Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 31963 nr. A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 31963 nr. A |
15 december 2009
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is ter implementatie van richtlijn nr. 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 (PbEU 2009, L 8) tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten de in de Wet milieubeheer opgenomen regeling inzake handel in broeikasgasemissierechten uit te breiden tot luchtvaartactiviteiten alsmede enkele wijzigingen aan te brengen in de Wet luchtvaart en de Wet op de economische delicten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
In de alfabetische rangschikking in artikel 1.1, eerste lid, wordt ingevoegd:
vliegtuigexploitant: vliegtuigexploitant als bedoeld in artikel 3, onder o, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten;.
Hoofdstuk 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 16.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
a. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:
tonkilometer: één ton vracht, vervoerd over een afstand van één kilometer, waarbij onder vracht wordt verstaan: de totale massa aan vracht, post en passagiers die wordt vervoerd;
tonkilometergegevens: gegevens betreffende de omvang van een luchtvaartactiviteit als bedoeld in bijlage I bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten;.
b. De volgende begrippen en de daarbij behorende begripsomschrijvingen vervallen:
1°. emissieverslag;
2°. monitoringsplan;
3°. verificateur;
4°. verificatie.
2. Aan artikel 16.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Voor de toepassing van afdeling 16.2.1 onderscheidenlijk afdeling 16.2.2 wordt verstaan onder:
emissieverslag: verslag als bedoeld in artikel 16.12, eerste lid, onder b, onderscheidenlijk artikel 16.39f, eerste lid;
monitoringsplan: plan als bedoeld in artikel 16.6, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 16.39c;
verificateur: onafhankelijke deskundige als bedoeld in artikel 16.12, eerste lid, onder c, onderscheidenlijk de artikelen 16.39f, tweede lid, en 16.39j, tweede lid;
verificatie: beoordeling als bedoeld in artikel 16.12, eerste lid, onder c, onderscheidenlijk artikel 16.39g.
3. Na het opschrift «Titel 16.2. Broeikasgassen en broeikasgasemissierechten» komt het opschrift van afdeling 16.2.1 te luiden:
4. Boven artikel 16.2 wordt het volgende opschrift ingevoegd:
5. Artikel 16.2 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt «Deze titel» vervangen door: Deze afdeling.
b. In het derde lid wordt «titel 16.2» vervangen door: deze afdeling.
6. Het opschrift van afdeling 16.2.2 komt te luiden:
Paragraaf 16.2.1.2. Vergunning
7. In artikel 16.12, derde lid, wordt «de beschikking» vervangen door: de richtsnoeren.
8. Artikel 16.14, derde lid, tweede volzin, komt te luiden: Deze regels voldoen in elk geval aan de eisen die terzake zijn opgenomen in bijlage V bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten, aan de richtsnoeren die op grond van artikel 14, eerste lid, van die richtlijn zijn gesteld en aan de eisen die op grond van artikel 15 van die richtlijn zijn gesteld.
9. In artikel 16.20, vijfde lid, eerste volzin, wordt «titel 16.2» vervangen door: afdeling 16.2.1.
10. In artikel 16.20b, eerste lid, onder b, wordt «deze titel» vervangen door: deze afdeling.
11. Het opschrift van afdeling 16.2.3 komt te luiden:
Paragraaf 16.2.1.3. Het toewijzen en verlenen van broeikasgasemissierechten en het gebruik van emissiereductie-eenheden en gecertificeerde emissiereducties
12. Het opschrift van paragraaf 16.2.3.1 komt te luiden:
Subparagraaf 16.2.1.3.1. Het nationale toewijzingsplan
13. Het opschrift van paragraaf 16.2.3.2 komt te luiden:
Subparagraaf 16.2.1.3.2. Het nationale toewijzingsbesluit, overige toewijzingsbesluiten en de verlening van broeikasgasemissierechten
14. Het opschrift van afdeling 16.2.4 komt te luiden:
Paragraaf 16.2.1.4. De geldigheid van broeikasgasemissierechten, het inleveren van broeikasgasemissierechten, emissiereductie-eenheden en gecertificeerde emissiereducties, het annuleren van broeikasgasemissierechten en het compenseren van emissies in een ander kalenderjaar
15. In artikel 16.37, eerste lid, wordt «een aantal broeikasgasemissierechten» vervangen door: een aantal broeikasgasemissierechten, niet zijnde broeikasgasemissierechten die zijn verleend krachtens afdeling 16.2.2,.
16. Na artikel 16.39 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 16.2.2. LUCHTVAARTACTIVITEITEN
1. Deze afdeling is van toepassing op:
a. vliegtuigexploitanten ten aanzien waarvan Nederland verantwoordelijk is voor de administratie van de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en die luchtvaartactiviteiten als bedoeld in bijlage I bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten uitvoeren;
b. emissies van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen broeikasgassen veroorzaakt door luchtvaartactiviteiten als bedoeld onder a.
2. Nederland is ten aanzien van een vliegtuigexploitant administrerende lidstaat als bedoeld in het eerste lid, onder a:
a. indien de vliegtuigexploitant beschikt over een geldige vergunning als bedoeld in artikel 16 van de Luchtvaartwet die valt onder verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PbEU L 293);
b. in gevallen waarin de vliegtuigexploitant niet beschikt over een geldige, door een lidstaat overeenkomstig de verordening, genoemd onder a, verleende exploitatievergunning: indien aan Nederland het grootste deel van de geschatte luchtvaartemissies van door de betrokken vliegtuigexploitant in het basisjaar uitgevoerde vluchten kan worden toegeschreven als bedoeld in artikel 18bis, eerste lid, onder b, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten.
3. Voor de toepasselijkheid van het tweede lid, aanhef en onder b, wordt uitgegaan van de meest actuele uitgave van de door de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 18bis, derde lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten gepubliceerde lijst.
4. Bij de administratie van vliegtuigexploitanten neemt het bestuur van de emissieautoriteit de richtsnoeren in acht die de Commissie van de Europese Gemeenschappen overeenkomstig artikel 18bis, vierde lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten heeft vastgesteld.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de interpretatie van de luchtvaartactiviteiten, bedoeld in bijlage I bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten. Deze regels voldoen in elk geval aan de richtsnoeren die de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 3b van genoemde richtlijn heeft vastgesteld.
Paragraaf 16.2.2.2. Monitoring en verslaglegging
Een vliegtuigexploitant beschikt over een plan, dat voor de luchtvaartactiviteiten waarvoor hij verantwoordelijk is, een beschrijving bevat van de wijze waarop:
a. de jaarvracht wordt bepaald;
b. gegevens die op de jaarvracht betrekking hebben, worden geregistreerd en bewaard.
1. Het monitoringsplan behoeft de goedkeuring van het bestuur van de emissieautoriteit.
2. Goedkeuring wordt geweigerd indien het monitoringsplan niet voldoet aan de eisen die daaraan bij of krachtens dit hoofdstuk zijn gesteld of indien het bestuur van de emissieautoriteit van oordeel is dat onvoldoende is gewaarborgd dat de vliegtuigexploitant in staat is het monitoringsplan naar behoren uit te voeren.
Een vliegtuigexploitant bepaalt en registreert de jaarvracht overeenkomstig het voor hem geldende monitoringsplan en met inachtneming van de krachtens artikel 16.39i, eerste lid, aanhef en onder a, gestelde regels.
1. Een vliegtuigexploitant dient met betrekking tot ieder kalenderjaar bij het bestuur van de emissieautoriteit voor 1 april van het daarop volgende kalenderjaar een verslag in, waarin voor de luchtvaartactiviteiten waarvoor hij verantwoordelijk is, met betrekking tot het eerstbedoelde kalenderjaar de jaarvracht wordt vermeld. Het verslag wordt ingediend met inachtneming van de krachtens artikel 16.39i, eerste lid, aanhef en onder f, gestelde regels.
2. Het emissieverslag gaat vergezeld van een verklaring van een onafhankelijke deskundige, waarin de resultaten worden weergegeven van een door hem uitgevoerde beoordeling van het verslag overeenkomstig artikel 16.39g.
1. Bij de verificatie wordt nagegaan of het emissieverslag voldoet aan de eisen die daaraan bij of krachtens dit hoofdstuk zijn gesteld. Indien het emissieverslag niet aan deze eisen voldoet, geeft de verificateur geen verklaring af als bedoeld in artikel 16.39f, tweede lid.
2. De verificateur mag niet betrokken zijn geweest bij het opstellen, beoordelen of uitvoeren van het monitoringsplan of het plan, bedoeld in artikel 16.39j, derde lid, onder a, voor de betrokken vliegtuigexploitant.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld, inhoudende eisen waaraan een verificateur en een verificatie moeten voldoen. Deze regels voldoen in elk geval aan de eisen die terzake zijn opgenomen in bijlage V bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten, aan de richtsnoeren die op grond van artikel 14, eerste lid, van die richtlijn zijn gesteld en aan de eisen die op grond van artikel 15 van die richtlijn zijn gesteld.
De artikelen 16.12, tweede lid, aanhef en onder a, 16.13, 16.16, 16.17, 16.18 en 16.21 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
a. artikel 16.13 uitsluitend betrekking heeft op de jaarvracht en het brandstofverbruik;
b. in artikel 16.13, tweede lid, onder b, in plaats van «artikel 16.6» wordt gelezen: artikel 16.39i.
1. Bij ministeriële regeling kunnen ter uitvoering van deze paragraaf regels worden gesteld met betrekking tot:
a. het bepalen en registreren van de jaarvracht;
b. het indienen van een ontwerp van een monitoringsplan;
c. het goedkeuren van een monitoringsplan;
d. het actualiseren van een monitoringsplan;
e. het melden van veranderingen en afwijkingen van een monitoringsplan;
f. het emissieverslag.
2. Indien regels worden gesteld krachtens het eerste lid, aanhef en onder e, kan daarbij worden bepaald dat een verandering of afwijking van het monitoringsplan de goedkeuring behoeft van het bestuur van de emissieautoriteit.
3. Krachtens het eerste lid gestelde regels voldoen in elk geval aan de richtsnoeren die de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 14, eerste lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten heeft vastgesteld.
Paragraaf 16.2.2.3. Het toewijzen en verlenen van broeikasgasemissierechten
1. Een vliegtuigexploitant kan het bestuur van de emissieautoriteit verzoeken om kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten met betrekking tot:
a. de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012,
b. de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2020 en
c. periodes van acht jaar die beginnen na 31 december 2020.
2. Bij de aanvraag worden tonkilometergegevens overgelegd over de in bijlage I bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten opgenomen luchtvaartactiviteiten die de vliegtuigexploitant in het referentiejaar heeft uitgevoerd. De aanvraag gaat vergezeld van een verklaring van een onafhankelijke deskundige, waarin de resultaten worden weergegeven van een door hem uitgevoerde beoordeling van de tonkilometergegevens. Artikel 16.39g is van overeenkomstige toepassing.
3. De overgelegde tonkilometergegevens zijn bepaald en geregistreerd:
a. overeenkomstig een plan dat een beschrijving bevat van de wijze waarop de tonkilometergegevens worden bepaald, geregistreerd en bewaard;
b. met inachtneming van de krachtens het zevende lid, aanhef en onder a en b, gestelde regels.
4. Het plan, bedoeld in het derde lid, onder a, is goedgekeurd door het bestuur van de emissieautoriteit. Artikel 16.39d, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
5. Voor de toepassing van het tweede lid wordt als referentiejaar aangemerkt:
a. ten aanzien van de in het eerste lid, onder a, bedoelde periode: 2010;
b. ten aanzien van de in het eerste lid, onder b en c, bedoelde periodes: het kalenderjaar dat eindigt 24 maanden voor het begin van de betrokken periode.
6. De aanvraag wordt ingediend:
a. ten aanzien van de in het eerste lid, onder a, bedoelde periode: uiterlijk 31 maart 2011;
b. ten aanzien van de in het eerste lid, onder b en c, bedoelde periodes: ten minste 21 maanden voor het begin van de betrokken periode.
7. Bij ministeriële regeling kunnen ter uitvoering van dit artikel regels worden gesteld met betrekking tot:
a. de wijze waarop een tonkilometer wordt berekend;
b. het bepalen en registreren van tonkilometergegevens;
c. het indienen van een ontwerp van een plan als bedoeld in het derde lid, onder a;
d. het goedkeuren van een plan als bedoeld in het derde lid, onder a;
e. het actualiseren van een plan als bedoeld in het derde lid, onder a;
f. het melden van veranderingen en afwijkingen van een plan als bedoeld in het derde lid, onder a;
g. de wijze waarop een aanvraag om toewijzing van emissierechten dient te worden gedaan en de gegevens die door de aanvrager dienen te worden verstrekt.
8. Artikel 16.39i, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
9. Krachtens het zevende lid gestelde regels voldoen in elk geval aan de richtsnoeren die de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 14, eerste lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten heeft vastgesteld.
1. Het bestuur van de emissieautoriteit legt aanvragen die tijdig zijn ingediend en voldoen aan artikel 16.39j, tweede lid, eerste en tweede volzin, en derde volzin voor wat betreft de eisen waaraan de onafhankelijke deskundige moet voldoen, voor aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen.
2. De toezending geschiedt ten minste achttien maanden voor het begin van de periode waarop de aanvraag betrekking heeft of, voor wat betreft de periode, bedoeld in artikel 16.39j, eerste lid, onder a, uiterlijk 30 juni 2011.
1. Binnen drie maanden nadat de Commissie van de Europese Gemeenschappen een besluit heeft genomen overeenkomstig artikel 3sexies, derde lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten, berekent het bestuur van de emissieautoriteit:
a. het totale aantal broeikasgasemissierechten dat voor de betrokken periode wordt toegewezen aan de vliegtuigexploitanten wier aanvragen overeenkomstig artikel 16.39k zijn voorgelegd aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, en
b. het aantal broeikasgasemissierechten dat voor elk kalenderjaar binnen die periode aan de vliegtuigexploitanten, bedoeld onder a, wordt toegewezen.
2. De berekening geschiedt:
a. in het geval van het eerste lid, aanhef en onder a: door het aantal in de aanvraag opgenomen tonkilometers te vermenigvuldigen met de benchmark die de Commissie van de Europese Gemeenschappen overeenkomstig artikel 3sexies, derde lid, aanhef en onder e, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten heeft vastgesteld;
b. in het geval van het eerste lid, aanhef en onder b: door het met toepassing van onderdeel a berekende totale aantal broeikasgasemissierechten voor de betrokken periode te delen door het aantal jaren in die periode.
3. Een krachtens het eerste lid door het bestuur van de emissieautoriteit genomen besluit wordt bekendgemaakt binnen de in dat lid genoemde termijn van drie maanden. Van het besluit wordt tevens mededeling gedaan door kennisgeving ervan in de Staatscourant.
Voor iedere in artikel 16.39j, eerste lid, bedoelde periode wordt van het totale aantal broeikasgasemissierechten voor de luchtvaart, bedoeld in artikel 3quater van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten, een gedeelte door Onze Minister geveild. Dit gedeelte komt overeen met het aantal broeikasgasemissierechten dat de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor de betrokken periode op grond van artikel 3sexies, derde lid, aanhef en onder b, van genoemde richtlijn ten aanzien van Nederland heeft vastgesteld.
1. Bij het bestuur van de emissieautoriteit kan een aanvraag om kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten uit de bijzondere reserve voor bepaalde vliegtuigexploitanten, bedoeld in artikel 3septies van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten, worden ingediend door een vliegtuigexploitant:
a. die een luchtvaartactiviteit als bedoeld in bijlage I bij genoemde richtlijn aanvangt na het jaar waarvoor tonkilometergegevens zijn overgelegd overeenkomstig artikel 16.39j, tweede lid, met betrekking tot een periode, bedoeld in artikel 16.39j, eerste lid, onder b of c, of
b. van wie het aantal tonkilometers gemiddeld met meer dan 18% per jaar is gestegen tussen het referentiejaar, bedoeld in artikel 16.39j, vijfde lid, onder b, en het tweede kalenderjaar van de betrokken periode, bedoeld in artikel 16.39j, eerste lid, onder b of c,
en waarvan de activiteit, bedoeld onder a, of de bijkomende activiteit, bedoeld onder b, niet geheel of gedeeltelijk een voortzetting is van een eerder door een andere vliegtuigexploitant uitgevoerde luchtvaartactiviteit.
2. Bij de aanvraag worden tonkilometergegevens overgelegd over de in bijlage I bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten opgenomen luchtvaartactiviteiten die de vliegtuigexploitant heeft uitgevoerd in het tweede kalenderjaar van de betrokken periode. Artikel 16.39j, tweede lid, tweede en derde volzin, derde, vierde en zevende lid, is van overeenkomstige toepassing. De aanvraag bevat tevens:
a. gegevens waaruit blijkt dat aan de criteria, bedoeld in het eerste lid, onder a dan wel b, is voldaan;
b. in het geval van een vliegtuigexploitant als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b: gegevens met betrekking tot de procentuele stijging en de absolute groei van het aantal door de vliegtuigexploitant gerealiseerde tonkilometers.
3. De aanvraag wordt uiterlijk 30 juni van het derde jaar van de betrokken periode ingediend.
4. Bij de beoordeling of een activiteit niet geheel of gedeeltelijk een voortzetting is van een eerder door een andere vliegtuigexploitant uitgevoerde luchtvaartactiviteit wordt tevens acht geslagen op luchtvaartactiviteiten uitgevoerd door vliegtuigexploitanten ten aanzien waarvan Nederland geen administrerende lidstaat is.
1. Het bestuur van de emissieautoriteit legt overeenkomstig artikel 16.39n ingediende aanvragen die voldoen aan de bij of krachtens artikel 16.39n gestelde eisen, voor aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen.
2. De toezending geschiedt voor 1 januari van het vierde jaar van de betrokken periode.
1. Binnen drie maanden nadat de Commissie van de Europese Gemeenschappen een besluit heeft genomen overeenkomstig artikel 3septies, vijfde lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten, berekent het bestuur van de emissieautoriteit:
a. het aantal broeikasgasemissierechten dat voor de betrokken periode uit de bijzondere reserve wordt toegewezen aan de vliegtuigexploitanten wier aanvragen overeenkomstig artikel 16.39o zijn voorgelegd aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen;
b. het aantal broeikasgasemissierechten dat voor elk kalenderjaar binnen die periode uit de bijzondere reserve aan de vliegtuigexploitanten, bedoeld onder a, wordt toegewezen.
2. De berekening geschiedt:
a. in het geval van het eerste lid, aanhef en onder a: door de benchmark die de Commissie van de Europese Gemeenschappen overeenkomstig artikel 3septies, vijfde lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten heeft vastgesteld, te vermenigvuldigen met:
1°. in het geval van artikel 16.39n, eerste lid, aanhef en onder a: het aantal in de aanvraag opgenomen tonkilometers;
2°. in het geval van artikel 16.39n, eerste lid, aanhef en onder b: de absolute groei in tonkilometers boven het in dat onderdeel genoemde percentage;
b. in het geval van het eerste lid, aanhef en onder b: door het met toepassing van onderdeel a berekende aantal broeikasgasemissierechten te delen door het aantal volledige kalenderjaren dat resteert in de betrokken periode.
3. In het geval van het tweede lid, aanhef en onder b, bedraagt het aantal aan een vliegtuigexploitant toe te wijzen broeikasgasemissierechten in de betrokken periode ten hoogste één miljoen.
4. Een krachtens het eerste lid door het bestuur van de emissieautoriteit genomen besluit wordt bekendgemaakt binnen de in dat lid genoemde termijn van drie maanden. Van het besluit wordt tevens mededeling gedaan door kennisgeving ervan in de Staatscourant.
Niet toegewezen broeikasgasemissierechten in de bijzondere reserve worden door Onze Minister geveild.
Bij de toepassing van de artikelen 16.39m tot en met 16.39o neemt het bestuur van de emissieautoriteit de eisen met betrekking tot de werking van de bijzondere reserve in acht die de Commissie van de Europese Gemeenschappen overeenkomstig artikel 3septies, negende lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten heeft vastgesteld.
Het bestuur van de emissieautoriteit verleent uiterlijk 28 februari van een kalenderjaar aan een vliegtuigexploitant het aantal broeikasgasemissierechten dat hem krachtens artikel 16.39l of artikel 16.39p voor het betrokken jaar is toegewezen.
Paragraaf 16.2.2.4. De geldigheid van broeikasgasemissierechten, het inleveren van broeikasgasemissierechten, emissiereductie-eenheden en gecertificeerde emissiereducties, het annuleren van broeikasgasemissierechten en het compenseren van emissies in een ander kalenderjaar
1. Een vliegtuigexploitant levert met betrekking tot ieder kalenderjaar voor 1 mei van het daarop volgende kalenderjaar ten minste een aantal broeikasgasemissierechten in, dat overeenkomt met de hoeveelheid van de emissie gedurende het eerstbedoelde kalenderjaar van in bijlage I bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten opgenomen luchtvaartactiviteiten waarvoor die vliegtuigexploitant verantwoordelijk is en die op of na 1 januari 2012 hebben plaatsgevonden.
2. Artikel 16.37, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
1. Ter voldoening aan artikel 16.39t, eerste lid, kan een vliegtuigexploitant in plaats van broeikasgasemissierechten emissiereductie-eenheden of gecertificeerde emissiereducties inleveren. Artikel 16.37a, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
2. Het eerste lid is van toepassing zolang het aantal emissiereductie-eenheden of gecertificeerde emissiereducties het volgende percentage niet overschrijdt:
a. voor wat betreft de periode, bedoeld in artikel 16.39j, eerste lid, onder a: 15% van het aantal broeikasgasemissierechten dat de vliegtuigexploitant ingevolge artikel 16.39t, eerste lid, dient in te leveren;
b. voor wat betreft latere periodes: het door de Commissie van de Europese Gemeenschappen voorafgaand aan de betrokken periode overeenkomstig artikel 11bis, lid 1bis, tweede en derde alinea, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten vastgestelde percentage.
3. Artikel 16.37b, tweede lid, aanhef en onder b, is van overeenkomstige toepassing.
De artikelen 16.36 en 16.38 zijn van overeenkomstige toepassing.
Indien een vliegtuigexploitant ter voldoening aan artikel 16.39t, eerste lid, minder broeikasgasemissierechten, emissiereductie-eenheden of gecertificeerde emissiereducties heeft ingeleverd dan overeenkomt met de hoeveelheid van de emissie, die hij gedurende het betrokken kalenderjaar heeft veroorzaakt, wordt het aantal broeikasgasemissierechten dat hij in het daarop volgende kalenderjaar ter uitvoering van dat artikellid dient in te leveren, van rechtswege verhoogd met het aantal broeikasgasemissierechten, emissiereductie-eenheden of gecertificeerde emissiereducties dat hij te weinig had ingeleverd.
17. In het opschrift van afdeling 16.2.5 wordt «Afdeling 16.2.5» vervangen door: Afdeling 16.2.3.
18. In het opschrift van afdeling 16.2.6 wordt «Afdeling 16.2.6» vervangen door: Afdeling 16.2.4.
19. In het opschrift van afdeling 16.2.7 wordt «Afdeling 16.2.7» vervangen door: Afdeling 16.2.5.
Hoofdstuk 18 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 18.6a wordt als volgt gewijzigd:
a. Voor «artikel 16.12, tweede lid, in verbinding met artikel 16.49, tweede lid» wordt ingevoegd: artikel 16.12, tweede lid, aanhef en onder a, in verbinding met artikel 16.39h,.
b. Voor «artikel 16.13 in verbinding met artikel 16.49, tweede lid» wordt ingevoegd: artikel 16.13 in verbinding met artikel 16.39h,.
c. Voor «artikel 16.21 in verbinding met artikel 16.49, tweede lid» wordt ingevoegd: artikel 16.21 in verbinding met artikel 16.39h,.
d. Na «artikel 16.21 in verbinding met artikel 16.49, tweede lid,» wordt ingevoegd: artikel 16.39c, artikel 16.39d, artikel 16.39e, artikel 16.39f, artikel 16.39i, eerste lid, met uitzondering van onderdeel c,.
2. Artikel 18.16a wordt als volgt gewijzigd:
a. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
1°. Voor «artikel 16.12, tweede lid, in verbinding met artikel 16.49, tweede lid» wordt ingevoegd: artikel 16.12, tweede lid, aanhef en onder a, in verbinding met artikel 16.39h,.
2°. Voor «16.13 verbinding met artikel 16.49, tweede lid» wordt ingevoegd: 16.13 in verbinding met artikel 16.39h,.
3°. Voor «16.21 in verbinding met artikel 16.49, tweede lid» wordt ingevoegd: 16.21 in verbinding met artikel 16.39h,.
4°. Na «16.21 in verbinding met artikel 16.49, tweede lid,» wordt ingevoegd: artikel 16.39c, artikel 16.39d, artikel 16.39e, artikel 16.39f, artikel 16.39g, artikel 16.39i, eerste lid, met uitzondering van de onderdelen b en c,.
b. In het tweede lid, eerste volzin, wordt «het bepaalde bij artikel 16.37, eerste lid» vervangen door: het bepaalde bij artikel 16.37, eerste lid, of artikel 16.39t, eerste lid.
c. Aan het vierde lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: In geval van overtreding van het bepaalde bij artikel 16.39t, eerste lid, wordt een bestuurlijke boete als bedoeld in het tweede lid en kan een bestuurlijke boete als bedoeld in het eerste lid worden opgelegd naast een verhoging van het aantal broeikasgasemissierechten dat de vliegtuigexploitant met betrekking tot een kalenderjaar overeenkomstig artikel 16.39w dient in te leveren.
d. In het vijfde lid wordt «het bepaalde bij artikel 16.37, eerste lid» vervangen door: het bepaalde bij artikel 16.37, eerste lid, of artikel 16.39t, eerste lid.
3. Artikel 18.16e, tweede lid, eerste volzin, komt te luiden: In geval van overtreding van het bepaalde bij artikel 16.37, eerste lid, of artikel 16.39t, eerste lid, bedraagt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18.16a, tweede lid, het in artikel 16, derde lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten genoemde bedrag per ton emissie van een kooldioxide-equivalent, die meer is veroorzaakt dan overeenkomt met het aantal broeikasgasemissierechten, emissiereductie-eenheden of gecertificeerde emissiereducties dat overeenkomstig artikel 16.37, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 16.39t, eerste lid, is ingeleverd.
4. In de artikelen 18.16g, tweede lid, 18.16i, 18.16k en 18.16p, eerste lid, wordt «het bepaalde bij artikel 16.37, eerste lid» vervangen door: het bepaalde bij artikel 16.37, eerste lid, of artikel 16.39t, eerste lid.
5. Na artikel 18.16q wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het bestuur van de emissieautoriteit kan de Commissie van Europese Gemeenschappen verzoeken een exploitatieverbod als bedoeld in artikel 16, tiende lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten op te leggen aan een vliegtuigexploitant die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens afdeling 16.2.2, indien zulks niet met andere handhavingsmaatregelen kon worden gewaarborgd. Het verzoek voldoet in elk geval aan de in artikel 16, zesde lid, van genoemde richtlijn opgenomen eisen.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het eerste lid. Indien regels worden gesteld, worden in de maatregel in elk geval geregeld:
a. de gevallen waarin een verzoek kan worden ingediend;
b. de procedure die voorafgaand aan het indienen van het verzoek moet worden gevolgd.
3. Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, regels stellen met betrekking tot de eisen waaraan een verzoek overigens moet voldoen.
4. Krachtens het tweede en derde lid gestelde regels voldoen in elk geval aan de eisen die de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 16, twaalfde lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten heeft vastgesteld.
5. Het bestuur van de emissieautoriteit zendt een afschrift van een verzoek als bedoeld in het eerste lid aan Onze Minister en aan Onze Minister van Verkeer en Waterstaat. Het afschrift wordt verzonden gelijktijdig met het indienen van het verzoek bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 19.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, eerste volzin, wordt na «artikel 16.12, eerste lid, onder b,» ingevoegd: of een verslag als bedoeld in artikel 16.39f, eerste lid,.
2. In het tweede lid wordt na «artikel 16.12, eerste lid, onder b,» ingevoegd: of een verslag als bedoeld in artikel 16.39f, eerste lid,.
3. In het vierde lid wordt na «artikel 16.12, eerste lid, onder b,» ingevoegd: of artikel 16.39f, eerste lid,.
De Wet luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:
In hoofdstuk 7 wordt na titel 7.3 een titel toegevoegd, luidende:
Het is een vliegtuigexploitant als bedoeld in artikel 3, onder o, van richtlijn nr. 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad (PbEU L 275), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij richtlijn nr. 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 (PbEU 2009, L 8), verboden een vlucht uit te voeren met een luchtvaartuig zolang en voor zover de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 16, tiende lid, van eerstgenoemde richtlijn aan de betrokken vliegtuigexploitant een exploitatieverbod heeft opgelegd.
Artikel 11.16, eerste lid, onder d, komt te luiden:
d. artikel 7.5 of van een maatregel als bedoeld in artikel 8.22.
In artikel 1a, onder 1°, van de Wet op de economische delicten wordt de zinsnede met betrekking tot de Wet milieubeheer als volgt gewijzigd:
1. Voor «16.13 in verbinding met artikel 16.49, tweede lid» wordt ingevoegd: 16.13 in verbinding met artikel 16.39h,.
2. Voor «16.21 in verbinding met artikel 16.49, tweede lid» wordt ingevoegd: 16.21 in verbinding met artikel 16.39h,.
3. Voor «16.49, eerste lid» wordt ingevoegd: 16.39c, 16.39d, 16.39e, 16.39f, 16.39g, 16.39i, eerste lid,.
Een plan met maatregelen voor bewaking van en rapportage over emissies of tonkilometergegevens als bedoeld in artikel 3octies van richtlijn nr. 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PbEU L 275) dat voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet door het bestuur van de Nederlandse emissieautoriteit is goedgekeurd, wordt aangemerkt als een plan als bedoeld in artikel 16.39c onderscheidenlijk artikel 16.39j, derde lid, onder a, van de Wet milieubeheer dat is goedgekeurd overeenkomstig het daaromtrent bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 16 van de Wet milieubeheer en geldt met terugwerkende kracht met ingang van de dag na de dag waarop het besluit tot goedkeuring op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.
Indien het bij koninklijke boodschap van 7 februari 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten, houdende diverse wijzigingen met betrekking tot de luchtvaart (31 857), tot wet is of wordt verheven, en artikel I, onderdeel U, onderdeel d, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als artikel II, onderdeel B, van deze wet, komt artikel II, onderdeel B, van deze wet te luiden:
In artikel 11.16, eerste lid, onder d, wordt voor «een maatregel» ingevoegd: artikel 7.5 of van.
Indien het bij koninklijke boodschap van 7 februari 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten, houdende diverse wijzigingen met betrekking tot de luchtvaart (31 857), tot wet is of wordt verheven, en artikel I, onderdeel U, onderdeel d, van die wet later in werking treedt dan artikel II, onderdeel B, van deze wet, wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:
In onderdeel U, onder d, wordt voor «een maatregel» ingevoegd: artikel 7.5 of van.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-20092010-31963-A.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.