31 814
Wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren strekkende tot het opnemen van bepalingen inzake bestuurlijke boetes

D
NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT1

Vastgesteld 9 februari 2010

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben kennisgenomen van hetgeen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in paragraaf 2 van de memorie van antwoord stelt over de verhouding tussen keuze voor het inzetten van het strafrecht en het bestuursrecht.

De leden van de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vragen de minister in meer specifieke zin in te gaan op de vraag dat wanneer in onderhavig wetsvoorstel hoge bestuurlijke boetes aan de orde zijn (vijfde categorie per overtreding tot EUR 74 000,00 en bij rechtspersonen van de zesde categorie tot maximaal EUR 740 000,00) er desondanks gesproken kan worden van overtredingen van een relatief geringe betekenis en dat derhalve geen sprake is van overtredingen waarmee in een maatschappij levende fundamentele waarden ernstig worden geschonden, waarvoor in beginsel strafrechtelijke handhaving is aangewezen.

De minister schrijft voorts dat zij zoals te doen gebruikelijk voornemens is om afspraken te maken met het OM voor de keuze tussen en de afstemming over de inzet van het strafrecht en het bestuursrecht bij de bescherming van de in het wetsvoorstel vervatte normen. Deze afspraken worden neergelegd in een handhavingsdocument. Voorafgaand hieraan zouden de leden van de commissie graag nader worden geïnformeerd over de voor- en nadelen van zowel de strafrechtelijke als de bestuursrechtelijke handhaving van de voorschriften uit het wetsvoorstel. Met andere woorden waardoor worden de kaders bepaald voor de respectievelijke inzet van strafrecht en bestuursrecht.

In dit verband vragen de leden van de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de minister ook hoe zij het opleggen van hoge bestuurlijke boetes ziet – gegeven dat het daarbij niet gaat om het sanctioneren van schending van een bij de maatschappij levende fundamentele waarde – in relatie tot het risico dat voortzetting van een (relatief klein) bedrijf hierdoor in gevaar kan komen.

De leden van de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien de beantwoording van deze vragen met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Schuurman

De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Warmolt de Boer


XNoot
1

Samenstelling:

Schuurman (CU) (voorzitter), Holdijk (SGP), Swenker (VVD), Terpstra (CDA), Slagter-Roukema (SP), Westerveld (PvdA), Sylvester (PvdA), Putters (PvdA), Doek (CDA), Eigeman (PvdA), Engels (D66), Slager (SP), Benedictus (CDA), Peters (SP), De Boer (CU), Willems (CDA) (vice-voorzitter), Schaap (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Laurier (GL), Hermans (VVD), Smaling (SP), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Yildirim (Fractie-Yildirim) en Tiesinga (CDA).

Naar boven