezoek gebracht aan Afghanistan. De delegatie sprak met vertegenwoordigers van uiteenlopende instanties1 en met vele (Nederlandse) militairen. Met dit schrijven wil de commissie allereerst haar dank overbrengen voor het faciliteren van dit werkbezoek.

Gehecht aan deze brief biedt de commissie u de notitie van de delegatie «Werkbezoek Afghanistan: Belangrijkste Bevindingen»2 aan. De commissie verzoekt de regering om een antwoord op de volgende twee vragen. Ten eerste, hoe de regering de coördinatie op strategisch niveau en specifiek ten aanzien van de balans tussen de militaire en civiele aspecten in Afghanistan denkt te kunnen bevorderen. Ten tweede verzoekt de commissie de regering aan te geven hoe zij de resultaten van de Nederlandse inzet in Afghanistan op het civiele vlak denkt te waarborgen na augustus 2010.

De commissie ziet de antwoorden van de regering met veel belangstelling tegemoet.

Voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking.

G. J. de Graaf

NB: een eensluidende brief is gezonden aan de minister van Defensie en de minister van Ontwikkelingssamenwerking

BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

i.a.a. de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2009

Op 26 mei 2009 bood de voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking een notitie aan met de belangrijkste bevindingen van het werkbezoek dat de commissie van 10–14 mei 2009 bracht aan Afghanistan. Daarbij vroeg de commissie antwoord van de regering op een tweetal vragen:

Ten eerste, hoe de regering de coördinatie op strategisch niveau en specifiek ten aanzien van de balans tussen de militaire en civiele aspecten in Afghanistan denkt te kunnen bevorderen.

Ten tweede werd de regering verzocht aan te geven hoe zij de resultaten van de Nederlandse inzet in Afghanistan op het civiele vlak denkt te waarborgen na augustus 2010.

In antwoord op deze vragen diene het volgende.

De coördinatie van de internationale inspanningen in Afghanistan, en in het bijzonder de afstemming tussen de militaire en civiele aspecten, zijn vastgelegd in een aantal centrale documenten. Het Afghanistan Compact, dat in februari 2006 in Londen werd gesloten tussen de Afghaanse regering en de internationale gemeenschap, en de Afghanistan National Development Strategy (ANDS) die in juni 2008 in Parijs werd gepresenteerd. Daarnaast heeft de NAVO in april 2008 in Boekarest het Comprehensive Strategic Political-Military Plan (CSPMP) aangenomen dat beschrijft op welke wijze de inspanningen van ISAF het werk van de Afghaanse regering, UNAMA en de overige spelers complementeert.

De implementatie van deze afspraken is een continu proces dat regelmatig overleg vergt op meerdere niveaus. De internationale conferenties die sinds 2001 zijn gehouden in Bonn, Londen, Parijs en Den Haag spelen daarbij een belangrijke rol. Deze politieke bijeenkomsten dienen om het beleid waar nodig bij te stellen; het engagement van de internationale gemeenschap te verstevigen en onze inspanningen effectiever te maken.

Nederland is in dit proces steeds een actieve participant geweest, waarbij in woord en daad het belang is uitgedragen van een goede balans en samenwerking tussen civiele en militaire inzet. Het belang van een dergelijke geïntegreerde aanpak wordt inmiddels breed erkend en in Nederland aangeduid met de term «3D-beleid» (Defense, Diplomacy en Development).

Hoewel de internationale conferenties noodzakelijk zijn om de internationale gemeenschap te committeren aan een gezamenlijke lijn, dient de coördinatie van de internationale inspanningen uiteindelijk in Afghanistan zelf gestalte te krijgen. Gezien het grote aantal actoren is dat geen eenvoudige opgave. De United Nations Assistance Mission in Afghanistan (UNAMA) speelt daarbij een centrale rol. Tijdens de Afghanistan Conferentie in Den Haag van 31 maart jl. is deze coördinerende rol van UNAMA extra benadrukt en door alle deelnemers onderschreven. Nederland ondersteunt UNAMA daarbij, zowel door er toe bij te dragen dat de missie over de benodigde mensen en middelen beschikt, als door UNAMA te steunen bij het uitvoeren van het mandaat. UNAMA kan de eigen coördinerende taak immers slechts uitvoeren als de overige actoren zich laten coördineren.

Uiteindelijk is het de Afghaanse overheid zelf, die de verantwoordelijkheid draagt voor bestuur en wederopbouw in Afghanistan. De Afghaanse regering werkt in dit verband in nauwe samenwerking met UNAMA aan een prioriteitstelling binnen de ANDS. Ook worden plannen ontwikkeld om relevante ministeries in clusters bijeen te brengen, waardoor prioritaire programma’s beter dan voorheen kunnen worden geïmplementeerd en gecoördineerd.

UNAMA en ISAF dienen elkaar aan te vullen in de ondersteuning van de Afghaanse regering. Synchronisatie van de militaire en civiele activiteiten is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Binnen ISAF is de afgelopen jaren in toenemende mate begrip ontstaan van de noodzaak om civiele aspecten mee te wegen. De huidige commandant van ISAF, de Amerikaanse generaal Stanley McChrystal, stelt de bescherming van de Afghaanse bevolking centraal. Dat is evenzeer een kwestie van ontwikkeling en goed bestuur als van militaire inzet. Met de aanvullende Amerikaanse troepen die sinds dit voorjaar in het zuiden zijn ingezet, heeft ISAF meer capaciteit om de opstandelingen weg te drijven van de bevolkingscentra en het Afghaanse bestuur de kans te geven te groeien en ontwikkeling mogelijk te maken.

Nederland zoekt in Uruzgan naar een juiste balans tussen militaire en civiele aspecten binnen het Nederlandse 3D-beleid. Op 11 september jl. ging uw Kamer de tussentijdse evaluatie toe van de Nederlandse bijdrage aan ISAF in Afghanistan over het jaar 2008. In deze evaluatie wordt onder meer aandacht besteed aan de wijze waarop in de praktijk dit beleid gestalte krijgt.

Tenslotte heeft Nederland zich gecommitteerd aan de stabiliteit en ontwikkeling van Afghanistan. De Nederlandse inspanningen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking zijn niet aan specifieke data verbonden. In Uruzgan heeft de Nederlandse missie in de afgelopen drie jaar er toe bijgedragen dat UNAMA een lokaal kantoor heeft gevestigd; nationale overheidsprogramma’s worden uitgerold en het aantal NGO’s aanzienlijk is toegenomen. Daarmee is een basis gelegd voor een meer duurzame ontwikkeling. Alle inspanningen zijn nu gericht op het bestendigen van deze resultaten.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A. G. Koenders


XNoot
1

Samenstelling:

Van den Berg (SGP), Vac. (CDA), Dupuis (VVD), Rosenthal (VVD), Ten Hoeve (OSF), De Graaf (VVD) (voorzitter), Vedder-Wubben (CDA), Kox (SP), Schouw (D66), Van Driel (PvdA), Eigeman (PvdA), Franken (CDA) (1e vice-voorzitter), Thissen (GL), Van Kappen (VVD), De Boer (CU), K.G. de Vries (PvdA), Willems (CDA), Haubrich-Gooskens (PvdA), Hillen (CDA), Smaling (SP) (2e vice-voorzitter), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Kuiper (CU), Elzinga (SP), Vliegenthart (SP), Yildirim (Fractie-Yildirim) en Flierman (CDA).

XNoot
1

Onder andere: de militaire bevelhebbers op het ISAF-hoofdkwartier, met de Nederlandse ambassadeur en medewerkers, met NGO’s over de komende (presidentiële en provinciale) verkiezingen, (civiele) vertegenwoordigers van de NAVO en de EU, met de Vice-Voorzitter van de Afghaanse Senaat, de Vice-Minister van Defensie, de bevelhebbers van de militaire operaties in het Zuiden van het land, de Task-Force Uruzgan, de Gouverneur van Uruzgan, het Afghaanse leger, het Provincial Reconstruction Team.

XNoot
2

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 144142u.

Naar boven