31 874
Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang

K
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2009

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel «Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang» op 7 juli jl. heb ik u toegezegd een nadere toelichting te zullen geven over de beperking tot één locatie voor gastouderopvang. Die beperking houdt in dat een gastouder opvang kan aanbieden op het eigen woonadres of op het adres van één van de vraagouders, maar in totaal op niet meer dan één adres.

Aangezien de uitvoerbaarheid van het toezicht door de GGD mede bepalend is geweest voor deze beperking, heb ik aan GGD Nederland om een nadere onderbouwing gevraagd. Hierbij treft u de onderbouwing van GGD Nederland1 aan. GGD Nederland ondersteunt dat in de wet is opgenomen dat een gastouder maar opéén locatie mag opvangen. Met de gewijzigde Wet kinderopvang zijn de taken van gemeenten en GGD’en al aanzienlijk uitgebreid. Het toestaan van meerdere opvanglocaties per gastouder zou leiden tot een extra belasting van het controle- en registratiesysteem. Meer toezicht, maar ook meer mutaties en minder overzicht, waardoor het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik weer groter wordt. Ik acht dat niet verantwoord.

Wel wil ik de vinger aan de pols houden. Ik zeg u dan ook toe de beperking tot één locatie voor de gastouderopvang te betrekken in de evaluatie die ik per 1-9-2010 aan het parlement wil sturen.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. A. M. Dijksma


XNoot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 144146.12.

Naar boven