31 804
Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met onder meer de erkenning en de financiering van de publieke omroep

H
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2009

Bij de behandeling van de wijziging van de Mediawet 2008 in verband met onder meer de erkenning en de financiering van de publieke omroep (Erkenningswet) op 30 juni 2009 in uw Kamer, heb ik uw Kamer een aantal toezeggingen gedaan waarover ik u in deze brief informeer.

Diversiteit omroeppersoneel

Mevrouw Tan (PvdA) stelde vragen over het diversiteitsbeleid van de publieke omroep (m.n. het aantal beeldbepalende vrouwen anders dan nieuwslezers en presentatrices). Ik heb toegezegd in een volgend overleg met de publieke omroep de diversiteit van het omroeppersoneel onder de aandacht te brengen. Ik kan u hierover het volgende melden.

Het diversiteitsbeleid van de publieke omroep komt geregeld terug in gesprekken die ik met hen voer. Het gaat dan zowel over diversiteit in de zin van man/vrouw verdeling als over culturele diversiteit. Diversiteit is een van de speerpunten in de meerjarenbegroting 2010–2014 van de publieke omroep. Er is een «Stimuleringsplan Representatie Programmering» waarin de visie en acties van de publieke omroep staan. De publieke omroep streeft daarin naar pluriformiteit en veelkleurigheid, zowel in de programmering als in het personeelsbestand. Voor de nieuwe concessieperiode ontwikkelt de publieke omroep een diversiteitsstrategie. De focus ligt daarbij overigens op multiculturele diversiteit, maar de NPO overweegt dit te verbreden naar genderdiversiteit. De NPO analyseert gender en culturele diversiteit op regelmatige basis via de «Monitor Diversiteit». Dit onderzoek geeft inzicht in de zichtbare televisiepopulatie. In 2010 komt er weer een monitorrapport uit.

Overigens voel ik mij, als de minister die verantwoordelijk is voor emancipatie, extra verantwoordelijk voor diversiteit, niet alleen op het scherm maar ook daarachter. Vanuit mijn rol als lid van de Taskforce Talent aan de Top breng ik het charter Talent aan de Top breder onder de aandacht, ook bij de omroepen (publiek en commercieel).

Kleuring actualiteitenrubrieken

In het debat kwam, mede ingebracht door de heer Slager (SP), de ruimte voor duiding bij omroepen en de rol van actualiteitenrubrieken aan de orde. Ik heb toegezegd na te vragen wat de bron is van de mededeling dat de TROS geen eigen kleuring zou mogen geven aan programma’s.

Ik kan u melden dat er volop discussie is bij de publieke omroep over actualiteiten maar ook over het overige opiniërende aanbod. Omroepen zijn uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor de vorm en inhoud van hun programma’s (Mediawet art. 2.88 lid 1). Profilering kan immers ook goed in andere genres, in praat- en discussieprogramma’s en in documentaires. De publieke omroep streeft ernaar dat het aanbod het ideologische spectrum goed weerspiegelt. De discussie over de manier waarop dit gebeurt moet echter in Hilversum plaatsvinden, en mijn inzet is dat de raad van bestuur en de omroepen er zelf uitkomen.

Bij de recente behandeling van de mediabegroting in de Tweede Kamer is een motie de heer Voordewind cs aangenomen, waarin de regering wordt verzocht te bevorderen dat er binnen het aanbodsdomein opinie van de publieke omroep, sprake is van pluriformiteit.1 In mijn brief over de aangenomen moties die ik begin 2010 naar de Tweede Kamer stuur, geef ik mijn reactie op deze motie.

Openbaarheid jaarrekeningen

Tijdens het debat over de Erkenningenwet constateerde de heer Schouw (D66) dat de jaarrekeningen van verschillende omroepen niet openbaar worden gemaakt. Hij duidde dat als gebrek aan transparantie van publiek gefinancierde instellingen. Ik heb daarop toegezegd te regelen dat omroepen in hun jaarverslag een financieel jaarverslag opnemen, zo uitgebreid als mogelijk, dus met uitzondering van eventuele bedrijfsvertrouwelijke informatie.

Navraag leert dat nagenoeg alle omroepen bij hun (openbare) jaarverslag ook een financieel jaarverslag presenteren en op hun website publiceren. Overigens moeten omroepen (verenigingen en stichtingen) met een ondernemingsactiviteit en netto omzet van tenminste € 4,4 miljoen in twee opeenvolgende boekjaren, hun jaarrekening deponeren bij de Kamer van Koophandel. Via de Kamer van Koophandel zijn de jaarstukken vervolgens tegen geringe kosten op te vragen. Ik deel echter wel de gedachte van de heer Schouw dat deze route uit oogpunt van transparantie en toegankelijkheid voor de leden en burgers niet de schoonheidsprijs verdient. Daarom heb ik de raad van bestuur van de publieke omroep gevraagd er bij de omroepen op aan te dringen voortaan in hun jaarverslag een financieel jaarverslag op te nemen en dit op de website te publiceren.

Overige toezeggingen

Tenslotte zal ik u voor het Kerstreces in aparte brieven informeren over klachtenregelingen in de media in het buitenland en over de toekomstverkenning van de publieke omroep.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk


XNoot
1

Kamerstukken II, 2009–2010, 32 123 VIII, nr. 83.

Naar boven