B
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2009
Op 3 november jl. heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingestemd
met bovengenoemd wetsvoorstel. Het wetsvoorstel is sinds zijn oorspronkelijke
indiening op 20 april 2009 gewijzigd door middel van nota’s van
wijziging en de aanvaarding van amendementen. Ten behoeve van een overzichtelijke
wetgevingsprocedure in uw Kamer zet ik hieronder in chronologische volgorde
de belangrijkste wijzigingen voor zover die niet achterhaald zijn door een
volgende nota van wijziging of amendement, beknopt uiteen.
Het wetsvoorstel is onder te verdelen in zes hoofdonderwerpen. Dit betreft
(1) de vereenvoudiging van de tariefstructuur en vrijstellingen, (2) de aanscherping
van het ANBIregime en introductie van de SBBI, (3) aanpassing van het partnerbegrip,
(4) vereenvoudiging, uitbreiding en inperking van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit,
(5) aanpassing van de zogenoemde fictiebepalingen, en (6) een regeling voor
het afgezonderd particuliere vermogen.
Nota’s van wijziging
Op het wetsvoorstel zijn drie nota’s van wijziging ingediend.
De eerste nota van wijziging1
Deze nota bevat twee maatregelen met betrekking tot het partnerbegrip.
In de eerste plaats worden echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn,
aangemerkt als ongehuwd. De tweede maatregel is een overgangsregeling voor
ongehuwd samenwonenden zonder samenlevingscontract. Zij krijgen een half jaar
de tijd om alsnog een contract te sluiten. Voorts is in artikel 9 van de Successiewet
1956 de rente op overbedelingsschulden gemaximeerd op 6%. Dit voorkomt
het ontgaan van het betalen van erfbelasting bij overlijden van de schuldenaar
van die vordering. In artikel 21 van de Successiewet 1956 worden voorschriften
opgenomen met betrekking tot de waardering van verhuurde woningen.
Deze zijn gelijk aan die voor box 3 in de inkomstenbelasting. De bedrijfsopvolgingsregeling
gaat ook gelden voor verkrijgingen van fictief aanmerkelijk belanghouders.
De nota bevat ook de wijzigingen in de integriteitstoets bij de ANBI welke
zijn aangekondigd in de brief van 9 juli1.
De ANBI-beschikking kan worden ingetrokken, indien de ANBI zelf, de bestuurder
of feitelijk leidinggevende van de ANBI, dan wel een voor de ANBI gezichtsbepalend
persoon in de afgelopen vier jaar onherroepelijk is veroordeeld wegens aanzetten
tot haat, aanzetten tot geweld of gebruik van geweld. De integriteitseisen
zijn volledig in de wet opgenomen. Daarom kon de delegatiebevoegdheid bij
een ministeriële regeling nadere regels te stellen met betrekking tot
de integriteitstoets vervallen.
In de regeling van het APV wordt het begrip erfgenamen uitgebreid en er
is een tegenbewijsregeling ten behoeve van de Belastingdienst opgenomen voor
het geval de erfopvolging bij testament in overwegende mate gericht is op
het ontgaan van belasting.
De tweede nota van wijziging2
Aan artikel 10 is een bepaling toegevoegd dat legaten tegen inbreng (die
schuldig gebleven wordt) en de uitoefening van zogenoemde bloot-eigendomswilsrechten
zoals het wettelijk erfrecht die kent, niet leiden tot latere toepassing van
deze fictiebepaling. De fictie ten aanzien van een direct opeisbare renteloze
of laagrentende lening (artikel 15) is voor de samenloop met de 180 dagen
regeling van artikel 12, in lijn gebracht met de bestaande systematiek van
de wet. De bedrijfsopvolgingsregeling is uitgebreid naar verwaterde aanmerkelijkbelangpakketten.
Voorts is overgangsrecht opgenomen voor bestaande schuldigerkenningen
uit vrijgevigheid waarbij een lagere rente dan 6% is overeengekomen,
als die lagere rente destijds maar zakelijk was.
De derde nota van wijziging3
Aan artikel 10 is een negende lid toegevoegd om de toepasbaarheid van
dit artikel buiten discussie te stellen bij een denkbare variant op een ik-opa
lastbevoordeling, deze bepaling is bij amendement 68 aangevuld.
Plenaire behandeling Tweede Kamer: amendementen
Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel heeft de Tweede Kamer
tien amendementen aangenomen. Voor de inhoud moge ik u verwijzen naar het
voortreffelijke overzicht dat door uw afdeling interne ondersteuning is opgemaakt.
De staatssecretaris van Financiën,
J.C. de Jager