32 031
Wijziging van de Wet op de accijns in verband met Richtlijn nr. 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 (PbEU L 9) (Implementatie horizontale richtlijn accijns)

A
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2009

Hierbij vraag ik uw aandacht voor de behandeling van bovenstaand voorstel van wet. Naar ik heb begrepen heeft de commissie Financiën van Uw Kamer het voorbereidend onderzoek inzake bovengenoemd wetsvoorstel gepland op 19 januari van het komende jaar. Vanzelfsprekend heb ik veel begrip voor de doorgaans overvolle agenda van Uw Kamer, in het bijzonder in de maand december. Bovendien erken ik dat deze maand voor de commissie Financiën extra druk is door de samenloop van een fors aantal fiscale wetsvoorstellen.

Desalniettemin zou ik Uw Kamer willen verzoeken nog eens te bezien of er in de drukke agenda nog een mogelijkheid gecreëerd zou kunnen worden om ook het bovengenoemde voorstel van wet te behandelen. De reden dat ik in deze dit beroep op u doe, heeft te maken met de beoogde implementatiedatum van de richtlijn waartoe dit wetsvoorstel dient.

Het wetsvoorstel treedt ingevolge artikel V in werking met ingang van 1 april 2010. Richtlijn 2008/118/EG bepaalt dat de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen in werking doen treden om uiterlijk op 1 januari 2010 aan deze richtlijn te voldoen. De Nederlandse versie van het betreffende artikel is niet juist. Uit andere taalversies van de richtlijn blijkt dat, conform de bedoeling van de Raad, de datum van inwerkingtreding 1 april 2010 is, maar dat de wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen, die nodig zijn ter implementatie van de richtlijn, vóór 1 januari 2010 moeten zijn aanvaard en gepubliceerd. Ik verwijs hierbij ook naar de nota naar aanleiding van het verslag.1 Op grond van de richtlijn zullen zowel de onderhavige wet tot wijziging van de Wet op de accijns als het besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit accijns vóór 1 januari 2010 in het Staatsblad moeten zijn gepubliceerd.

Zoals u weet, hecht het kabinet sterk aan het tijdig en adequaat voldoen aan de Europese verplichtingen. Om die reden doe ik Uw Kamer dan ook het verzoek om te kijken of afronding van het voorstel van wet dit jaar nog mogelijk is. Ik merk daarbij op dat het hier gaat om een beleidsarme implementatie van voornoemde richtlijn, die de Tweede Kamer zonder beraadslaging en zonder stemming (weliswaar helaas pas zeer recent) heeft aangenomen. Ik geef u in overweging de behandeling van bovengenoemd voorstel van wet aan te laten sluiten op die van de behandeling van het Belastingplan 2010 en aanverwante wetsvoorstellen, welke op dit moment gepland staat voor dinsdag 22 december a.s. Indien afronding van bovengenoemd voorstel van wet tegelijk met de andere fiscale wetsvoorstellen bewerkstelligd zou kunnen worden, zou tijdige publicatie in het Staatsblad nog mogelijk zijn.

Uiteraard zeg ik Uw Kamer hierbij toe alle medewerking te verlenen om aan dit verzoek te voldoen. Ik denk daarbij aan een versneld antwoord op mogelijke schriftelijke vragen. Indien bij de commissie Financiën behoefte zou bestaan aan een technische briefing, ben ik gaarne bereid deze door mijn ambtenaren te laten verzorgen.

De staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager


XNoot
1

Kamerstukken II 2009/10, 32 031, nr. 5, blz. 1 en 12.

Naar boven